In zijn aanwezigheid

16 Lezen Genesis 1:1-27; 2:1-3 D e belangrijkste reden dat God zijn Woord heeft laten opschrijven door mannen die door Hem geïnspireerd werden is om ons over Zichzelf te vertellen. Al bij de eerste pennenstreek gaf Hij blijk van een enorm belangrijke eigenschap: Hij is CREATIEF . Nog voordat de inkt van de eerste zin hele- maal droog was liet Hij nog iets zien: Hij is ook ORDELIJK . Alleen God kan door en door creatief combineren met volledig ordelijk. Som- migen van ons zijn verfrissend creatief en anderen zijn gelukkig ordelijk, maar vaak kunnen we elkaar maar nauwelijks verdragen. Als we wijsheid de overhand geven komen we er uiteindelijk toch achter dat we elkaar nodig hebben, om- dat onze verschillende bijdragen anders uit balans zijn en tekortschieten. God had daarentegen niemand nodig om Hem aan te vullen. Hij schiep de hemel en de aarde simpelweg omdat het Hem behaagde. Toen keek Hij naar zijn volmaakte combinatie van creativiteit en ordelijkheid en zei: ‘Dit is goed – dit is zelfs heel goed.’ Volgens God is de combinatie van creativiteit en ordelijk- heid nog steeds een effectieve manier om met ons om te gaan. Als jij zijn kind bent werkt God zowel creatief als ordelijk in jouw leven. Hij verlangt ernaar om volkomen creatief met jou te zijn. Sta jij Hem die vrijheid toe? Misschien begrijp je wel niet wat God op dit moment in jouw leven doet. Dat is niet omdat Hij onzinnig bezig is. Hij is creatief. God wil dat wij ons overge- ven aan zijn wil, terwijl wij meestal een volledige blauwdruk van zijn plannen willen zodat wij kunnen beslissen of wij dat zelf ook wel willen. In Johannes 21:21, nadat Christus Petrus een glimp van zijn toekomst had gegeven, stelde Petrus een vraag die bol stond van de menselijkheid: ‘En wat gebeurt er met hem, Heer?’ Net als wij haalde Petrus een vreemd gevoel van zekerheid uit soortgelijkheid. Probeer jij in je zoek- tocht naar jouw roeping iemand te DAG 1

17 In het begin schiep God de hemel en de aarde. (...) En God zag dat het goed was. (Gen. 1:1, 25) vinden die op precies dezelfde manier door God gebruikt wordt? Stop daar dan mee! Het zou best eens kunnen dat die persoon niet te vinden is tussen de ruim zeven miljard mensen op deze aarde. God is namelijk creatief. Sommigen van ons kunnen zich er goed in vinden dat Gods plan vari- eert. Creativiteit doet ons opbloeien. Soortgelijkheid vinden we maar saai. En toch hebben we de betrouwbare zekerheid die God ons biedt nodig. Op zichzelf leidt creativiteit alleen maar tot chaos. Onze God, die vol- maakt in balans is, is ook ordelijk. Hij heeft een plan voor elke dag van jouw leven. En daarom is het zo belangrijk om Hem – je raadt het al, elke dag – te ontmoeten. Als jij alleen de eerste drie dagen van de schepping had kunnen meema- ken had je het misschien helemaal niet als goed beoordeelt. Wat is het nut van zaaddragende planten als er vanwege een gebrek aan de zon nog geen fotosynthese mogelijk is? In zijn wijsheid wist God dat zijn werk goed was omdat Hij ook wist wat er nog komen zou. Hij weet ook wat er nog gaat gebeuren in jouw leven. Daar- om kan Hij zijn werk in jou als goed beoordelen. Geef God de ruimte om geheel creatief te zijn. Ontmoet Hem dagelijks terwijl Hij zijn plan volmaakt ordelijk ontvouwt. Hij is echt goed in wat Hij doet. Neem de tijd om te bedenken waar- voor je onze creatieve en ordelijke God kunt prijzen. Draag je lofprijzingen vervolgens aan Hem op met een hou- ding van dankbaarheid.

18 DAG 1 DAG 1 Eren & aanbidden Zonde belijden Erkennen van Gods gezag Lijstje langsgaan | voorbede Intimiteit delen Nodigen tot toerusting

S oms dwalen we van God af omdat we opzettelijk onge- hoorzaam zijn en moedwillig iets verkeerd doen: het type zonde dat we zo’n beetje in onze agenda zetten. Ieder van ons heeft weleens op het punt gestaan om – opzettelijk en zelfbewust – iets te zeggen of te doen wat niet goed was. Zo’n zonde hebben we allemaal weleens begaan. De resul- taten liegen er niet om. Toch komt ‘in zonde vallen’ voort uit een ander soort situatie. Hoewel het evengoed betekent dat we het doel missen en dat er berouw en vergeving nodig is, is in zonde vallen anders dan opzettelijke ongehoorzaam- heid. Het woord gevallen in Micha 7:8 komt van het Hebreeuwse naphal. Het Hebreeuwse woordenboek vermeldt daarbij het volgende: ‘De kerngedachte achter de stam van dit woord is een gewelddadige of onopzettelijke gebeur- tenis.’ 1 Ik heb een litteken op mijn knie omdat ik tijdens het hardlopen een keer over een kapot stuk beton ben gestruikeld. Ik gooide mijzelf niet expres op het betonnen pad neer en toch was de val mijn eigen schuld. Ik had gewoon beter moeten uitkijken waar ik liep. Ik veegde mijn handen en mijn knieën af en voelde me onnozel. Eerlijk gezegd stond ik op het punt om in huilen uit te barsten. Terwijl het bloed langzaam richting mijn sok sijpelde vroeg een voorbijgangster of ik bij haar in de auto wilde. Ik wees haar aanbod af omdat ik me daar te trots voor voelde. Gegeneerd hobbelde ik naar huis. Ik heb beslist weleens opzettelijk gezondigd maar ik ben ook weleens in zonde ‘gevallen’. Al hardlopend op het pad van mijn christelijke leven raak ik afgeleid door het landschap om me heen. Ik denk dat ik alles onder controle heb, kijk niet meer uit waar ik loop en – wham! – daar val ik. Het vallen in zonde geeft de vijand een unieke kans. Als we opzettelijk onge- hoorzaam zijn hoeft Satan ons alleen maar aan te moedigen, maar als we ‘val- len’ zaait hij schaamte in ons en ‘maakt DAG 2 Lezen Micha 7 :8 -1 0 19

hij zich vrolijk’ over ons. Hij maakt dat we ons onnozel voelen omdat we ervan uitgingen dat we vooruitgang aan het boeken waren. Zodra we het verknallen probeert hij onze grootste angst – dat we een mislukkeling zijn en het nooit zullen leren – aan een stuk door te bevestigen. Die schaamte is bijna meteen voelbaar. Wanneer we vallen moeten we op- staan en toestaan dat God ons naar huis rijdt en onze onnozele wonden verbindt. We moeten beslissen of we het spel van de schaamte wel of niet zullen spelen. Als we niet toestaan dat de vijand zich over ons verkneukelt, zullen we steeds minder vaak en min- der gewelddadig vallen. Onze valpar- tijen zullen dan slechts wankelingen worden. Heb jij nog steeds last van de herin- nering aan een nare valpartij? Laat je leiden door God in plaats van toe te staan dat de vijand zich over jou blijft verkneukelen. Heb het lef om te zeggen: ‘Jij die me haat, maak je niet vrolijk over mij. Al ben ik gevallen, ik sta op – sterker dan ooit, waakzaam en alert.’ Satan is eropuit om ons neer te halen. Ik heb fysiek een litteken dat mij nog elke dag aan een geestelijke werkelijk- heid herinnert. Zorg er alsjeblieft voor dat jij deze les leert zonder dat je daar een litteken voor nodig hebt. Haal je ogen niet van het pad af, ongeacht hoe vaak je daar al gelopen hebt. Richt je blik op Degene ‘die de macht heeft u voor struikelen te behoeden’ ( Judas 1:24). Jij die me haat, maak je niet vrolijk over mij. Al ben ik gevallen, ik sta op, als is het donker om mij heen, de h e e r is mijn licht. (Micha 7:8 ) 20

21 DAG 2 Eren & aanbidden Zonde belijden Erkennen van Gods gezag Lijstje langsgaan | voorbede Intimiteit delen Nodigen tot toerusting

22 A ls mensen worstelen we met de angst dat God ons tekort zal doen. Gods opdracht om de aarde met onze nakome- lingen te bevolken (Gen. 9:1) was een zegen – geen vloek. Als een minnaar riep God onze voorouders tot de uit- gestrekte plaatsen die Hij voor hen had geschapen. Wij mensen dachten ook dat God ons tekort probeerde te doen toen Hij be- kendmaakte dat het zijn bedoeling was dat wij zijn naam zouden grootmaken. Wij wilden onze eigen naam grootma- ken. De toren van Babel werd gebouwd omdat mensen zichzelf op de kaart wil- den zetten. Onze poging om een toren te bouwen ‘die tot in de hemel reikt’ was een manier om overmoedig op Gods grondgebied te gaan staan. We begrepen het verkeerd: de hele schepping is Gods grondgebied. Ik kan me bijna inbeel- den hoe de heilige Drie-eenheid onze poging om de toren te bouwen met opgetrokken wenkbrauwen gadesloeg. Als onze daden niet zo kwetsend en opstandig waren geweest was het mis- schien wel een komisch tafereel geweest. Gods reactie? ‘Als zij zo dwaas en egocentrisch zijn, zullen ze nergens voor terugdeinzen.’ Steen na steen probeerden wij mensen om ons eigen lot te verwezenlijken. Ondanks al onze inspanningen lukte het ons niet om onze wil aan God op te leggen. God legde zijn wil aan ons op. ‘Laten wij naar hen toe gaan.’ De Vader, Zoon en heilige Geest kwamen naar beneden. Wat een scène, stel het je eens voor! ‘De heer verspreidde hen van daar over de hele aarde.’ Zij kregen ’s werelds eerste acrobatiekles. Ook vandaag zijn er mensen die tegen God in opstand komen en er alles aan doen om zichzelf op de kaart te zetten. De vele mensen die hebben geprobeerd om de Mount Everest te beklimmen zijn hier een hedendaags voorbeeld van. Ze geven een vermogen uit, lijden aan allerlei kwalen, zetten hun relaties op het spel, riskeren lijf en leden en stellen zichzelf bloot aan onvoorstelbaar Lezen Genesis 11 :1 - 9 DAG 3 DAG 1

23 lage temperaturen om langs bevroren lijken door te sneeuw te ploeteren. Maar weet je wat mij nog het meest verbijstert? Als ze de top al bereiken kunnen ze niet eens van de overwin- ning genieten. Gedesoriënteerd, met bijna ingeklapte longen en verblind door de sneeuw staan ze vijf minuten boven op de beroemde Mount Everest voordat ze al weer aan de afdaling beginnen, zich haastend om nog te kunnen ademen. Waarom doen ze het eigenlijk? Puur om de hoogste top op aarde te halen en om de naams- bekendheid die dat hun brengt. De ironie wil dat de meesten hun eigen naam niet meer weten wanneer ze hun doel eindelijk bereikt hebben.Dat lijkt nogal op de toren van Babel, vind je niet? Als mensen willen wij onszelf op de kaart zetten. Als we nou maar begrepen dat ons bestaan op deze aarde een indruk achterlaat – zelfs tot in de eeuwigheid – wanneer we ons leven wijden aan de glorie van God. Zij die God verwerpen, zijn het over één ding eens: ieders recht om naam te maken voor zichzelf. Ze ontnemen zichzelf het roemrijkste van alle rech- ten: het recht om de naam van Jezus, de Enige, te mogen dragen. En in zijn naam … zal elke knie zich buigen. Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ (Gen. 11:4 )

24 DAG 3 DAG 1 Eren & aanbidden Zonde belijden Erkennen van Gods gezag Lijstje langsgaan | voorbede Intimiteit delen Nodigen tot toerusting

D eze psalm gaat niet over verwoesting en herstel na li- chamelijk ziekte. In deze tekst gaat het erom dat God zijn Woord zond om een ander soort ziekte te genezen: de ziekte van opstandigheid tegenover God en het weigeren om zijn raad aan te nemen. Hun pogingen zich te bevrijden van zijn gezag deed Gods volk de boeien om. Psalm 107:20 doet een van de belangrijkste uitspraken over genezing in de hele Bijbel, namelijk dat Gods Woord de voornaamste manier is waarop Hij geneest. Gods volk was ge- bonden omdat het opstandig was jegens God en weigerde om zijn raad aan te nemen. Ze hadden te lijden omdat het hen aan Gods Woord ontbrak. Alleen zijn Woord kon hen genezen. Velen van ons hebben dringend behoef- te aan de genezende kracht van Gods Woord. De Bijbel is het geschreven Woord dat het levende Woord die ons kan verlossen aan ons bekendmaakt. We doen weleens alsof opstandigheid hetzelfde is als een verslaving, een periode van ontrouw of zelfs volledige geloofsafval, maar de bijbelse defini- tie is simpelweg Gods adviezen in de wind slaan. In Jesaja 50:5 staat: ‘God, de heer , heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd.’ Verzet bieden – opstan- digheid – is terugdeinzen voor Gods Woord. We kunnen elke zondag in de kerk zitten en toch opstandig zijn te- genover God. Als we onze antwoorden elders blijven zoeken en Gods Woord niet serieus nemen, leven we in een staat van opstandigheid. Zelf heb ik zulke opstandigheid ook meegemaakt. Als jongvolwassene had mijn hart genezing nodig. Ik kende God en diende Hem, maar ik hunkerde ook naar meer. TOCH stond ik er niet bij stil dat zijn Woord mij zou kunnen genezen. Gelukkig groeide mijn verlan- gen om de Vader te dienen en besefte ik dat ik geen liefde koesterde voor zijn Woord. Ik begon Hem te vragen om die liefde in mij aan te wakkeren. Toen Hij dat deed gebeurde er iets wat ik nooit DAG 4 Lezen Psalm 1 07 :1 0 -21 25

had verwacht. Mijn hart begon te ge- nezen. Ik wist dat ik gezonder was: ik kon het voelen. Ik ging Gods Woord niet bestuderen om te helen maar ik kwam er al snel achter dat hoe meer ik zijn raad zocht, hoe meer ik genas. Tot op de dag van vandaag loopt dit proces door. Ik ben er niet alleen gezonder op, maar ik heb er ook een diepgaan- de liefdesrelatie met de Heler door ontwikkeld Luister alsjeblieft naar wat ik op mijn hart heb: genezing is te vinden in Gods Woord, niet alleen door op zoek te gaan naar genezing, maar juist door op zoek te gaan naar Hem. We kun- nen kinderen van de levende God zijn en toch ‘in donkere krochten wonen’ als ‘slaven met ijzeren boeien’, omdat we zijn raad afwijzen. De schrijver van Psalm 119:92 getuigt van de helende kracht van Gods Woord. ‘Verheugde ik mij niet in uw wet, ik zou vergaan van ellende.’ Alleen God kan jou bevrijden. Zijn Woord kan de boeien rond jouw polsen doen verdwijnen.Heb jij binnen een bepaald domein genezing nodig? Bijvoorbeeld voor een ongedisciplineerde levenswijze, een zwerende wond of een bindende verslaving? Schrijf het op. Vertel het aan de grote Heelmeester en richt je dan op Gods Woord voor genezing. Hij zond zijn woord en genas hen, ontrukte hen aan het graf. (Ps. 107:2 0 ) 26

27 DAG 4 Eren & aanbidden Zonde belijden Erkennen van Gods gezag Lijstje langsgaan | voorbede Intimiteit delen Nodigen tot toerusting

28 Lezen Lucas 7 :3 6 -5 0 DAG 5 I n Lucas 7 worden we uitgeno- digd om te dineren aan de tafel van tegenstellingen. We lezen hoe Christus zich verhoudt tot twee personen, beiden evenveel geliefd door Diegene die zijn Zoon die avond naar de maaltijd stuurde. We zitten eerst tegenover de farizee- er. Probeer hem niet in een hokje te plaatsen. Veel farizeeën waren vrome, rechtvaardige mannen van God. Er zaten huichelaars tussen, maar er waren er ook die er oprecht en wanhopig naar streefden om zich aan de wet te houden. De farizeeër die Christus had uitgeno- digd voor het avondeten beschikte over een immense kennis van de Schrift. Hij kende letterlijk honderden teksten uit zijn hoofd en had op intelligente en overtuigende wijze over elk oudtesta- mentisch onderwerp kunnen debatte- ren. Laten wij hem het voordeel van de twijfel geven en ervan uitgaan dat hij een goede man was – en waarschijnlijk ook nieuwsgierig. De gastheer en zijn gast hadden nog maar net kennisgemaakt toen er een indringster binnenkwam. De gastheer was geschokt dat een vrouw van de straat zomaar zijn huis binnenliep. Stel je zijn gêne eens voor toen die ongeno- de gast ook nog eens huilend neerkniel- de bij Christus en zijn voeten met olie inwreef ! Nadat hij mentaal een vonnis over haar had uitgesproken, oordeelde de farizeeër ook over Christus: ‘Als hij een profeet was, zou hij weten wie die vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is’ (Luc. 7:39). Ik betwijfel of de farizeeër het woord zondaar ooit had gebruikt met betrek- king tot zichzelf. Als iemand die een rechtvaardig leven had geleid, vond hij dat woord niet op hem van toepas- sing. Dat woord sloeg altijd op iemand anders. De farizeeër kon niet begrijpen wat de zondares deed, omdat hij er geen benul van had hoe diep haar liefde ging. Hij kon Christus die avond van alles bieden: een vlekkeloze reputatie, een hoop kennis en een interessant DAG 1

29 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde. (Luc. 7:47 ) gesprek. Maar hij had geen liefde. Zij kon Christus die avond niets dan een bedorven reputatie bieden, was hoogstwaarschijnlijk ongeletterd en kon door haar tranen heen geen woord uitbrengen. Maar liefde had ze wel. We zouden kunnen denken dat deze ontmoeting betekent dat hoe meer we zondigen, hoe meer we Jezus zullen liefhebben. Het lijkt bijna alsof een slecht leven de sleutel is tot meer liefde. Maar dat klopt niet! De intense liefde die de vrouw had, kwam niet voort uit diepten van zonde maar uit diepten van vergeving. Het niveau van intimiteit dat met haar bekering ge- paard ging, bracht een diepe liefde in haar naar boven. De farizeeër was ook een zondaar, maar hij werd verblind door trots en verstikt door eigen gelijk. Gods genade maakt zonde niet toe- laatbaar; Gods genade maakt zonde vergeefbaar. Het zijn dezelfde voeten waaraan zowel trotse als verdorven mensen moeten knielen om genade te ontvangen. Is er iets in jouw leven waarvan jij denkt dat God het niet kan vergeven? Misschien kun je jezelf wel niet vergeven. Open je hart voor de vergevende en verlossende kracht van Gods liefde. Hij kan je vergeven en Hij zal je vergeven als je Hem daarom vraagt. Zo spreekt zijn Woord.

30 DAG 5 DAG 1 Eren & aanbidden Zonde belijden Erkennen van Gods gezag Lijstje langsgaan | voorbede Intimiteit delen Nodigen tot toerusting