Scherven van hoop
Gemma Liviero
‘Scherven van hoop’ van Gemma Liviero: een aangrijpend oorlogsverhaal over een Nazi-arts, een Joodse vrouw en een klein meisje, wier wegen op een bijzondere manier samenkomen. Drie verschillende mensen proberen op hun eigen manier om te gaan met de verschrikkingen van de oorlog. Wilhelm,…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789029728355
472
Paperback
€15,00
Beschrijving
‘Scherven van hoop’ van Gemma Liviero: een aangrijpend oorlogsverhaal over een Nazi-arts, een Joodse vrouw en een klein meisje, wier wegen op een bijzondere manier samenkomen.
Drie verschillende mensen proberen op hun eigen manier om te gaan met de verschrikkingen van de oorlog. Wilhelm, een Nazi-arts met gewetenswroeging; Elsi, een jonge Joodse vrouw die probeert te overleven in een Poolse getto; en Matilda, een meisje dat vastgehouden wordt in een Lebensborn-kliniek waar het Arische ras wordt verbeterd. Wanneer hun wegen zich kruisen, vechten ze samen voor een nieuw bestaan. Maar de oorlog laat diepe sporen na.
Gemma Liviero kwam op het idee om romans te schrijven over de Tweede Wereldoorlog toen ze veteranen – onder meer uit haar eigen familie – interviewde voor een studieproject. In 2018 verscheen haar roman ‘Scherven van hoop’.
Categorieën
Eigenschappen
9789029728355
24-06-2019
Nederlands
472
342
Paperback
Annet Niewold-de Boer, Carola van der Kruk-de Boer
Gemma Liviero
Aanbevelingen
‘Oorlog. Een Nazi-arts, een jonge Joodse vrouw en een klein meisje uit Roemenië. Drie verbijsterende verhalen door elk afzonderlijk verteld. Uiteindelijk met elkaar verweven. Indrukwekkende inkijk in de verschrikkingen van de oorlog. Prachtig geschreven boek waar je wordt meegezogen in de levens van de drie hoofdpersonen.’
- Margreeth van Sijll, Visie
‘Een boek dat je bij de keel grijpt en niet meer loslaat. Gemma Liviero is een topper.’
- Hebban.nl
‘Een emotioneel, hartverscheurend verhaal dat buitengewoon boeiend en spannend geschreven is.’
- Tracesofwar.nl
Leesfragment
Gemma Liviero Scherven van hoop Roman Vertaald door Carola van der Kruk-de Boer en Annet Niewold-de Boer Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 3 12-07-18 11:16
Nederlandse vertaling © Uitgeverij Kok – Utrecht, 2018 Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www.kok.nl www.puurvandaag.nl Originally published as Broken Angels by Lake Union Publishing, Seattle. This edition is made possible under a license arrangement originating with Amazon Pub lishing, www.apub.com. Copyright © Gemma Liviero, 2016 Vertaling Carola van der Kruk-de Boer en Annet Niewold-de Boer Omslagontwerp Spaansenmedia Opmaak binnenwerk Stampwerk ISBN 978 90 297 2810 2 ISBN e-book 978 90 297 2811 9 NUR 342 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoud igd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt i n enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieë n, opna - men, of op enige andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stor ed in a re - trieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permiss ion of the publisher Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 4 12-07-18 11:16
Wat ik echt nodig heb, is duidelijkheid over wat ik moet doen, niet over wat ik moet weten, behalve als kennis voorafgaat aan elke handeling. Het is belangrijk een doel te vinden, te zien wat God werkelijk wil dat ik zal doen. Het cruciale punt is een waarheid te vinden die waarheid is voor mij: he t idee waarvoor ik bereid ben te leven en te sterven. Søren Kierkegaard (1813-1855) Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 5 12-07-18 11:16
Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 6 12-07-18 11:16
7 Proloog 1996 Mama rust in de zoet geparfumeerde, roodbruine aarde van de ber- gen. De gedenkstenen op de begraafplaats lijken wel in slagorde te zijn opgesteld en de graven zelf zijn bedekt met een veld van uo - rescerende plastic bloemen, geschilderde keramische vazen en gela - mineerde foto’s. Voor omstanders lijken het symbolische gebaren, maar voor de mensen die ze daar hebben neergezet – degenen van ons die het zo verschrikkelijk moeilijk vinden om los te laten – is het een spoor van broodkruimels voor de doden, getuigend van diepe rouw en de irrationele hoop om hun geliefden hiermee terug te lokken. Bij mijn moeders graf mompelen mensen hun gebeden en eer - betoon en laten ze hun voetafdrukken achter in het dikke gras. We hebben een mahoniehouten doodskist met een witsatijnen bekleding voor haar gekozen uit een catalogus. De mijne zal van walnoothout worden gemaakt en later boven op die van haar worden geplaatst. Gekscherend beloofde ik haar dat ik haar op deze manier naar het hiernamaals zou volgen. Maar toen ik beloofde dat ik het huis niet zou verkopen, zodat ik dicht bij haar kon blijven, meende ik dat oprecht. Ze veegde die woorden resoluut aan de kant, gefrustreerd door het feit dat ik meende dat ik dat aan haar verschuldigd was. Zoek een partner. Ga ergens wonen waar je je echt thuis voelt. Deze plek is te afgelegen voor iemand van jouw leeftijd. Maar er was nog een andere reden waarom ik hier wilde blijven. En dat begreep zij ook. Soms is eenzaamheid het vriendelijkste gezelschap dat je je kunt wensen. Haar naam zal in steen worden gegraveerd – niet in metaal – en daarna met goud afgewerkt. Voor die steen heb ik mij hard gemaakt. Ik ben al bijna mijn hele leven overtuigd van de romantiek van een majestueuze, gegraveerde steen. Wat heeft de dood immers voor zin als we niet op een respectvolle, maar toch onbeschaamde manier aan de levenden kunnen vertellen wie we waren? Als we in onze dood Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 7 12-07-18 11:16
8 geen moment van erkenning voor het leven kunnen opeisen: voor het feit dat we een leeftijd hebben bereikt waar velen van dromen? En dat terwijl anderen als vreemdelingen stierven – koud, hongerig, zonder naam – en hun afkomst samen met hen werd begraven of verbrand.De kerkdienst voorafgaand aan de begrafenisplechtigheid was niet zo intiem als mama zou hebben gewild. Sommige mensen hadden de rouwadvertentie gezien en waren van ver gekomen – mensen die ze op de een of andere subtiele manier had geraakt en die, nadat ze haar verhaal hadden gehoord, een stukje van haar met zich had- den meegenomen, waardoor ze beter met hun eigen onrust konden omgaan. Na de dienst zijn we naar de begraafplaats gegaan, om mama daar aan de aarde toe te vertrouwen en de plechtigheid nadert nu haar einde. Onze groep staat voor een publiek van honderd jaar oude regenwoudbomen achter op de begraafplaats. Het zijn bomen met vreemde, tumorachtige knobbels en met mos bedekte wortels die zo ver omhoog zijn gegroeid dat de kinderen ertussen heen en weer kunnen dansen. Felgele hibbertia’s en waroebomen met zalmroze bloemen zijn in cirkelvormige tuinen aangeplant: een poging om het perspectief van de dood wat op te euren, en de geur van rouw te verbloemen. De pastoor houdt nog een korte, afsluitende toespraak, bege - leid door het geluid en het getik van de zwartkopzwiepuiter. Hij spreekt over mijn moeders kracht, haar persoonlijke gevechten, haar talent om een liefdevolle omgeving voor haar gezin te scheppen. Ik luister wel, maar slechts met een half oor – wat hij zegt is voor mij natuurlijk niet nieuw. Plotseling schiet het me weer te binnen, overduidelijk en haarscherp; het was namelijk geen eenmalige ge - beurtenis, maar de eerste van vele… Het was windstil, er waaide zelfs geen briesje. De gordijnen bewogen niet terwijl de ramen wagenwijd openstonden. In de verte, boven de oceaa n, hing een halve maan. Toen we hier aankwamen, hadden we onbelemmerd uitzicht over het water, maar daarna waren er zo veel huizen bij gebouwd dat we de blauwe kleur van de Grote Oceaan alleen nog maar konden zien als we op het dak stonden. Die nacht was het door de hitte erg klam in h uis. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 8 12-07-18 11:16
9 Het was moeilijk om in slaap te komen zonder te liggen woelen. In die ti jd hadden we nog geen ventilatoren of airconditioning. Ik hoorde geluiden uit een ander deel van het huis. Lichten gingen aan en uit. Er klonk geschui fel van voeten. Daar was ik wel aan gewend. Vaak vond ik haar buiten. Dan zat ze op het gras en rookte ze een sigaret terwijl ze voor zich uit staarde in de duisternis. Maar deze keer lag ze op de keukenvloer, in een foetushou - ding. Even dacht ik dat ze dood was. Ik was zestien toen ze voor het eer st last kreeg van nachtelijke angsten – een verlate reactie op de plotselinge dood van mijn stiefvader, die we eerder die dag hadden begraven. Ik ging op m ijn knieën zitten en kroop in het donker naar haar toe, waarbij ik het ge luid van haar zachte gejammer volgde. Het licht durfde ik niet aan te doen, b ang voor wat ik dan zou zien. Ik raakte haar gezicht aan – het was nat va n de tranen. Meteen veranderde haar gejammer in luide snikken, afgewisseld do or ademloze verontschuldigingen die helemaal niet nodig waren. Ik kroop dic ht tegen haar aan op het linoleum en sloeg mijn armen strak om haar heen. Z o bleven we liggen tot het eerste daglicht het vertrek binnensijpelde. Die eerste aanval was doodeng. Maar na verloop van tijd wen je aan de eigenaardigheden van de mensen van wie je houdt. Mijn broer, Zach, is samen met zijn nieuwe vrouw, Leanne, van - uit Melbourne overgevlogen voor de begrafenis. Zijn eerste vrouw is ongeveer tien jaar eerder overleden – zelfmoord, zonder waar - schuwingssignalen, zonder een briefje achter te laten. Het heeft mijn broer jaren gekost om te accepteren dat hij het wel nooit zou begrij - pen; dat mensen er soms voor kiezen om de reden voor hun zelf - moord met zich mee te nemen in hun graf. Ik heb Leanne nog maar een paar keer ontmoet. Ze is vriendelijk, drukker dan wij, lacht veel, maar we brengen niet genoeg tijd met elkaar door om echt een band op te bouwen – en misschien hebben we daar ook helemaal geen behoefte aan. Ik moet wel toegeven dat ze een erg eciënte vrouw is: als we thuiskomen staan er broodjes, koekjes, karamelgebak en iets te drinken klaar op een kanten tafelkleed. Zo goed had ik het niet kunnen doen. Mijn zussen, Clara en Louisa, zijn ook gekomen, samen met een aantal van mijn neefjes en nichtjes. Clara’s kinderen zijn rustig, al s schuwe muisjes, en gedragen zich heel beleefd, maar ze blijven op een veilige afstand, afzijdig van de rest, alsof ze niet bij deze famili e Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 9 12-07-18 11:16
10 horen. Louisa heeft het zwaar nu ze sinds haar lastige, dure scheiding alleen staat in de opvoeding van haar twee opgroeiende puberjon- gens die zich gedragen alsof ze liever waren gaan surfen. Tijdens de begrafenis stonden ze ongeduldig heen en weer te wippen op hun magere bruine benen, terwijl ze met hun ogen de begraafplaats afspeurden, op zoek naar aeiding. Het was overdui - delijk wat ze voelden – ze hadden totaal geen belangstelling voor een oma die, hoewel ze vriendelijk en liefdevol was, toch altijd een vreemde voor hen was geweest, iemand met wie ze niet waren op - gegroeid. De jongens hebben door de zon gebleekt haar, lang en piekerig, dat hinderlijk over hun gezichten hangt zoals bij Neef Itt van The Adams Family, alsof ze liever niet willen zien waar ze naartoe gaan. Hoe vertel je zulke jongens dat ze hun haar uit hun gezicht moeten vegen, recht vooruit moeten kijken en de serene momenten niet vanzelfsprekend moeten vinden? Hoe vertel je zulke dingen überhaupt aan de nieuwe generaties? Telkens als mijn moeder weggleed in het koude wak van wan - hoop, wist ze een gat in het ijs boven haar te ontdekken waardoor ze weer adem kon halen en vond ze weer een reden om door te gaan. Ze zwolg nooit in zelfmedelijden over alle tegenslagen in haar leven, en ze wees ook nooit met een beschuldigend vingertje naar iets of iemand anders. Er was geen spoortje bitterheid in haar hart te be- kennen. Als iemands doorzettingsvermogen en kracht aan het eind van zijn leven zou worden gemeten, gebeurt dat aan de hand van deze kwaliteiten – kwaliteiten die ons de mogelijkheid geven om ons leven te leven zonder alle beperkingen die we onszelf opleggen. Maar dat betekent niet dat we het verleden moeten vergeten. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 10 12-07-18 11:16
1942 Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 11 12-07-18 11:16
Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 12 12-07-18 11:16
September Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 13 12-07-18 11:16
14 1 Elsi Ik kniel neer in een plas bloed van mijn moeder. Ik vond haar terwijl ze het korte stukje van het bed naar de keuken probeerde te kruipen. Haar gekreun heeft me uit een rusteloze slaap gewekt. Eigenlijk slaap ik nooit echt rustig, omdat de veren in mijn matras elke keer dat ik me omdraai akelig beginnen te kraken, en omdat er ’snachts ook regelmatig geweervuur te horen is in de verte. Maar ik ben niet de enige die lijdt onder het gebrek aan goede nachtrust. De meeste mensen hier hebben dikke zwarte wallen onder hun ogen: nog een teken waaraan ze ons kunnen herkennen, net als aan de ster die we allemaal dragen. Het was iets na middernacht en de avondklok was al een poos geleden ingegaan. Ik tastte de vloer onder mijn bed af naar lucifers om de laatste kaars die nog was overgebleven aan te steken – die gebruiken we alleen voor noodgevallen. Ik was doodsbang voor wat ik te zien zou krijgen in het auwe schijnsel van de vlam. De aanblik van mijn moeder blijft angstaanjagend. Van onder haar rok stroomt er bloed tussen haar benen weg. Ze is wakker en hui - vert, haar beide ogen stijf dichtgeknepen. ‘Wat is er gebeurd?’ Ze geeft geen antwoord. ‘Je moet naar een dokter!’ ‘Het komt wel weer goed… Alleen een beet je water… Ik moet slapen… Moet slapen,’ mompelt ze. Haar woorden lopen in elkaar over alsof ze met een dubbele tong spreekt, en haar ogen zijn nu halfopen en dwalen doelloos door de ruimte. Ik heb deze signalen gezien bij andere stervende mensen, signalen die ik nog nooit had gezien vóór we op deze verschrikkelijke plek terecht waren geko - men. Het eerste wat me altijd opvalt bij mensen die op het punt Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 14 12-07-18 11:16
15 staan om te overlijden, is hun overweldigende verlangen om ergens te gaan liggen, waar dan ook. Het tweede is dat ze praten alsof ze dronken zijn. Zonder veel kracht duwt ze mijn handen weg. ‘Ga!’ zegt ze. En het laatste wat ik tot nu toe heb opgemerkt bij stervende men - sen, is dat ze graag alleen gelaten willen worden. Misschien gaat mijn moeder ook wel bijna dood. Dat is niet zo’n vreemd idee in dit getto. Ik wil huilen, maar dit is nu net een van die momenten waarop papa tegen mij zou hebben gezegd dat ik sterk moet zijn. Ik help haar overeind. Ze weegt nog maar een paar kilo meer dan ik. Leah, mijn zusje, ligt te slapen in mijn bed. Ze zal ontroostbaar zijn als ze mama zo ziet. Ik ga nog even bij haar kijken en overtuig mezelf ervan dat ze nog in diepe slaap is – een van de weinige ge - schenken die zij op deze doodse plek heeft ontvangen – en bid dat ze tot morgenvroeg in dromenland blijft, dat ze niet wakker wordt en naar ons op zoek gaat. Mama loopt gebogen, met één hand houdt ze haar buik vast, de andere strak om mijn nek geklemd, in een houdgreep. Ze laat een spoor van bloeddruppels achter op de trap, of wat daar nog van over is. Onder aan de trap verstevig ik de greep van mijn arm om haar middel en stappen we de kille duisternis in. Er is altijd een kans dat we neergeschoten worden. Soms wordt er zonder reden op onze mensen geschoten. En weer denk ik aan Leah en bid ik dat in elk geval één van ons weer veilig terug zal komen, voor haar bestwil. Drie weken geleden zijn er duizenden kinderen uit dit getto gede - porteerd. Na de aankondiging dat deze kleintjes moesten vertrekken, zijn er een aantal ouders doodgeschoten tijdens hun poging om met hun kinderen het getto te ontvluchten, zodat ze niet gescheiden zou - den worden. En in de wasruimte ving ik een gesprek op over ouders die hun kinderen en zichzelf hadden vergiftigd, omdat ze het idee dat hun kleintjes van hen afgenomen zouden worden, niet konden verdragen. Op de een of andere manier was Leah niet op de deporta- tielijst terechtgekomen, hoewel ze wel tot de leeftijdsgroep behoor - de. Sinds de deportatie heeft mama alleen maar meer last van haar zenuwen gekregen en mag Leah het appartement niet meer verlaten. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 15 12-07-18 11:16
16Mama zegt dat veel mensen van wie de kinderen zijn weggevoerd, anders jaloers zullen worden dat mijn zusje wel mocht blijven. ‘Ze is veilig,’ uister ik naar mama, maar ik weet niet zeker o f ze begrijpt wat ik bedoel. Maar jij gaat bijna dood. Mama is zo zwak dat ik haar mee moet slepen. Voetje voor voetje schuifelen we over de stoep en de keien. Langzaam lopen we een paar straten door, in de richting van het ziekenhuis. Ik ontwijk de lichtcirkels van de schaarse straatlampen, en we komen zonder ook maar één keer aangehouden te worden aan op onze bestemming. Ik dank God voor dit kleine wonder en vraag me af of Hij ervoor gezorgd heeft dat we hier veilig zijn aangekomen. Ik hoop ook dat het zijn plan is om mama vannacht te redden en haar niet van me af te nemen. Ik klop zacht op de deur en wacht. Voor mijn gevoel duurt het veel te lang voor er iets gebeurt. Het hele gebouw is in duisternis ge - huld en dus klop ik nog een beet je harder. Het geluid kraakt door de stilte van de dikke, stinkende lucht van het getto. Heel even vraag ik me af of de mensen aan de andere kant van het hek misschien ergens zitten te luisteren naar de geluiden die af en toe door de duisternis breken, of ze weleens benieuwd zijn naar de arme zielen tussen deze muren, en of ze wellicht ook medelijden met ons hebben. Of voe - len ze juist opluchting als ze, vanuit de veiligheid van de trams, de miserabele menselijke overblijfselen zien die hier zijn opgesloten? Binnen wordt er een licht aangedaan, het auwe schijnsel ervan kruipt door een spleet aan de onderkant van de deur. Een jonge man doet de deur een klein stukje open, waarna hij wantrouwend door deze kier gluurt. Dat is een vertrouwde gezichtsuitdrukking binnen deze muren met prikkeldraad. ‘Wat willen jullie?’ ‘Mijn moeder bloedt hevig. Ze moet naar een dokter.’ ‘Momenteel is er geen dokter die dienst heeft. Kom morgenvroeg maar weer terug.’ ‘Maar ze gaat bijna dood… alstublieft…’ ‘Ik kan niets voor jullie doen.’ Hij sluit de deur, en ik klop me - teen weer aan. Hij doet de deur wijder open, maar deze keer staat Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 16 12-07-18 11:16
17 zijn gezicht strak van de ingehouden woede die elk moment kan uitbarsten. ‘Wil je dat de bewakers horen dat jullie hier zijn? Neem maar van mij aan, dat willen jullie niet. En nu wegwezen!’ Hij doet de deur weer dicht en het licht binnen wordt meteen weer gedoofd. Mama begint steeds zwaarder op me te leunen. ‘Elsi, breng me naar huis,’ uistert ze. Maar ik negeer haar wo or - den. Tranen wellen op in mijn ogen. Ze mag hier niet doodgaan, niet als een bedelaar op straat, niet na alle oers, alle liefde die ze aan anderen heeft gegeven. Dat mag niet. Ik probeer het plotselinge gewicht van mijn verdriet van me af te schudden. Wat moeten we nu doen? Waar moeten we naartoe? Ik heb niet meteen antwoord op die vragen en dat maakt me boos en verdrietig, en alle lege straten die voor ons liggen, zullen ook geen oplossing aandragen. ‘Lilli,’ uistert ze. Ja… Lilli. Maar ik ben heel erg op mijn hoede voor Lilli, omdat ze anders is dan de rest van ons. Ze heeft vrienden in de raad en Duitse vrienden die haar speciale gunsten verlenen. Ze heeft ook extra voedselbonnen, en dat is iets waar mama nooit over wil praten. Ze wil me beschermen voor de activiteiten die na het ingaan van de avondklok plaatsvinden. We schieten een ander straatje in en gaan op weg naar Lilli. Na een poosje zet ik mama op de grond tegen een muur zodat ze even kan uitrusten. Ik ga naast haar zitten, met mijn pijnlijke schouders tegen de koude stenen, dankbaar voor de koele lucht. Ik zie hoe een bewaker de toegangsweg tot deze straat oversteekt en onze kant op kijkt. Maar waar wij zitten is het veel donkerder dan waar hij loopt, dus hij kan ons niet zien. Ik kijk ook zijn kant op, met onzichtbare ogen dankzij deze maanloze nacht. Zodra hij uit het zicht is verdwe- nen, sta ik weer op en draag ik mama het laatste stuk op mijn rug, gebogen en strompelend op onvaste benen. Lilli woont in een klein huis met een voortuin aan de andere kant van het getto, waar de rijke Joden wonen: de bestuurders van het getto en de Joodse Raad, of Judenrat. Er is een veldje achter haar huis. De enige keer dat ik in dit getto bloemen kan ruiken, is als ik hier kom. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 17 12-07-18 11:16
18 Het herinnert me altijd aan mijn kindertijd: toen we ons nog niet alle dagen zo veel zorgen hoefden te maken. Lilli en mijn moeder kennen elkaar al jaren, al van ver voor de oorlog, toen ze zelf nog kinderen waren. Los van het getto hebben ze niet zo veel gemeen, maar toch hebben ze op de een of andere manier weer een vriendschap opge- bouwd. Mama zegt dat het een geluk is om haar als vriendin te hebben. Lilli is de maîtresse van een hoge Duitse ocier, Hermann Manz. Haar huis heeft een eigen toilet, en afgelopen winter kreeg ze kool om haar kachel mee te stoken. De mensen die dicht bij haar wonen, praten niet met haar. Ze zien de vreemde bezoekjes die ocieren ’snachts bij haar aeggen en zijn bang dat ze een spionne is. Mama denkt dat Lilli gevaar loopt. De mensen die nu kwaad over haar spreken, zouden haar weleens iets aan kunnen doen als Hermann Manz een post in een ander getto krijgt toegewezen. Er zijn al anonieme doodsbedreigingen onder haar voordeur doorgeschoven, maar Lilli wuift alle angst weg. Zelfs onder de gevaarlijkste omstandigheden blijft zij schrikbarend nuchter. Ik ben bang dat Lilli ons ook weg zal sturen. ‘Elsi! Lieve help! Snel… breng haar naar binnen.’ Ze neemt mama van me over en legt haar op de bank. Lilli is klein en sterk, heeft zwoele, koolzwarte ogen en een melkachtige, zachte huid. Ze is een vrouw die haar schoonheid in haar eigen voordeel heeft ingezet. Dat deed ze al voor de oorlog en dat doet ze nu nog steeds. ‘Waarom is ze niet in het ziekenhuis?’ ‘Ze wilden haar daar niet binnenlaten.’ ‘Rotzakken!’ Ze onderzoekt het bloed en waar het vandaan komt, en wikkelt daarna een jas om mama heen. Lilli’s zijden nachtjapon maakt een ruisend geluid als de stof beweegt. En mama’s tanden klapperen op elkaar, dat zijn de enige geluiden die de stilte doorbreken. ‘Hannah, lieverd, ik ga hulp voor je halen.’ Mama zegt niets, maar ik zie dat haar knokkels wit worden als ze in Lilli’s hand knijpt. Ze heeft haar ogen gesloten en toch rollen er een paar tranen over haar wangen. ‘Blijf hier,’ zegt Lilli tegen mij. Ze verlaat het kleine huisje z onder haar jas, zich niet bewust dat een groot deel van haar lichaam goed zichtbaar is – of het maakt haar niets uit. Na twintig minuten begin Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 18 12-07-18 11:16
19 ik me zorgen te maken dat ze misschien op zoek is naar een bewaker om mama weg te brengen; ik vraag me af of ze iets aan het regelen is om ons kwijt te raken, of dat zelfs zij – een van de bevoorrechte inwoners van dit getto – is opgepakt door bewakers omdat ze de avondklok niet heeft geëerbiedigd. Ze komt terug met Herr Manz, die me vol minachting bekijkt. Ik hoor mijn plaats te kennen. Hij loopt het huis maar een klein stukje binnen en kijkt van een afstand naar mijn moeder. De lamp naast de bank verlicht haar gezicht en Lilli’s jas, die inmiddels doordrenkt i s met mama’s bloed omdat hij nog steeds om haar lijf is geslagen. ‘Breng haar naar de kar!’ Lilli knikt me toe dat ik haar moet helpen om mama op te tillen, maar ik aarzel. Ik heb al eerder gezien dat zieke mensen verdwenen om nooit meer terug te keren. Het is makkelijker voor de ocieren als ze niet terugkomen. ‘Het is goed. Hij kent iemand die haar kan helpen. Schiet op!’ Lilli en ik dragen mama naar de houten kar en leggen haar daar - op neer. Lilli legt de met bloed doordrenkte jas weer voorzichtig om mama heen, met vriendelijke, geruststellende handen. Dit is een kant van haar die ik anders nauwelijks zie. Haar handen bewegen zich normaal gesproken druk gebarend rondom haar gezicht en li - chaam terwijl ze spreekt. ‘Ik handel het verder wel af,’ zegt Manz tegen Lilli. Zijn stem klinkt niet koud, maar wel direct; misschien slaat hij die toon alleen aan omdat ik erbij ben, omdat hun relatie normaal gesproken alles - behalve formeel is. ‘Het is hier niet veilig in spertijd.’ ‘Behalve voor jou waarschijnlijk,’ zegt Lilli, terwijl ze haar geliefde diep in de ogen kijkt. ‘Jij zult hier ongetwijfeld weer veilig terug- komen.’ ‘Ja,’ zegt hij, en er verschijnt een auw glimlachje rond zijn mondhoeken, waarmee hij laat merken dat hij er iets anders voor terug zal krijgen, iets waar ik verder niets mee te maken wil hebben. Ze knikt. ‘Dank je,’ zegt Lilli voor ze zich omdraait naar mij. Ze legt haar dunne, knokige vingers onder mijn kin en tilt die een stukje op. ‘Nou, Elsi, zorg goed voor haar en doe alles wat Herr Manz je vertelt, begrepen?’ Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 19 12-07-18 11:16
20 Mama wil niet dat ik weet dat ze met een andere man heeft gesla- pen sinds mijn vader vijftien maanden geleden naar een werkkamp is afgevoerd. En hoewel ik doe alsof ik het niet zie, weet ik wel wat er aan de hand is. De laatste tijd heeft ze veel last gehad van ochtendmisselijkheid. Pas kort geleden viel voor mij het kwartje: de gesprekken tussen mama en Lilli die ik had opgevangen, de ke- ren dat ze kort voor spertijd was verdwenen en pas in de ochtend weer was teruggekomen, met bonnen in haar hand en nog diepere spanningsrimpels rond haar ogen dan de dag ervoor. Ze oerde haar waardigheid niet alleen op voor voedsel, maar ook om te voorko - men dat haar dochter zou worden gedeporteerd. De misdaden en overtredingen die plaatsvinden in het getto blij- ven zich opstapelen, het is moeilijk om dat nog te ontkennen, om verder te kijken dan dit. Diefstal en moord zijn gemeengoed en worden geaccepteerd vanwege de oorlog en de onderdrukking. Mama heeft eens gezegd dat ze nooit zou gaan stelen, en dat we ook na de oorlog nog met onszelf moeten kunnen leven. Dat was aan het begin van de oorlog, voor ze zichzelf verkocht voor eten en Leahs veiligheid. Ik hoop dat ze nu met zichzelf kan leven. Hoop is iets waar ik me nog steeds aan vasthoud. Ik heb het om me heen geslagen als mijn favoriete sjaal. Ik kan – ik wil – niet ster- ven. En ik heb besloten dat ik met geen enkele man ga slapen om iets voor elkaar te krijgen. Vroeger zei mama vaak plagend dat ik de jongens die bij ons aanklopten, allemaal het hoofd op hol jaagde, maar dat ik geen keuze kon maken en daarom maar geen van hen koos. Ik koos mezelf, zei ze. Daarom noemde ze me een dromer, maar papa zag iets anders. Papa zei dat ik op een vlinder leek die niet wist hoe hij moest landen en daarom van het ene naar het andere adderde. Hij zei dat ik het liefst in de lucht zweefde, maar dat ik, als ik ooit mijn plek om te landen had gevonden, mezelf helemaal zou geven aan iemand die dat waard was. Op dat moment bleven die woorden een beet je in de lucht hangen, ze kwamen niet binnen, misschien wel omdat ze me in de lucht niet konden bereiken. Maar nu hebben ze stevig wortel geschoten in mijn ziel, omdat het kostbare woorden zijn die mijn vader heeft uitgesproken – woorden die nu nog meer waard zijn, omdat hij niet meer bij ons is. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 20 12-07-18 11:16
21 En, Elsi, niet wat de wereld aan jou geeft, maar wat jij aan de wereld moet geven, dat is belangrijk. Als we allemaal toch eens een heel klein beet je zouden geven… Dat was jaren voordat we naar het getto werden gestuurd, jaren voor hij verdween – en jaren voordat we alles wat we bezaten aan anderen gaven, tot we niets meer hadden om weg te geven. Ik volg de ocier en duw de kar waar mama op ligt. We lopen langs de bewaker, die naar Herr Manz salueert en ons laat passeren. Ik moet ink doorstappen om Herr Manz bij te benen en doe on - dertussen ook mijn uiterste best om de kar in bedwang te houden. Mama kreunt van al het gehobbel over de keien. Ten slotte komen we bij de kleine deur van een kantoor. Herr Manz morrelt in het donker aan het slot, probeert uit een groot aantal sleutels de juiste te vinden en uit ondertussen regelmatig een krachtterm. Uiteindelijk zwaait de deur open. Er hangt geen naambordje of uithangbord aan de gevel van het gebouw. ‘Ga daar zitten,’ zegt hij, terwijl hij naar een paar stoelen in e en wachtruimte wijst. Ik til mama van de wagen en zet haar op een van de stoelen neer, terwijl ik haar hoofd tegen mijn schouder laat rusten. De ocier loopt naar de balie en maakt gebruik van de telefoon. Hij vraagt iemand om te komen. Ik weet dit omdat mama, Leah en ik al vanaf het moment dat we in het getto zijn aangekomen, vloeiend Duits met elkaar praten. Pools spreken wordt gezien als een beledi - ging voor de Duitsers. De ocier legt de hoorn op de haak en gaat op een andere stoel zitten. Hij staart naar de muur tegenover hem. Het is stil en mama is in slaap gevallen. Ik kijk de kamer rond. Het is hier keurig schoon en opgeruimd. Er is een balie met papieren en een telefoon, en een deur met matglas die naar een andere kamer leidt. Er hangen schilderijen, van landschappen – sommige plaatsen herken ik, andere niet –, van grote steden die ik op een dag hoop te bezoeken, van cafés waar ik limonade wil gaan drinken met mijn vriendinnen, van bergen die ik nog een keer wil beklimmen. Er sijpelen steeds minder vaak herinneringen door het grauwe duister van mijn dagelijkse bestaan. Ik kijk vooral naar de voorstel - lingen die ik mezelf inbeeld, en die veel echter zijn geworden. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 21 12-07-18 11:16
22 2 Wilhelm De vrouwen die ik zie worden door sommige mensen ‘nazihoertjes’ genoemd. Ze maken deel uit van een nieuwe orde waaronder som - mige regels gebroken kunnen worden en andere iets omgebogen. Maar hoe het ook zij, ik heb dat systeem niet uitgedacht. En vrou - wen zijn maar één van de vele groepen die zich aan deze nieuwe orde moeten aanpassen, die de strikte controle moeten accepteren. Sommigen mogen dan zeggen dat we het best oppervlakkig naar deze vrouwen kunnen kijken, omdat het makkelijker zou zijn met hen te werken als we hun gezichten niet zo goed in ons opnemen, en hun verhalen niet kennen – maar dan moeten we ook tegen onszelf zeggen dat deze mensen, deze Joden, niet op dezelfde manier voelen als wij. Misschien komt het doordat ik deze aanpak nog niet zo goed onder de knie heb, maar ik ben wél geïnteresseerd in hun verhalen en hun achtergronden. En anders dan men van mij verwacht, geloof ik dat het essentieel is om zo veel mogelijk over patiënten te weten te komen voordat ik hun ziekten zorgvuldig en adequaat kan behande - len. Maar ik ben ook heel goed in staat om afstand van hen te nemen. Ik ben heel goed in staat om de deur vastberaden achter me dicht te trekken als ik mijn behandelkamer verlaat. Sommige mensen zullen me een koele kikker noemen. Maar de meesten noemen me eciënt. Elke dag word ik geconfronteerd met een van de gevolgen van deze oorlog, en wel op een manier waar de meesten liever hun ogen voor sluiten. Vrouwen die het al zwaar te verduren hebben doordat ze in gevangenschap moeten leven, maar daarnaast ook nog worden gedwongen om zich te onderwerpen, zoals in de tijd van de Vikingen. Al wordt wel gezegd dat zulke regelingen nu altijd met wederzijds goedvinden worden getroen. Ik betreur de hele gang van zaken, maar omdat het nu eenmaal zo is, profteer ik er ook van. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 22 12-07-18 11:16
23 Mijn leven is een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Ik breek met mijn ene hand wat ik met de andere repareer: welke zorg ik je kan bieden, hangt eigenlijk gewoon af van de vraag achter welke lijn je staat. De één geneest en biedt hoop, de ander doet alleen het hoogstnoodzakelijke om een patiënt op te knappen. Het eerste kan ik bieden aan de echtgenotes van de gettobestuurders, het tweede aan Joodse maîtresses. Midden in de nacht word ik gebeld, op een moment dat ik in een diepe slaap ben verzonken. Lena, mijn vrouw, draait zich om, haar groeiende buik neemt een deel van de ruimte in beslag – een derde persoon in ons bed. ‘Moet je er echt vandoor?’ ‘Denk je dat ik een keus heb?’ antwoord ik. Ze zucht. Ze kent mijn vader. Ze weet dat voorrechten altijd gepaard gaan met beperkingen. Ik druk een kus op haar gesloten ogen en een op haar buik. Ik zou kunnen verdrinken in haar beval - ligheid. Zo slaperig en warm is ze buitengewoon aantrekkelijk. Ze is van mij. ‘Blijf maar niet wakker liggen,’ uister ik. Ze mompelt wat en nestelt zich in haar kussen, met haar gezicht van het licht in de hal afgewend. Naast de slaapkamer ligt de zitkamer, waar we gisteravond een etentje hebben gegeven voor een aantal partijleden. De glimmende potten in de keuken wijzen me de weg naar de voordeur. De huis - houdster is nog maar twee uur geleden weggegaan en zal zichzelf om zes uur morgenvroeg weer binnenlaten. Mijn vader heeft haar persoonlijk voor ons uitgezocht, net als al het andere personeel in ons huis. Een Poolse vrouw die een enorme hekel heeft aan Joden, die maar heel zelden iets zegt – gelukkig – hoewel ze wel één keer haar mond heeft opengedaan. Ze onthulde aan Lena dat ze een paar maanden daarvoor een Joods gezin had aangegeven dat onder een valse identiteit naast haar woonde. Wellicht dacht ze dat Lena deze onthulling aan mij zou doorgeven en dat ik op mijn beurt mijn vader erover zou inlichten, die kon haar dan een aanbevelingsbrief aanbieden, of – nog belangrijker – haar salaris verhogen. Ik heb g een Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 23 12-07-18 11:16
24 idee hoeveel ze betaald krijgt en het maakt me ook niets uit, dat is iets wat wordt geregeld door het hoofdkwartier in Berlijn. Ik loop langs de ramen aan de voorkant van ons appartement, vanwaar we uitzicht hebben op een smal, lusteloos stroompje. De tegels op de vloer zijn in een ruitvormig patroon gelegd. De appar - tementen in het gebouw hebben ruime kamers en waren, volgens mijn vader, vroeger het eigendom van genotzieke, kleinburgerlijke Joodse families. De luxe om iets van goede kwaliteit te bezitten is tegenwoordig alleen nog voorbehouden aan de Duitse elite. Soms maak ik een spottende opmerking tegen Lena over deze grote ver- anderingen, die er waarschijnlijk toe hebben geleid dat ons volk als aasgieren te boek staat. Maar ik ben zeker niet ondankbaar voor onze omstandigheden. Op een tafeltje bij de voordeur staat een foto van mijn vader, waarop hij met een kaarsrechte rug naast zijn vriend Heinrich Him - mler staat. Ik klim in mijn jas en als ik het huis uitloop, leg ik het l ijst - je met de foto naar beneden op het tafeltje neer. Dit plekje heeft de foto niet gekregen vanwege de personen die erop staan, maar omdat ik me op een bepaalde manier verplicht voel om hem daar te laten staan voor het geval mijn vader weer onaangekondigd langskomt, soms zelfs met andere hoogwaardigheidsbekleders, zoals gisteravond. De foto is het bewijs dat ik deel uitmaak van een grootmacht die het volk door middel van één pennenstreek en een goed getraind leger kan onderdrukken. Ik weet heel goed wat de betekenis van deze foto is, omdat mijn vader geen gelegenheid voorbij laat gaan om onze status te benadrukken. Achter mijn vader en Himmler wappert de vlag van het nationaalsocialisme vol trots in de wind. Het is een herinnering aan waar ik vandaan kom en waar ik naar op weg ben. Waar heel Duitsland naar op weg is. Wij gaan deze oorlog winnen, daar bestaat geen twijfel over, maar – dat knagende woordje dat ik bijna niet uit mijn hoofd krijg – ten koste van hoeveel mensenlevens? Tijdens etentjes praten we uitvoerig over de uitroeiing van speci - feke groepen mensen en de rechten die deze mensen hebben. We bespreken het dan als een ideologie voor de toekomst, of we praten met elkaar over wat deze maatregelen kunnen betekenen voor ons machtige Duitsland. Dat doen we liever dan uitweiden over de gru- Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 24 12-07-18 11:16
25 welijkheden die nu plaatsvinden. Dat betekent niet dat ik de ironie hiervan niet inzie. Ons systeem zit vol gaten en tegenstrijdigheden, daar heb ik mijn vader ook al eens op geattendeerd. Een keer, nadat we een dodelijk saaie flm – De eeuwige Jood, geproduceerd in op - dracht van Goebbels – hadden uitgezeten, heb ik een van die feiten aan mijn vader voorgelegd: als Hitler zo’n afschuw heeft van alles wat niet voldoet aan de eisen van ‘het zuivere ras’, zoals hij bes chre - ven heeft in Mein Kampf, waarom heeft hij dan een kreupele man aangesteld als woordvoerder van de partij? Kortaf en kil – en met enige schaamte dat dit soort gedachten werden uitgesproken door zijn zoon – herinnerde mijn vader, een toegewijd partijlid, mij eraan dat wij aan de goede kant stonden, niet aan de verkeerde. En dat grootsheid ons doel was, niet middelmatigheid. Zonder zijn kaken te bewegen beet hij me toe dat ik de motieven van onze Führer nooit meer in twijfel mocht trekken. Ik ben nog steeds kritisch en ben vragen blijven stellen, maar dan alleen aan Lena, die me geen verwijten maakt, maar alles met een open blik in overweging neemt. We delen bepaalde meningen – die we ’snachts in het geheim, in de veiligheid van ons bed, met elkaar bespreken – hoewel je ons allebei niet hoort klagen over onze benij - denswaardige omstandigheden. Als Lena opstaat, zal ze de foto weer rechtop zetten, zoals ze dat altijd doet. Zodra we bij het getto aankomen, rijden we naar het noordoos - ten, over brede, verlaten straten en spookachtig lege trambanen die alleen verlicht worden door onze koplampen en een paar gedimde straatlantaarns. Het getto lijkt overdag op een kleurloze, troostelo - ze nederzetting en ’s nachts op een spookstadje waar een bepaalde aantrekkingskracht van uitgaat. Uiteraard afgezien van de hekken met prikkeldraad, de bewakers en de stank van het open riool. Die verraden de verschrikkingen. Die onderscheiden deze plek van alle andere. Ik ben blij dat Lena hier nooit zal komen. Als we bij de controlepost aankomen om het getto zelf binnen te gaan, doen de bewakers snel de toegangspoort open; de aanwe- zigheid van een ocieel nazivoertuig heeft namelijk altijd iets drin - gends en roept daarbij tegelijk ook angst op. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 25 12-07-18 11:16
26 Zodra ik de dokterspraktijk binnenstap, tref ik daar een weerzin- wekkende collega, wiens arrogantie ongeveer de hele ruimte vult. Hermann Manz heet hij. Een van zijn maîtresses, Lilli, die ik al meer dan eens heb behandeld voor een ongewenste zwangerschap, had zijn hulp ingeroepen. Lilli is er meestal nog niet zo slecht aan toe. De ergste dingen die ik zie zijn de gevolgen van de abortussen die vrouwen bij zichzelf proberen uit te voeren omdat hun zwan - gerschap al te vergevorderd is om nog behandeld te kunnen wor- den. Of de anale verwondingen die veroorzaakt zijn door wellusti- ge en losbandige leden van de Gestapo, en seksueel overdraagbare ziektes. Maar gelukkig komen de meeste vrouwen voor kleinere problemen: voor menstruatiepijn of een milde infectie. En af en toe een echtgenote van een van de bestuurders van het getto voor een bevestiging dat ze zwanger is, een feit dat niet vaak enthousiast wordt begroet. Ik ben niet altijd voorbereid op wat ik te zien krijg. Dit wil niet zeggen dat ik bang ben uitgevallen, al is er in de eerste fase van een onderzoek vaak wel even een kort moment dat ik mijn emoties onder controle moet krijgen. En net voordat ik met de behandeling begin, krijg ik meestal een stoot adrenaline. Het hoort niet bij mijn beroep om te oordelen, en ook niet om me te laten leiden door mededogen of me te laten opjagen door de angst van de patiënt. Maar desondanks overkomt het me nu toch. Voordat ik mijn gevoelens goed genoeg onder controle heb weten te krijgen en mezelf ervan heb overtuigd dat ik niets moet voelen, word ik toch geraakt door wat ik zie. Een vrouw die duidelijk veel pijn lijdt, een doodsbang meisje… De vrouw die ik hier moet behandelen verliest bloed, het drup- pelt op de vloer onder de stoel. Het verzoek om haar te behandelen komt van die rotzak, ‘het gettokonijn’ – die bijnaam heeft Lena hem gegeven, vanwege de vele aaires die hij heeft – wiens ego je wel moet strelen, omwille van de lieve vrede. Ik vind het weerzin - wekkend dat de bloedende vrouw nog niet naar de behandelkamer achter in de praktijk is gebracht, en dat zelfs niemand haar een hand - doek heeft gegeven. Maar ik onderdruk mijn afschuw door mijn stem, net als anders, vriendelijk te laten klinken. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 26 12-07-18 11:16
27 ‘Bedankt, Herr Manz,’ zeg ik, ‘ik neem het vanaf nu wel van u over.’ ‘Maak hier geen verslag van. Dit is een onociële behandeling. Ze is een Joodse, uiteraard.’ Uiteraard. Dat zijn de meesten hier. Lilli, onder anderen. Mijn vader heeft me duidelijk verteld dat ik geen vragen moet stellen over de opdrachten die Herr Manz geeft, omdat de meeste van zijn orders rechtstreeks van de Führer zelf komen. Maar eerlijk gezegd betwijfel ik of dat ook geldt voor deze opdracht. Hermann Manz is een hooggeplaatste gettobestuurder bij wie de macht duidelijk naar zijn hoofd is gestegen. Hij is er inmiddels be - dreven in om zijn invloed in zijn eigen voordeel te gebruiken. Veel van zijn collega’s haten hem, maar uit angst volgen ze zijn bevelen toch op. En als er toch eens iemand zich tegen zijn beslissingen ver - zet, loopt het maar zelden goed met hem af. Vanwege zijn reputatie ben ik vast van plan om niet amicaal met hem om te gaan, om nooit vriendschap met hem te sluiten. Onze gedwongen samenwerking zal en mag geen smet werpen op mijn reputatie buiten het getto, daar zal ik voor waken. Nog afgezien van het feit dat er van me verwacht wordt dat ik een bepaalde politieke kant kies, hangt de mate van zorg die ik een pa - tiënt mag bieden ook nog af van zijn of haar ras of maatschappelijke positie. Voor mij tellen deze criteria niet, voor mij is de aandoening die ik moet behandelen doorslaggevend. ‘Er blijft een bewaker buiten de praktijk staan, voor het geval u ergens hulp bij nodig hebt,’ gromt Manz. ‘Ergens’ wil zo veel zeggen als: ‘iemand die weggewerkt moet worden’; als er patiënt en tijdens mijn behandeling overlijden, worden hun lichamen ergens gedumpt zonder dat er een afscheidsceremonie wordt gehouden. Zodra hij is verdwenen, lijkt het alsof we allemaal makkelijker kunnen ademen. Ik voel aan het voorhoofd van de vrouw die scheefgezakt in de stoel hangt, met haar knieën opgetrokken. Er sijpelt bloed door haar wollen rok en langs haar afgedragen kousen, en haar lichaam beeft. Ook al zijn haar haren ongewassen, ze zijn wel netjes naar achteren gekamd en vastgezet met speldjes. Het is een vrouw die er ondanks Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 27 12-07-18 11:16
28 de weinige middelen die ze heeft goedverzorgd wil uitzien, dat valt me meteen op. Waarschijnlijk was ze vroeger een welgestelde vrouw. Als ik de vrouw help om op te staan en haar naar de behandelka- mer leid, besteed ik nauwelijks aandacht aan het meisje naast haar. Ze helpt me om de patiënt op de behandeltafel te tillen. ‘Ga jij nu maar in de wachtkamer zitten tot ik hier klaar ben,’ ze g ik tegen het meisje. ‘Haalt ze het?’ vraagt ze. Door haar smalle polsen had ik aangenomen dat ze nog een kind was. Maar nu ik haar beter bestudeer, zie ik dat het leven duidelijk zijn sporen op haar gezicht heeft achtergelaten. Dit is niet het ge - zicht van een jong meisje, maar van een vrouw. ‘En wie ben jij?’ ‘Haar dochter.’ Ze heeft een gemiddelde lengte, net als haar moeder, en verder lijkt ze qua uiterlijk ook op haar. Het enige grote verschil is dat het meisje een lichtere huid en blonde haren heeft. De irissen van haar ogen zijn volmaakt blauw. Het enige wat afbreuk doet aan de perfectie van haar gezicht zijn haar onderste oogleden, die rood en gezwollen zijn van het huilen. ‘Ik zal alles doen wat ik kan,’ antwoord ik. ‘Maar je moet wel buiten de kamer wachten.’ Ze kijkt naar haar moeder en doet haar mond open om nog iets te zeggen, maar er komen geen woorden. Ze aarzelt om haar moeder alleen achter te laten, haar wantrouwen hangt duidelijk voelbaar in de ruimte. Het is heel begrijpelijk dat ze niemand vertrouwt. Ik voel dat er weer zelfverwijt in me opborrelt, dat ik ook meteen weer de kop in moet drukken – een gevoel van schaamte over het geluk dat ik aan de goede kant van de streep geboren ben, aan de overwin - nende kant. Deze gedachten blijven in mijn hoofd rondspoken, en dringen langzaam door in de delen van mijn geweten die zich nog niet hebben geconformeerd aan de verwachtingen van de nazi’s. Het is niet alleen haar kwetsbaarheid die me raakt, of de wanhoop die in haar tengere lichaam ligt opgeborgen, maar die naar de oppervlakte dreigt te komen als de persoon van wie ze houdt zal overlijden. Het Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 28 12-07-18 11:16
29 is vooral het gewicht van de zware last die ze op haar smalle schou - ders meedraagt waar ik me zorgen over maak. En ik vraag me af hoe iemand die zo fragiel is, en er zo Arisch uitziet, op zo’n lugubere, angstaanjagende plek als een getto kan zijn terechtgekomen. ‘Ik beloof dat ik alles zal doen wat ik kan,’ zeg ik. ‘Wil je n u als - jeblieft de kamer uitgaan?’ Het meisje vertrekt naar de wachtkamer, en doet de deur van de behandelkamer achter zich dicht. Ik draai de vrouw op haar rug en leg een kussen onder haar hoofd. Ze houdt haar benen opgetrokken, maar ik strek ze voorzichtig en leg ze op de tafel. Dan doe ik handschoenen aan, pak een naald uit de kast en geef haar een injectie met pethidine, een medicijn om haar te laten ontspannen. Manz heeft gezegd dat ik niet zo veel pethidine moet ‘verspillen’ aan mensen ‘die dat niet waard zijn ’, ook al weet hij dat ik kan profteren van mijn vaders invloedrijke positie en er dus voor kan zorgen dat er altijd genoeg op voorraad is. Als ik de naald in haar arm steek, doet zij haar ogen open. Die zijn olijfbruin van kleur. Ze kijkt me aan, geluidloos, zonder te klagen. Ondertussen probeert ze krampachtig haar gezicht strak te houden, om niet te laten merken dat ze pijn heeft. Zodra het medicijn be - gint te werken, draaien haar ogen weg en zakken haar armen slap langs haar lichaam. Ze is nu helemaal ontspannen, maar nog wel bij bewustzijn. Ik trek voorzichtig haar rok uit en leg haar benen, die nu zwaar - der zijn geworden, in de beugels zodat ik haar kan onderzoeken. Het ziet er niet goed uit. Ik zucht en schud mijn hoofd. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets zie. ‘Wat hebt u gebruikt?’ ‘Een metalen pijp.’ Ze maakt een kuchend geluid. Uiteraard heeft ze schade aangericht, maar niet alleen aan de foe - tus. Ook de baarmoederwand is een beet je ingescheurd. Haar huid voelt gloeiend aan. ‘Twaalf weken?’ ‘Elf. De misselijkheid begint altijd met elf weken.’ ‘Hoeveel kinderen hebt u?’ ‘Twee.’ Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 29 12-07-18 11:16
30‘En hoe vaak bent u zwanger geweest?’ ‘Drie… vier keer. Eerst een dochter. Eén baby overleed meteen na de geboorte, dat was de tweede. De derde zwangerschap is geëin- digd in een miskraam. Daarna nog een dochter.’ ‘Probeer te ontspannen. Ik moet het een en ander bij u doen.’ Een groot deel van het werk heeft ze zelf al gedaan. Van de zwan- gerschap zijn alleen wat restjes achtergebleven. Er is echter ook nog een ontsteking. Daar had ze uiteindelijk aan kunnen overlijden. Met een curettage en wat medicatie kan ze binnen een paar dagen weer opgeknapt zijn. Uit ervaring weet ik dat de vrouwen in het getto heel wat kunnen verdragen. ‘De man die hierbij betrokken is, is een hooggeplaatste ocier, neem ik aan?’ Ik kan namelijk geen andere reden bedenken waarom Manz mij hiervoor zou hebben laten komen. Het zou mij zeer ver - bazen als hij dit alleen maar had gedaan om Lilli een plezier te doen. ‘Ik heb niet de tijd gehad om hem naar zijn rang te vragen,’ zegt ze wrang. Ze heeft tijdens de hele curettage geen krimp gegeven. Als dokter zie je juist in moeilijke omstandigheden de ware aard van je pati - enten. Je komt dan niet alleen iets te weten over hun lichamelijke aandoeningen, maar ontdekt ook hun kracht en hun vermogen om boven de pijn uit te stijgen. Het sterke karakter van deze vrouw doet me denken aan dat van Lena. ‘Hoe heet u?’ ‘Hannah.’ ‘Blijf zitten, Hannah. Rust maar even uit.’ Ze is nog slaperig van het medicijn dat ze heeft gehad en haar ogen zakken langzaam dicht. Ik ga achter mijn bureau zitten om wat aantekeningen te maken voor mijn rapportage, maar dan herinner ik me ineens weer wat Manz hierover heeft gezegd. Daarom schrijf ik in plaats daarvan een recept uit, en neem ik even de tijd om mijn werkschema voor de volgende dag te bekijken. Als de vrouw een tijdje geslapen heeft, controleer ik haar tempe- ratuur. Dan duw ik zachtjes tegen haar schouder om haar wakker te maken. Behoedzaam gaat ze rechtop zitten terwijl ze haar armen Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 30 12-07-18 11:16
31 tegen haar buik drukt. Ik help haar om op de rand van de tafel te gaan zitten, en ik ondersteun haar als ze het schone ondergoed en de katoenen lappen die ik haar gegeven heb om het bloed op te vangen, aantrekt. Ze slaat haar jas om haar middel en knoopt de mouwen vast. Daarna schuift ze haar voeten in haar schoenen, die zo goed als versleten zijn. ‘Probeer de eerste paar dagen rust te nemen. Til geen zware din- gen. En voor de volgende keer: probeer het niet weer zelf te doen.’ Ik pak twee kleine esjes uit de medicijnkast en noteer op een lijst aan de muur dat ik dit aan een van mijn patiënten heb meegegeven. ‘Dit zijn pijnstillers en in het andere esje zitten medicijnen te gen de ontsteking. Neem die elke dag in. En zorg er echt voor dat je rust neemt, dat is noodzakelijk om te kunnen aansterken. Over een paar dagen moet je met dit recept naar het ziekenhuis, daar kun je een nieuwe voorraad van deze medicijnen ophalen.’ Ze strekt haar arm uit om de esjes en het stukje papier die ik haar aanreik, aan te nemen. Heel even ontmoeten onze ogen elkaar, waarna zij de hare beschaamd afwendt. ‘Er bestaat ook een andere mogelijkheid. Ik kan er ook voor zor - gen dat je dit nooit meer hoeft mee te maken.’ ‘Bedoelt u dat u ervoor kunt zorgen dat de Gestapo me nooit meer dwingt om seks met hen te hebben?’ Het moet voor haar lijken alsof ik deze bekentenis onbewogen aanhoor, maar niets is minder waar: ik voel ineens dat mijn maag zich samentrekt. Datzelfde gevoel had ik ook toen ik voor het eerst in het getto kwam en de opgejaagde gezichten zag van al die hope - loze mensen hier. De oorlog, en alle schokkende gebeurtenissen die ik daardoor meemaak, zetten mijn eens zo gewone en rustige leven - tje telkens weer op zijn kop. En keer op keer lever ik een innerlijke strijd om de dingen die ik hoor en zie een plek te kunnen geven. ‘Herr Manz heeft niets gezegd over een verkrachting.’ Ik zet de kop van mijn stethoscoop op haar borstkas en luister naar haar hart. ‘Misschien omdat het hier de normale gang van zaken is. We mogen er alleen niet over praten. Ik ben er ondertussen wel achter gekomen dat het woord “kameraadschap” hier een heel andere be - tekenis heeft dan ik gewend was.’ Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 31 12-07-18 11:16
32Het medicijn is inmiddels uitgewerkt, en ze is helemaal helder als ze dit zegt. Ik ben bijna klaar met mijn onderzoek, maar toch stop ik even om haar gezicht goed te kunnen bestuderen. Het is duidelijk dat ze zich daar niet prettig bij voelt, want ze kijkt weg en laat haar ogen over de muren dwalen, op zoek naar iets wat haar kan aeiden van mijn kritische blik. Lena heeft me een keer verweten dat ik me in lastige situaties afstandelijk ga gedragen, dat ik er zo voor zorg da t mensen zich minderwaardig gaan voelen. Maar dat klopt absoluut niet met hoe ik me in werkelijkheid voel. Ik weet alleen niet wat ik moet zeggen als ik nog niet zeker weet hoe ik ergens over denk of als ik nog geen mening heb gevormd. En het is ook een manier om mezelf te beschermen, om niets van mijzelf te hoeven prijsgeven als het niet echt noodzakelijk is. De vrouw verbreekt de beladen stilte die tussen ons in hangt. Misschien heeft ze wel spijt van haar openhartigheid en probeert ze de schade een beet je te herstellen. ‘Bedoelt u steriliseren… mijn eierstokken verwijderen?’ ‘Ik doelde inderdaad op een chirurgische ingreep om je te steri- liseren.’ Ze denkt erover na, terwijl ze haar ogen strak op de deur van de wachtkamer gericht houdt. ‘Het zou niet goed zijn als je dit nog een keer zou moeten door - maken.’ Ik weet niets anders te zeggen dan dit: een klinische con - statering die waarschijnlijk op veel meer vrouwen in het getto van toepassing is. Ze knikt gelaten. Ik haal een nieuwe injectiespuit op en houd de naald bij haar arm. ‘Dit medicijn is om te voorkomen dat je tetanus krijgt. Het lijkt me verstandig om je dit ook te geven, als je daarmee instemt.’ Opnieuw knikt ze. Volgens mij zou ik haar op dit moment alles kunnen toedienen zonder dat het haar ook maar iets kan schelen. ‘Weet je dochter hoe dit is gebeurd?’ Ze schudt haar hoofd. ‘Kom hier terug als je hersteld bent, dan rooster ik je in… en misschien je dochter ook, als ze dat wil.’ Op het moment dat ik haar dochter noem, krijgt ze een kleur op Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 32 12-07-18 11:16
33 haar gezicht, kijkt ze me met wijd opengesperde ogen aan, en rilt ze van angst. ‘Nee, alstublieft niet. Nu nog niet. Ze is nog te jong.’ Onze beroepsethiek schrijft voor dat alle artsen de keuzes van hun patiënten moeten respecteren, zelfs als ze het niet met hen eens zijn. Ook in deze oorlog. En ik begrijp dat de hoop het op dit mo - ment wint van het gezonde verstand. Ik begrijp dat een moeder zich vastklampt aan de hoop dat haar dochter later, als de oorlog voorbij is, de liefde van haar leven zal vinden. En dat ze dan samen met die persoon een gezin zal stichten. Misschien wel omdat het bij haar ook zo is gegaan. ‘Vanzelfsprekend. Zoals je wilt.’ Behoedzaam staat ze op. Ik loop om de tafel heen om haar te ondersteunen. Ook al is de pijn afgezakt en is haar temperatuur ge - daald, toch zal haar baarmoeder nog wel erg gevoelig zijn. Als we in de wachtkamer komen, springt het meisje op om haar moeder te begroeten en de zorg voor haar van me over te nemen. Ze is zo opgelucht dat haar moeder geen bloed meer verliest dat ze me niet eens ziet staan. Ik overhandig de dochter een papieren zak met haar moeders vuile rok en kousen, daarna doe ik de deur naar de donkere, smerige straten van het getto voor hen open. ‘Je moeder moet elke dag haar medicijnen innemen. Als haar temperatuur dan na drie dagen nog steeds hoger is dan normaal, moet je haar weer hiernaartoe brengen.’ De dochter bedankt me, maar dat negeer ik. Op dit soort mo - menten knaagt een blijk van dankbaarheid aan mijn geweten. Ik heb geen bedankje van haar nodig. ‘Bewaker, begeleid deze vrouwen terug naar hun huis. En zorg ervoor dat de kar met de moeder zo min mogelijk schudt.’ Hij kijkt me uitdrukkingsloos aan, er valt niets van zijn gezicht af te lezen. Hij zal mijn opdracht zeker uitvoeren, wat zijn gedachten ook zijn over het vervoeren en begeleiden van Joden. Hij weet na- melijk wie ik ben. Dankzij mijn vader heb ik een streepje voor bij Hitler. Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 33 12-07-18 11:16
Scherven_van_hoop_LIVIERO_druk1_binnenwerk_proef3.indd 34 12-07-18 11:16
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Gemma Liviero
De Australische Gemma Liviero is roman- en tekstschrijver. Het idee om romans te schrijven over de Tweede Wereldoorlog ontstond toen ze veteranen - onder meer uit haar eigen familie - interviewde voor een studieproject. Vorig jaar verscheen haar roman "Scherven van hoop".
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord