Op weg

InhOud Voorwoord 4 Wie is Jezus? 5 De Geest van God 21 Als het tegenzit ... 32 Hoe zou ik zonder kunnen? 40 Geloven doe je samen 48 Een mens van vlees en bloed 56 Wat merk je ervan? 74 Wat vieren we? 90 Gods zorg 100

vOOrwOOrd Christenen zijn ‘mensen van de weg’. In het begin van het bijbel boek Handelingen worden ze zo genoemd. Het is een mooie aanduiding. Aan de ene kant verwijst ze naar Jezus die zichzelf de Weg noemt. Hij is de toegang tot God. Aan de andere kant laat ze zien dat christenen in beweging en ontwikkeling zijn. We zijn er nog niet. We zijn onderweg. Wie reist, weet dat het belangrijk is om op adem te komen. Onderweg zijn is vermoeiender dan je op het eerste ge - zicht denkt. Je moet pauzeren, de benen strekken, toilet - teren. En als je met een auto onderweg bent, moet je tan - ken of de accu opladen. Pas daarna kun je weer verder. Dit boek wil j e helpen en bemoedigen als gelovige onderweg. Het is bedoeld om even op adem te komen, om daarna weer verder te kunnen. Onderweg zijn als gelovige – dat speelt zich vooral in het da - gelijkse leven af. Daar leef en geloof je. Daarom zijn de over - wegingen in dit boek vanuit het dagelijkse leven geschreven. Ik vind het belangrijk om in de dingen van elke dag Gods werk te zien. Ik wil je uitdagen om dat ook te doen. De stukjes in dit boek zijn ‘onderweg’ ontstaan. Bijna elke week blog ik over mijn leven als man, vader en voorgan - ger. Ik schrijf erover hoe mijn leven raakt aan Gods wereld. V anuit die stukjes is dit boek ontstaan. Ga mee op weg. Pieter Both, juli 2019 4

5 wie is Jezus?

6 Held Als tiener droomde ik ervan een held te zijn. Precies op het goede moment zou ik opduiken en iets doen wat nie- mand op dat moment durfde of kon. Ik zou dat heel re - laxed doen, want angst kende ik natuurlijk niet. Ik kon de hele w ereld wel aan. Iemand uit een brandend huis red - den of voor een aanstormende trein weg trekken. Dat zag ik w el zitten. Ik zou heel gewoon blijven, heel menselijk. Ik ben iets ouder geworden ondertussen en weet: het zit er niet in. Ik heb mijzelf voor de gek gehouden. Ik ben veel te bang als er iets gebeurt. Als er gevlucht moet worden, loop dan achter mij aan. Ik  ben als eerste weg. Als er iets ergs aan de hand is, word ik bang. Ik heb zelf een held nodig om mij te redden. Ondertussen heb ik een held gevonden. Jezus, de Mensen - zoon. Die bijzondere naam krijgt Hij in de Bijbel. En dat is omdat Hij erv oor heeft gekozen om mens te worden, terwijl Hij de Zoon van God is. Hij blijft heel menselijk en benaderbaar en tegelijk is Hij een held. Hij draagt alles wat de wereld kapotmaakt. Daarbij wordt Hij zelf dodelijk ge - raakt. Maar Hij vlucht niet. Zelfs als iedereen Hem in de steek laat, b lijft Hij op zijn post. Hij is een echte held. Hij offert zich op voor mij. Mattheüs 16:13-20

7 Als Jezus zijn Sommige mensen weten alles beter en doen alles in de overtreffende trap. Heb je een nieuwe auto, dan weten ze direct te vertellen dat ze zo’n auto ook een keer gehad heb- ben, maar dan net een slagje groter. En als je vertelt dat je een goede sportiev e prestatie hebt neergezet, dan hebben zij datzelfde beter gedaan. Dat gedrag begint al op school. Als een leerling een vraag van een docent beantwoordt, dan gaan zij er nog wel even overheen om duidelijk te ma - ken dat het antwoord nog niet precies genoeg is. En dat gaat door tot in het v erzorgingshuis. Daar zitten ze met an - dere ouderen aan tafel en vertellen zo over hun leven dat het lij kt alsof zij het beste leven hebben gehad. Jezus heeft alle reden om zich zo op te stellen tijdens zijn leven. Hij is op de meest bijzondere manier geboren: uit een maagd. Al jong heeft Hij veel gereisd, Hij is zelfs al naar Egypte geweest. Hij heeft een grote hoeveelheid vol - gelingen. Niemand durft Hem aan te pakken. Hij heeft de gr ootste uitdagingen in de woestijn het hoofd geboden. Toch stelt Hij zich niet irritant op tegenover zijn mede - mensen. Sterker nog, Hij is nederig en laat zien dat Hij een mens als alle mensen is. In alle drukte blijft Hij behulp - zaam. Wat een geweldig mens is Hij. L aten we maar proberen als Jezus te zijn. Lukas 4:31-44

8 Lam van God We kregen bezoek van een vriendin. Ze woont op het platte land en heeft schapen. Ze had een lammetj e meege- nomen. Wat een schattig beestje. Dat bekkie, met dat neus - je. Onze oudste peuter was toen bijna vier en keek eerst v an een afstandje toe. Zo’n dier is in de wei van de kinder - boerderij toch minder eng dan wanneer het plotseling aan j e eigen teentjes staat te snuffelen. Maar ook hij was al snel verkocht door die prachtige witte vacht. Langzaam ging zijn handje eroverheen. ‘Zacht hè, papa.’ En hij streelde het beginnende wolvachtje van het witte diertje. Zo’n dier wil ik wel als huisdier. Ik snap wel dat eigenaren van schapen niet zo blij zijn met de oprukkende wolf in Nederland. Want wat is een lam - metje kwetsbaar. De wolf met zijn muil vol tanden ver - scheurt zo’n beestje in een paar tellen. Het lijkt heel wat, zo’ n lam. Hij kan rondlopen en schattig zijn. Tegelijkertijd staat hij nog wankel op zijn pootjes en kan hij zich amper verweren. Jezus wordt in de Bijbel vergeleken met een lam. Hij wordt het Lam van God genoemd, dat de zonden uit de wereld verwijdert. Daarbij moet je denken aan het kwaad waar Jezus aan ten onder gaat. Hij maakt zichzelf net zo kwets - baar als een lam. Het kwaad maakt Hem kapot. Johannes 1:29-36

9 Ik hou van chaos Toen ik twee jaar was, had ik een lievelingsactiviteit. Dat weet ik, want het staat beschreven in mijn fotoboek. Ik kroop naar de blokkentorens toe die mijn broers bouw- den en duwde tegen de onderste blokken. Het effect vond ik b lijkbaar prachtig. Alles viel om: rommeldebom. Mijn broers vonden dat minder leuk. De een ging op mij zitten om mij in bedwang te houden. De ander riep wanhopig naar onze moeder: ‘Zet dat joch dan ook in de box!’ Het was leuk om iets om te gooien. Ik hield van chaos. Ik deed het alleen met blokjes. Jezus is veel erger. Hij gooit alles om. Vind jij grote mensen belangrijk? Dan zet Hij een kind tegenover je. Vind jij de directeur de belangrijkste persoon van een bedrijf? Hij praat liever met de schoon - maker. Kijk jij op een receptie om je heen of je wel met de leukste en inter essantste staat te praten? Hij overlegt liever onopvallend met mensen die alleen staan. Als ik vertrouw op wat ik kan, slaat Hij me dat uit handen en vraagt: ‘Ben je bereid dat los te laten?’ maar als ik mijzelf een nietsnut vind, dan zegt Hij dat ik Gods geliefde kind ben. Jezus gooit alles om. Jezus houdt pas van chaos! Markus 10:13-16

10 Echte troost Echte troost bestaat niet uit opbeurende woorden die ner- gens op slaan. Mensen zeggen van alles in situaties die om tr oost vragen, maar het helpt voor geen meter. ‘Kop op, er komen betere tijden.’ Of: ‘Er zijn mensen die het nog veel erger hebben dan jij. Denk daar eens aan.’ Of, nog erger: ‘De mooiste bloemen worden het eerst geplukt.’ Het zijn maar armzalige pogingen van mensen om de ander in zijn verdriet te bereiken. Troost is vaak schraal door het onver - mogen om echt te voelen wat iemand meemaakt en door de onmacht om iets te v eranderen aan de situatie. Konden we maar aanwezig zijn zonder woorden. Gewoon er zijn en stil zijn. Dat helpt beter dan al die woorden. Precies dat is de kracht van Jezus. Het is een refrein in de verhalen over Jezus: ‘Oordeel niet, zwijg.’ Mensen zijn zo snel geneigd om iets te vinden van een ander. Jezus zegt ronduit dat Hij niet zal oordelen. Dat geeft troost. Daar - door ontstaat er een nabijheid die werkelijk verlichtend w erkt voor mensen in moeilijke tijden. Vervolgens heeft Jezus ook de macht om iets te veranderen aan de situatie waarin mensen verkeren. Hij spreekt woorden van bevrij - ding. Hij bevrijdt van angsten uit het verleden en schaam - te voor de toekomst. Hij geeft hoop aan mensen voor de tij d die komt. Hij geeft leven. Jezus is de Trooster. Mattheüs 7:1-6

11 Vaatwasser Ooit kocht ik mijn eerste vaatwasser. Daar droomde ik al jaren van. Want afwassen, daar had ik in mijn jeugd een enorme hekel aan gekregen. Dat gepruts in een bak met een borstel. Nee, afwassen is mijn hobby niet. Ik hoor ook niet bij de mopperaars op campings die constateren dat kinderen niet meer kunnen afwassen. Wees blij dat kinde- ren tegenwoordig een afwasvrije jeugd kunnen hebben. Ik w eet nog goed dat ik de machine voor de eerste keer aanzette. Helemaal volgestouwd met vieze bordjes en bekertjes. En dan het blokje erbij en aanzetten. Ik heb er maar een stoel bij gepakt en een uur naar het snorren van het apparaat geluisterd. Wat mij betreft: een lintje voor de uitvinder van de vaatwasser. Er zijn allerlei indrukwekkende beelden in de Bijbel te vinden die uitleggen waarom het nodig was dat Jezus moest sterven aan het kruis. Een daarvan is het beeld van schoonwassen: op die manier wast God het kwaad van deze wereld weg. God is zelf naar beneden gekomen en mens geworden. Al het kwaad neemt Hij op zich. Jezus neemt het mee in het graf. Daarmee verdwijnt het kwaad van de aarde. Als Hij met Pasen opstaat uit de dood, is de wereld schoongewassen. Jezus Christus is als het ware Gods vaatwasser. Ik hoef zelf niets te doen. Ik kan er op een stoel bij gaan zitten en zien hoe God zelf de wereld schoonwast. Hebreeën 1:1-4