Leven als gasten en vreemdelingen
Tertullianus en de christenen in de vroege kerk
Christenen hebben niet het meest te duchten van vervolgingen, maar van aardsgezindheid. Met dit standpunt houdt de kerkvader Tertullianus (ca. 200 na Chr. ) ons een spiegel voor. Teleurgesteld zag hij wereldgelijkvormigheid de Vroege Kerk binnensluipen. Daarom bepleitte hij met kracht…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789033128929
112
Boek
€6,99
Beschrijving
Notice: Undefined property: WP_Error::$name in /home/boeken1q/affiliate/wp-content/themes/clcAffiliate/woocommerce/clc_wc_functions.php on line 468
Christenen hebben niet het meest te duchten van vervolgingen, maar van aardsgezindheid. Met dit standpunt houdt de kerkvader Tertullianus (ca. 200 na Chr.) ons een spiegel voor. Teleurgesteld zag hij wereldgelijkvormigheid de Vroege Kerk binnensluipen. Daarom bepleitte hij met kracht een christendom dat wars is van compromissen en niet zwicht voor druk van buiten. Een kerk die, dwars door alles heen, onvoorwaardelijk trouw wenst te blijven aan Jezus Christus. Christenen moeten niet leven volgens de wereld, maar vreemdeling op aarde zijn, benadrukt Tertullianus. 'Wat heeft Jeruzalem te maken met Athene?' is een gevleugeld woord van hem. Christen zijn betekent ook rekenen op lijden en verdrukking. Zo spreekt de Bijbel er ook over.
Tertullianus' Apologeticum is een verdediging van de christenen en het christelijk geloof tegenover een heidens, onkundig publiek. Ds. P. den Ouden geeft hieruit sprekende citaten weer, voorzien van inleidingen. Hij laat zien hoe verrassend actueel en leerzaam dit geschrift uit de Vroege Kerk is voor christenen vandaag.
Categorieën
Eigenschappen
9789033128929
09-04-2018
Nederlands
112
700
Boek
Leesfragment
6 © 2018 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 2892 9 www.uitgeverijdenhertog.nl Illustratie omslag: Het breken van het brood. Fresco uit de catacomben van Priscilla te Rome, 2e eeuw. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoud igd, opgesla- gen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieë n, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
7 Inhoud Inleiding - Wie was Tertullianus? – 9 1. Zonder redenen gehaat – 14 2. God kennen in de natuur – 18 3. God kennen in Zijn Woord – 23 4. Is de Bijbel betrouwbaar? – 28 5. Zijn christenen a-democratisch? – 33 6. Het echte christenleven – 38 7. Het christelijke gemeenteleven – 44 8. De christelijke vreemdelingschap – 49 9. Christenen zijn een zegen voor de samenleving – 54 10. Heidenen zijn tot schade van de samenleving – 59
8 11. De deugd van de kuisheid – 64 12. De deugden van ootmoed en bescheidenheid – 68 13. Een radicale en scherpe tegenstelling – 73 14. De Schrift als bron voor heidense wijsheid? – 77 15. De opstanding der doden – 82 16. Pleidooi voor het christelijk geloof – 89 17. Verdrukking in de wereld – 93 18. ‘Het bloed der christenen is een zaad’ – 97
9 INLEIDING Wie was Tertullianus? We willen in dit boek stilstaan bij de vroegchristelijke schrij- ver Tertullianus en zijn Apologeticum (Verweerschrift). Het is niet direct een stichtelijk werk. Toch is het leerzaam om er kennis van te nemen, omdat we hier kunnen zien in welke wereld de vroege christenen leefden, welke vragen op hen afkwamen en hoe zij werden bejegend. We geven steeds een citaat, waarbij we enkele verklarende opmerkingen maken en de lijnen doortrekken naar de actualiteit. Tussen ronde haakjes geven we de vindplaats van het citaat. We maakten gebruik van twee vertalingen; van P.C. IJsseling (Amsterdam 1947) en van Christine Mohrman (Utrecht/Brussel 1951). Sommige dingen in de citaten worden ter verduidelijking weergegeven tussen vierkante haakjes. Over Quintus Septimius Florens, beter bekend onder de naam Tertullianus (± 155 - ± 220), weten we niet zoveel. Hij groeide op in Carthago, het huidige Tunesië, in een heidens gezin. Zijn vader was een Romeins officier in het leger. Hij kreeg in Rome een gedegen opleiding in de retorica en de rechten. Vervolgens was hij enkele jaren advocaat.
10 Tertullianus
11 Als Tertullianus later op zijn jeugdjaren terugziet, schaamt hij zich en beschuldigt hij zichzelf van losbandigheid en zedeloosheid. Hij doet er verslag van hoe hij een hartstoch- telijk toeschouwer was bij de spelen in het amfitheater en bij de rennen in het circus, en hoe hij genoot van de zedeloze voorstellingen in het theater. Dé grote gebeurtenis in zijn leven is zijn overgang tot het christendom, die omstreeks 193 plaatsvond. Hij schreef ergens: ‘Ik was blind, beroofd van het licht des Heeren, en kende geen andere god dan de natuur.’ Terecht schreef iemand dat een hartstochtelijke natuur, zoals Tertullianus had, niet door redeneringen, maar slechts door overwel- digende feiten kon overtuigd worden. Waar wij die feiten moeten zoeken, is niet twijfelachtig. De standvastigheid en geloofsmoed van de christenen in de vervolging, de inner- lijke rust waarmee zij de dood voor hun geloof aanvaardden, dit alles moet op Tertullianus een overweldigende indruk gemaakt hebben. Juist bij iemand als hij, die van nature tot uitersten geneigd was en die ontvankelijk was voor het heroïsche. Wanneer hij later het bekende woord ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk’ neerschrijft, trilt daarin ongetwijfeld de ontroering van een eigen geestelijke erva- ring na. Bovendien moet de geestelijke rust en de zekerheid van de christenen en hun hoge moraal voor zijn rusteloze geest en zijn voor lustgevoelige natuur hem als een veilige haven voorgekomen zijn.
12 Het is typerend voor Tertullianus dat hij reeds kort na zijn bekering zich opwerpt als een pleidooibezorger voor de vervolgde christenen. Hij doet dat in een vlammend betoog, bekend geworden onder de titel Apologeticum. In dit geschrift brengt hij al zijn juridisch vernuft en welsprekend- heid in stelling. Gegrepen door zijn onderwerp jaagt hij vol vuur zijn pen over het papier. Het is Tertullianus ten voeten uit. Hier en daar struikelend over zijn woorden, de zinnen soms half af, vol pakkende tegenstellingen en puntige uit- spraken, overredend, sarcastisch, humoristisch en dan weer ernstig. Zo is zijn Apologeticum een klassiek, persoonlijk getuigenis. Het is een van de eerste stemmen van een kerk in wording, omgeven door een wereld vol onbegrip en haat, verbazing en ergernis. Tertullianus had met zijn apologie een aantal doelen voor ogen. In de eerste plaats wilde hij de beschuldigingen die tegen de christenen werden ingebracht weerleggen. Tegenover de aanklacht van atheïsme stelde hij de vroomheid van de christenen. Tegenover de laster van zedeloosheid hun strenge zeden. Tegenover het argument dat het christendom iets nieuws was, bewijst hij dat de eerste sporen teruggaan op Abraham en Mozes, toen er van Griekse wijsbegeerte nog geen sprake was. In de tweede plaats is zijn Apologeticum een bestrijding van het heidense geloof. De intriges en zedeloosheid van de goden lieten overduidelijk zien dat de heidense goden
13 volstrekt ongeloofwaardig waren. In de derde plaats bewijst hij de waarheid en goddelijkheid van het christendom met argumenten als de redelijkheid van het christelijk geloof, de zedelijke verheffing van de christenen, de snelle en onweerstaanbare uitbreiding, de vreugde waarmee de martelaren de dood tegemoet gingen. Wie meer wil weten over Tertullianus en zijn tijd verwijzen we graag naar het boek van dr. H. Bakker, Zij hebben lief, maar worden vervolgd, radicaal christendom in de tweede eeuw en nu (Zoetermeer 2005). L
14 - 1 - Zonder redenen gehaat Tertullianus zet zijn verdedigingsgeschrift in met de consta- tering dat de christenen enkel werden veroordeeld wegens hun naam, zonder een eerlijk onderzoek in te stellen. Zij worden zonder redenen gehaat. Men beticht hen van allerlei misdaden, maar staat hen niet toe zich te verdedigen. Tertullianus stelt dan ook de vraag: Waarom gebruikt men bij hen een andere rechtsprocedure dan bij andere mis- dadigers?Indien het u, machthebbers van het Romeinse Rijk, die als voorzitters zetelt om recht te spreken, niet vrijstaat openlijk een onderzoek in te stellen en voor aller ogen na te gaan hoe het staat met de zaak der christenen; indien alleen in dit soort zaken uw gezag vreest of zich schaamt met de ijver der rechtvaardigheid een onderzoek in te stellen; indien ten slotte - hetgeen onlangs gebeurd is bij een geding in het kabinet van de stadhouder – een al te actieve vijandigheid tegen deze sekte de verdediging de mond snoert: moge het dan de waarheid vrijstaan om dan langs de verborgen weg
15 van een zwijgend geschrift uw oor te bereiken. (Apo- logeticum 1.1) Zij [de waarheid] wil haar zaak geenszins door smeek- beden beïnvloeden, omdat zij zich ook in het geheel niet verwondert over haar lot. Zij weet dat zij als vreemdelinge op aarde toeft, dat zij onder vreemden gemakkelijk vijanden vindt; dochter des hemels als zij is, heeft zij daar haar vaderland, verwachting, aanzien en heerlijkheid. Voor het ogenblik verlangt zij slechts één ding: dat zij niet ongekend veroordeeld worde. (Apologeticum 1.2) Bij de verdediging (apologeticum) van de christenen gaat het Tertullianus er niet om gunsten te verkrijgen of medelijden op te roepen. Hij is alleen geïnteresseerd in een eerlijke rechtsprocedure. Hij wil de waarheid getuigenis geven. Er spreekt uit het betoog van Tertullianus een nuchter, bij- bels realisme: wat kun je van de wereld anders verwachten dan vervolging? Dat heeft de Schrift immers al lang voor- zegd: ‘Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat’ (1 Joh. 3:13). In het evangelie van Johannes lezen we hetzelfde: ‘Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld’ (Joh. 15:19). Heeft trouwens Christus Zelf niet het lot van de kerk getekend als een weduwe, een hulpeloze vrouw, die door de rechter onrecht aangedaan wordt?
16 De kerk een vreemdelinge Wat opvalt, is dat Tertullianus spreekt over de kerk als een vreemdelinge. Omdat het burgerschap van de kerk in de hemel is (Filipp. 3:20) is ze in deze wereld op doorreis. In de Schrift vinden we keer op keer de kerk getekend als een pelgrim, iemand die hier in het buitenland vertoeft, zoals Paulus schrijft: ‘Wij hebben dan altijd goede moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van de Heere’ (2 Kor. 5:6). Het vreemdelingschap is bij de vroegchristelijke schrijvers een centraal begrip. Via Augustinus zien we het ook bij de reformatoren terugkomen. Bij de Doop werd gevraagd om de duivel en de zondige wereld af te zweren. In het klas- sieke doopformulier klinkt dat nog door in het ‘de wereld verzaken’. Doopbelijdenis is tevens belijdenis van vreemde- lingschap. Het vreemdelingschap moet niet zozeer gezocht worden in uiterlijkheden, maar in de ethiek, de levenshou- ding. Een christenleven is een leven van barmhartigheid, gastvrijheid, zachtmoedigheid en matigheid. Tertullianus bouwt zijn betoog verder op. Ongemerkt wordt de beschuldigde de beschuldiger. Hij stelt schijnbaar arge- loos, maar juist daardoor genadeloos ontmaskerend, de vraag waarom het recht een eerlijk onderzoek uit de weg gaat. Zou de onwilligheid om de christenen te horen mis- schien niet voortkomen uit de stille vrees dat hun zaak weleens rechtvaardig zou kunnen zijn? Sterker nog: wil men de waarheid ontkennen, omdat men die reeds kent?
17 Wat verliezen uw wetten, die op hun eigen domein (nl. in de rechtsstaat) toch de absolute macht hebben, erbij, indien zij gehoord wordt? Of zal hun macht des te trotser zijn, indien zij de waarheid zelfs zonder verhoor oordelen? Maar indien zij haar zonder verhoor veroor- delen, zullen zij, behalve het odium [hatelijke] van onrechtvaardigheid, ook nog terecht de verdenking van enig medeweten op zich laden, dat zij namelijk datgene niet willen horen wat zij, als zij het zouden horen, niet zouden kunnen veroordelen. (Apologeticum 1.3) Als we Tertullianus lezen, valt ons op dat hij de dingen vaak anders formuleert dan wij gewend zijn. Dat heeft te maken met de afstand van vele eeuwen die ons van hem scheidt. Maar er is ook nog een andere reden: in het klassieke Latijn konden de vroege christenen soms geen woorden vinden om hun geloof te verwoorden. Bij Tertullianus is de worsteling met de taal merkbaar. Met zijn fijn gevoel voor taal heeft hij verschillende nieuwe theologische termen gesmeed, met name rond de leer van de Drie-eenheid. Zijn precieze formuleringen, de door hem gebruikte probleemstellingen en zijn woordgebruik hebben een diepgaande invloed gehad op de dogmatiek. L
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord