Bekijk de tekstversie van dit leesfragment. Strijd in je denken
Oorspronkelijke titel: Battlefield of the mind Winning the battle in your mind Copyright © Joyce Meyer Strijd in je denken Win de strijd in je denken Derde ongewijzigde druk 2014 (alleen omslag aangepast) Copyright © 2008 Herziene Nederlandse uitgave: Sjofar Uitgeverij Godebaldkwartier 9, 3511 DN Utrecht E-mail: uitgeverij@sjofar. nl Internet: www. sjofar. nl Sjofar Uitgeverij is onderdeel van Sjofar Tenzij anders vermeld, is in dit boek gebruik gemaakt van de Nieuwe Bijbelvertaling. Woorden tussen vierkante haken [ ] zijn een vertaling van de toevoegingen in de Amplified Bijbel. Vertaling: Lucie Bogaerds-dÕAncona Omslagontwerp en druk: Thieme Apeldoorn Boekentuin ISBN 978-90-6823-054-3 NUR 707 Trefwoord: Geloofsopbouw Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt of verspreid in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, published or transmitted, by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission from the publisher.
Strijd in je denken Win de strijd in je denken door Joyce Meyer
Opdracht k wil Strijd in je denken graag opdragen aan mijn oudste zoon, David. Ik weet dat je persoonlijkheid behoorlijk op die van mij lijkt en dat je jouw aandeel hebt gehad in de strijd op geestelijk gebied. Ik zie je voortdurend groeien en ik weet dat je overwinningen ervaart die voortkomen uit de vernieuwing van je denken. Ik hou van je, David, en ik ben trots op je. Blijf zo doorgaan! I
Inhoud DEEL 1: Het belang van het gedachteleven Inleiding 1. Het denken is een strijdperk 2. Een zaak van levensbelang 3. Geef het niet op! 4. Stap voor stap 5. Wees positief 6. Geesten die het denken binden 7. Denk na over wat je denkt DEEL 2: Geestesgesteldheden Inleiding 8. Wanneer is mijn denken normaal? 9. Een afdwalende, vragende geest 10. Een verwarde geest 11. Een twijfelende en ongelovige geest 12. Een bange en bezorgde geest 13. Een oordelende, kritische en achterdochtige geest 14. Een passieve geest 15. De geest van Christus DEEL 3: Woestijnmentaliteit Inleiding 16. Mijn toekomst wordt bepaald door mijn heden en verleden 17. Ik heb geen zin in de verantwoordelijkheid 18. Ik kan er niet tegen als het te moeilijk wordt! 19. Ik kan er niets aan doen Ð ik ben gewoon verslaafd 20. Laat me niet wachten Ð ik wil het n! 21. Het is niet mijn fout! 22. Mijn leven is zo ellendig 23. Ik verdien Gods zegeningen niet 24. Waarom mag ik niet jaloers zijn? 25. Ik doe het op mijn manier! Eindnoten Bibliografie Over de schrijfster 11 15 27 33 39 45 57 63 73 77 85 93 103 115 129 145 157 181 187 195 205 213 223 233 243 251 259 269 275 277 279
DEEL 1: Het belang van het gedachteleven
11 De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de [ware] kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus [de Messias, de Gezalfde] te onderwerpen. 2 KORINTIèRS 10:4-5 Inleiding oe kunnen we het belang van onze gedachten z weergeven dat we de werkelijke betekenis overbrengen van Spreuken 23:7: Want zoals iemand in zijn hart denkt, zo is hijÉ? *) Hoe langer ik God dien en Zijn Woord bestudeer, hoe meer ik het belang besef van gedachten en woorden. Regelmatig merk ik dat de Heilige Geest me leidt om deze gebieden te bestuderen. Ik heb wel eens gezegd, dat we zolang we op aarde zijn, het gebied van gedachten en woorden zullen moeten bestuderen en ik geloof dat het waar is. Het doet er niet toe hoeveel we al weten, op welk gebied dan ook, we kunnen altijd nieuwe dingen leren, en de dingen die we al eerder hebben geleerd weer opfrissen. Wat betekent Spreuken 23:7 werkelijk? De King Jamesvertaling zegt: ÒÉzoals iemand in zijn hart denkt, zo is hijÉÓ Een andere vertaling zegt: ÒZoals een man in zijn hart denkt, zo zal hij worden. Ó Het denken is de voorloper van al onze daden. Romeinen 8:5 maakt dat duidelijk: Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de [Heilige] Geest wil. Onze daden zijn een direct gevolg van onze gedachten. Als we een negatieve instelling hebben, zullen we een negatief leven leiden. Als we daarentegen ons denken vernieuwen, overeenkomstig Gods Woord, zullen we ontdekken dat we in ons leven ervaren, wat Ôgoed, volmaakt en hem welgevalligÕ is, zoals Romeinen 12:2 belooft. __________________________________________________________*) Noot van de vertaler: Dit is een letterlijke vertaling van deze tekst uit het Engels. In de Nederlandse Bijbelvertalingen bestaat hiervoor geen equivalent. H
12 Ik heb dit boek onderverdeeld in drie delen. Het eerste deel behandelt het belang van onze gedachten. Het is nodig is dat je gaat nadenken waarover je denkt. Dat wil ik voor altijd stevig op je hart drukken. De problemen van mensen ontstaan heel vaak in hun manier van denken. Die denkpatronen zijn in feite de oorzaak van de problemen die ze in hun leven ervaren. Satan biedt iedereen verkeerde gedachten aan, maar we hoeven zijn aanbod niet te accepteren. We kunnen leren welke soorten van denken wel aanvaardbaar zijn voor de Heilige Geest en welke manieren niet. 2 Korintirs 10:4, 5 geeft duidelijk aan dat we het Woord van God zo goed moeten kennen, dat we in staat zijn om onze gedachten te vergelijken met wat in Gods gedachten is; elke gedachte die zich probeert te verheffen boven het Woord van God moeten we verwerpen en onder de heerschappij van Christus brengen. Ik bid dat dit boek je zal helpen dat te doen. Het denken is een strijdtoneel. Het is van levensbelang dat we onze gedachten laten aansluiten bij Gods gedachten. Dit is een proces wat tijd en studie kost. Geef het nooit op, want stap voor stap verander je. Hoe meer je je denken verandert ten goede, hoe meer ook je leven zal veranderen ten goede. Wanneer je Gods goede plan voor jou en je denken gaat zien, zul je erin gaan wandelen.
Hoofdstuk 1 Het denken is een strijdperk
15 Onze strijd is niet gericht tegen mensen [fysieke tegenstanders] maar tegen hemelse vorsten, de heersers en [de belangrijkste geesten, namelijk]de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen [de bovennatuurlijke wereld]. EFEZIèRS 6:12 Het denken Hoofdstuk is een strijdperk 1 it dit schriftgedeelte zien we dat we in een oorlog zijn. Een zorgvuldige studie van dit vers leert ons dat we niet tegen andere mensen strijden, maar tegen de duivel en zijn demonen. Onze vijand, Satan, probeert ons te verslaan met strategie en bedrog, door weloverwogen plannen en opzettelijke misleiding. De duivel is een leugenaar. Jezus noemt hemÉ een aartsleugenaar, de vader van de leugen (Johannes 8:44). Hij liegt tegen jou en mij. Hij zegt ons dingen over onszelf, over anderen en over de omstandigheden, die gewoon niet waar zijn. Hij vertelt ons echter niet de hele leugen in n keer. Hij begint ons denken te bombarderen met een slim bedacht patroon van subtiele, zeurende gedachten, vermoedens, twijfels, angsten, vragen, redeneringen en theorien. Hij gaat langzaam en behoedzaam verder (uiteindelijk kosten weloverwogen plannen tijd). Bedenk wel dat hij een strategie heeft voor zijn oorlogvoering. Hij heeft ons al heel lang bestudeerd. Hij weet wat we prettig vinden en wat niet. Hij kent onze onzekerheden, onze zwakheden en onze angsten. Hij weet wat ons het meest dwarszit. Hij is bereid om alle tijd te investeren die nodig is om ons te verslaan. Een van de sterke punten van de duivel is geduld. BOLWERKEN NEERHALEN De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die U
16 wordt opgetrokken tegen de [ware] kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus [de Messias, de Gezalfde] te onderwerpen. 2 Korintirs 10:4-5 Door een zorgvuldige strategie en listig bedrog doet Satan pogingen om ÔbolwerkenÕ in ons denken op te zetten. Een bolwerk is een gebied waarin we vastzitten (een gevangenis), door een bepaalde manier van denken. In dit bijbelgedeelte vertelt de apostel Paulus dat we de wapens bezitten die nodig zijn om Satans bolwerken af te breken. We zullen later meer leren over deze wapens, maar wees je er op dit moment alsjeblieft van bewust dat we betrokken zijn bij een oorlog, een geestelijke strijd. Vers 5 laat ons duidelijk de locatie zien waar deze strijd wordt gevoerd. De Amplified Bible zegt van dit vers dat we onze wapens moeten nemen en de argumenten moeten weerleggen. De duivel discussieert met ons. Hij levert ons theorien en redeneringen. Al deze activiteiten spelen zich af in ons denken. Ons denken is het strijdtoneel. SAMENVATTING VAN DE SITUATIE We hebben tot dusver gezien dat: 1. We zijn betrokken bij een oorlog. 2. Onze vijand is Satan. 3. Ons denken is het strijdtoneel. 4. De duivel werkt ijverig om bolwerken op te zetten in ons denken. 5. Hij doet dat door strategie en bedrog (door weloverwogen plannen en opzettelijke misleiding). 6. Hij heeft geen haast; hij neemt de tijd om zijn plannen uit te werken. Laten we zijn plan wat nader bekijken aan de hand van een voorbeeld.
17 MARYÕS KANT Mary en haar man, John, hebben geen gelukkig huwelijk. Er is de hele tijd strijd tussen hen. Ze zijn allebei boos, bitter en gerriteerd. Ze hebben twee kinderen die benvloed worden door de problemen thuis. Die strijd is zichtbaar in hun schoolwerk en hun gedrag. Een van de kinderen heeft maagklachten die veroorzaakt worden door spanningen. MaryÕs probleem is dat ze niet weet hoe ze John het hoofd van hun gezin kan laten zijn. Ze is bazig Ð ze wil alle beslissingen nemen, de financin regelen en de kinderen disciplineren. Ze wil werken, zodat ze haar ÔeigenÕ geld heeft. Ze is onafhankelijk, luidruchtig, veeleisend en een zeurpiet. Je zult nu wel denken: ÒIk weet de oplossing voor haar. Ze moet Jezus leren kennen. Ó Maar ze kent Hem al! Mary heeft Jezus vijf jaar geleden aanvaard als haar Verlosser Ð drie jaar nadat zij en John zijn getrouwd. ÒBedoel je dan dat er geen verandering heeft plaatsgevonden in Mary sinds ze Jezus als Verlosser aanvaardde? Ó Ja, er heeft wel een verandering plaatsgevonden. Ze gelooft dat ze naar de hemel gaat, ondanks dat ze zich door haar slechte gedrag voortdurend veroordeeld voelt. Ze heeft nu hoop. Voordat ze Jezus leerde kennen, voelde ze zich ellendig en hopeloos, nu voelt ze zich alleen nog ellendig. Mary weet dat haar houding verkeerd is. Ze wil veranderen. Ze heeft begeleiding gehad van twee mensen en ze reageert op bijna elke oproep voor gebed om overwinning over boosheid, rebellie, onvergevings-gezindheid, wrok en bitterheid. Waarom ziet ze niet meer verbetering? Het antwoord is te vinden in Romeinen 12:2: U moet uzelf niet aanpassen aan [de uiterlijke, oppervlakkige gewoontes van] deze wereld [deze tijd], maar veranderen door uw gezindheid [volledig] te vernieuwen [door nieuwe idealen en een nieuwe houding], om zo [voor uzelf] te ontdekken wat God van u wil en wat [in Zijn visie] goed, volmaakt en hem welgevallig is.
18 Mary heeft bolwerken in haar denken. Ze hebben daar al jaren gezeten. Ze begrijpt zelf niet hoe ze daar komen. Ze weet dat ze niet rebels, bazig en vitterig moet zijn, maar ze weet niet hoe ze haar karakter kan veranderen. Het schijnt dat ze in bepaalde situaties gewoon reageert op een ongepaste manier, omdat ze haar daden niet onder controle heeft. Mary heeft geen controle over haar daden, omdat ze haar gedachten niet kan beheersen. Ze beheerst haar gedachten niet, omdat er bolwerken zijn in haar denken die de duivel al vroeg in haar leven heeft geplant. Satan begint zijn weloverwogen plannen en zijn opzettelijke misleiding al op zeer jonge leeftijd. Bij Mary begonnen de problemen lang geleden, in haar kindertijd. Als kind had Mary een extreem heerszuchtige vader, die haar vaak sloeg, uitsluitend omdat hij een slechte bui had. Als ze n verkeerde beweging maakte, reageerde hij zijn woede op haar af. Jarenlang heeft ze machteloos geleden, terwijl haar vader haar en haar moeder mishandelde. Hij toonde op geen enkele wijze respect voor zijn vrouw en dochter. MaryÕs broer echter, kon niets verkeerd doen. Het leek of hij voorgetrokken werd, enkel omdat hij een jongen was. Tegen de tijd dat ze zestien jaar was, was Mary jarenlang gehersenspoeld door Satan die haar leugens had verteld die ongeveer zo luidden: ÒMannen denken echt dat ze iets zijn. Ze zijn allemaal hetzelfde; je kunt ze niet vertrouwen. Ze zullen je kwetsen en misbruik van je maken. Als je een man bent, heb je het helemaal voor elkaar in je leven. Je kunt alles doen wat je wilt. Je kunt mensen commanderen, de baas spelen, mensen behandelen zoals je wilt, zonder dat iemand (ook niet je vrouw of dochters) daar iets tegen kan doen. Ó Daardoor was Mary vastbesloten: ÒWanneer ik hier weg ben, laat ik me door niemand meer de les lezen!Ó Satan voerde al oorlog in het strijdperk van haar denken. Als die gedachten steeds opnieuw in je hoofd worden afgespeeld, honderdduizend keer of meer in een periode van tien jaar, kijk dan eens of je klaar bent om te trouwen en een lieve, onderdanige, bewonderende echtgenote te zijn. Ook al zou je dat willen door het een of andere
19 wonder, dan zou je nog niet weten hoe. Dat is de puinhoop waarin Mary zich momenteel bevindt. Wat kan ze doen? Wat kan iemand van ons in zoÕn situatie doen? DE WAPENS VAN HET WOORD ÔWanneer u bij mijn woord blijft [vasthoudt aan mijn leer en ernaar leeft], bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden. Õ Johannes 8:31-32 Hier vertelt Jezus ons hoe we de overwinning kunnen behalen over de leugens van Satan. We dienen de kennis van Gods Waarheid in ons te hebben, ons denken te vernieuwen door Zijn Woord, en dan de wapens van 2 Korintirs 10:4, 5 te gebruiken om bolwerken en alles wat hoogmoedig wordt opgeworpen tegen de kennis van God neer te halen. Het eerste ÔwapenÕ is het Woord, wat we ontvangen door prediking, onderwijs, boeken, bandjes, seminars en persoonlijke bijbelstudie. Maar we moeten in het Woord ÔblijvenÕ (voortdurend) tot het geopenbaard wordt door inspiratie van de Heilige Geest. Doorgaan is belangrijk. In Marcus 4:24 zegt Jezus: É Let goed op wat je hoort: met de maat [van overdenking en studie] waarmee je meet [die je besteedt aan de waarheid die je hoort], zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld [aan deugd en kennis]É Ik herhaal, we moeten voortdurend het wapen van het Woord gebruiken. Twee andere geestelijke wapens die ons ter beschikking staan, zijn lofprijzing en gebed. Lofprijzing verslaat de duivel sneller dan enig ander strijdplan, maar het moet oprecht zijn en vanuit het hart, niet alleen met de lippen, of als een methode die we uitproberen om te zien of het werkt. Zowel bij lofprijzing en gebed is het Woord betrokken. We prijzen God overeenkomstig zijn Woord en Zijn goedheid. Gebed is relatie met God. Het is God om hulp vragen of met God bespreken wat ons dwarszit. Als je een effectief gebedsleven wilt hebben, ontwikkel dan een goede persoonlijke relatie met de Vader. Weet dat Hij je liefheeft, dat Hij vol genade is, dat Hij je zal helpen. Zorg dat je Jezus leert kennen. Hij is je Vriend. Hij is voor jou gestorven. Leer de Heilige Geest
20 kennen. Hij is altijd bij je als je Helper. Laat Hem je helpen. Laat je gebeden vol zijn met het Woord van God. Gods Woord en onze behoefte zijn de basis waarop we bij Hem komen. Dus ons wapen is het Woord, gebruikt op verschillende manieren. Zoals Paulus ons in 2 Korintirs vertelt, zijn onze wapens niet vleselijk, maar geestelijk. We hebben geestelijke wapens nodig omdat we strijden tegen boze geesten, ja, tegen de duivel zelf. Zelfs Jezus gebruikte in de woestijn het wapen van het Woord om de duivel te verslaan (Lucas 4:1-13). Elke keer dat de duivel tegen Hem loog, antwoordde Jezus met: ÒEr staat geschreven, Ó en dan citeerde Hij het Woord. Wanneer Mary haar wapens leert gebruiken, zal ze de bolwerken die in haar denken zijn opgebouwd, gaan neerhalen. Ze zal merken dat de waarheid haar vrij zal maken. Ze zal zien dat niet alle mannen zijn zoals haar aardse vader. Sommige wel, maar vele niet. Haar man, John, is niet zo. John houdt heel veel van Mary. JOHNS KANT De andere kant van het verhaal heeft te maken met John. Hij heeft ook problemen die bijdragen aan de situatie die hij en Mary tegenkomen in hun huwelijk, huis en gezin. John zou zijn plaats moeten innemen als hoofd van het gezin. God wilde dat hij de priester zou zijn van zijn gezin. John is ook wedergeboren en kent de juiste orde voor het gezinsleven. Hij weet dat hij niet moet toelaten dat zijn vrouw de leiding heeft over het huishouden, de financin, de kinderen en hem. Hij weet het wel, maar hij doet er niets aan, behalve zich verslagen voelen en zich terugtrekken in televisie kijken en sport. John verstopt zich voor zijn verantwoordelijkheid, omdat hij een hekel heeft aan confrontaties. Hij geeft de voorkeur aan een passieve houding en denkt: ÒAls ik de situatie gewoon met rust laat, zal hij zich misschien vanzelf wel oplossen. Ó Of hij laat na om actie te ondernemen door als excuus te gebruiken: ÒIk zal ervoor bidden. Ó Natuurlijk is gebed goed, maar niet als het alleen een manier is om je verantwoordelijkheid te ontlopen.
21 Laat me verduidelijken wat ik bedoel, wanneer ik zeg dat John zijn door God gegeven positie in huis moet innemen. Ik bedoel niet dat hij moet optreden als ÔMister MachoÕ, opscheppend over zijn autoriteit. Efezirs 5:25 leert dat een man zijn vrouw behoort lief te hebben, evenals Christus de gemeente liefhad. John moet de verantwoordelijkheid nemen en met die verantwoordelijkheid komt de autoriteit. Hij moet standvastig zijn tegenover zijn vrouw, liefdevol, maar standvastig. Ook al is Mary als kind gekwetst, als ze zich overgeeft aan God door op Hem vertrouwen, zal ze gaan inzien, dat niet alle mannen zijn zoals haar vader. Daar moet John haar van overtuigen. John zou heel veel dingen moeten doen; maar net als Mary heeft hij ook ÔgedachtepatronenÕ die de deur openzetten voor de duivel, die hem gevangen houdt. Er is ook in Johns denken een strijd aan de gang. Net als Mary werd hij als kind vaak uitgescholden. Zijn dominante moeder had een scherpe tong en zei vaak kwetsende dingen tegen hem, zoals: ÒJohn, je bent zoÕn mislukkeling, je zult nooit iets kunnen bereiken. Ó John deed erg zijn best om het zijn moeder naar haar zin te maken, want hij hunkerde naar haar goedkeuring (zoals alle kinderen). Maar hoe harder hij zijn best deed, hoe meer fouten hij maakte. Hij was nogal onhandig, dus zijn moeder vertelde hem constant wat een ÔklunsÕ hij was. Uiteraard liet hij dan dingen vallen, want hij deed zo zijn best dat hij er zenuwachtig van werd en zo miste hij zijn doel. Hij had ook te maken met nare afwijzingen van kinderen met wie hij vrienden wilde zijn. Dit soort dingen overkomt de meesten van ons op een gegeven moment in ons leven, maar voor John was het funest, omdat hij zich ook al afgewezen voelde door zijn moeder. Ook was er, aan het begin van zijn middelbare schooltijd, een meisje wat hij erg aardig vond. Zij wees hem af en koos een andere jongen. Al die dingen bij elkaar opgeteld, maakten dat de duivel jarenlang bolwerken in zijn denken had gebouwd. Daardoor had John de moed verloren en was hij stil, verlegen en teruggetrokken. John is een gematigd persoon die er gewoon niet van houdt om deining te maken. Jarenlang had hij gedachten als: ÒHet heeft geen zin om iemand te vertellen wat je denkt, ze luisteren toch niet. Als je wilt dat mensen je accepteren, moet je gewoon meegaan in wat ze willen. Ó
22 De weinige keren dat hij zijn standpunt innam bij een bepaald onderwerp, kwam het er altijd op neer dat hij verloor, dus besloot hij tenslotte dat de confrontatie niet de moeite waard was. ÒUiteindelijk verlies ik het toch, Ó redeneerde hij, Òdus waarom zou ik de confrontatie aangaan? Ó WAT IS HET ANTWOORD? ÔDe Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij [de Gezalfde, de Messias] gezalfd. Om aan armen het goede nieuws [het evangelie] te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten [mensen die vertrapt, gekneusd, verpletterd en kapot zijn door ellende] hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen [de dag dat verlossing en onverdiende genegenheid van God overvloedig aanwezig zijn]. Õ Lucas 4:18-19 Met de conflicten en problemen van John en Mary kun je je wel voorstellen hoe hun huiselijk leven eruitziet. Ik zei al dat er heel veel strijd was. Strijd is niet altijd een openlijke oorlogvoering. Vaak is strijd een onderliggende stroom van boosheid in huis, die iedereen onderkent, zonder dat iemand ermee afrekent. De atmosfeer in huis is verschrikkelijk en de duivel vindt dat prachtig! Wat zal er gebeuren met John en Mary en hun kinderen? Zullen ze het redden? Ze zijn christenen Ð het zou zo erg zijn als hun huwelijk mislukt en hun gezin verwoest wordt. Maar uiteindelijk ligt het aan hen. Johannes 8:31-32 zal een sleutelvers zijn in hun beslissing. Als ze doorgaan met de studie van Gods Woord, zullen ze de waarheid verstaan en de waarheid zal hen vrijmaken. Maar ze moeten allebei de waarheid en hun verleden onder ogen zien, als God het hun duidelijk maakt. De waarheid wordt altijd geopenbaard door het Woord; maar helaas accepteren mensen het niet altijd. Het is een pijnlijk proces om met onze fouten geconfronteerd te worden en ermee af te rekenen. In het algemeen rechtvaardigen mensen hun gedrag. Ze staan toe dat hun verleden en hoe ze opgevoed zijn de rest van hun leven negatief benvloedt.
23 Ons verleden kan een verklaring zijn voor ons lijden, maar we moeten het niet als een excuus gebruiken om gebonden te blijven. Niemand heeft een excuus, omdat Jezus altijd klaarstaat om Zijn belofte te vervullen om gevangenen vrij te laten. Hij zal met ons de finishlijn van overwinning overgaan op elk gebied, wanneer we bereid zijn de hele weg met Hem te gaan. DE UITWEG U hebt geen beproevingen te doorstaan [geen beproevingen zoals verleiding tot zonde, hoe die ook komt of waartoe die ook leidt] die niet voor mensen te dragen zijn [dat wil zeggen, er komt geen beproeving op je af die ondraaglijk is, of te groot is voor het menselijke incasseringsvermogen]. God is trouw [aan Zijn Woord en aan Zijn ontfermende karakter] en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mt de beproeving ook [altijd] de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan. 1 Korintirs 10:13 Ik hoop dat je door dit ÔgelijkenisachtigeÕ voorbeeld ziet hoe Satan onze omstandigheden gebruikt om bolwerken te bouwen in ons leven Ð hoe hij oorlog voert in het strijdperk van het denken. Maar, God zij dank, hebben we wapens om die bolwerken neer te halen. God verlaat ons niet en laat ons niet hulpeloos achter. 1 Korintirs 10:13 belooft ons dat God niet zal toelaten dat we boven ons vermogen worden verzocht, maar met elke beproeving zal Hij ook voor een uitweg zorgen, een ÔescapeÕ of ontsnappingsmogelijkheid. Elk van ons zou een Mary of een John kunnen zijn. Ik ben er zeker van zijn dat de meesten van ons op de een of andere manier iets herkennen in dit scenario. Hun problemen zijn innerlijk Ð in hun gedachten en houding. Hun uiterlijke gedrag is slechts een gevolg van hun innerlijk leven. Satan weet het goed: als hij onze gedachten kan beheersen, heeft hij ook onze daden onder controle. Misschien heb je enkele grote bolwerken in je leven die neergehaald moeten worden. Laat me je bemoedigen met het volgende: ÒGod staat aan jouw kant. Ó Er is een strijd aan de gang, en je denken is het terrein waar die strijd wordt uitgevochten. Maar het goede nieuws is dat God aan jouw kant strijdt.
Geef een antwoord