In de schaduw van het kalifaat
Reizen door het verscheurde Midden-Oosten
J. Hoekman & Jacob Hoekman
Onlusten. Onthoofdingen. Oorlogen. De Arabische wereld is de grootste brandhaard van deze tijd. Tegelijk zijn hier, in de bakermat van de menselijke beschaving, de meest meeslepende en hoopvolle verhalen te horen. Verhalen die de lezer helpen om de…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789087181536
200
Paperback
€34,95
Beschrijving
Notice: Undefined property: WP_Error::$name in /home/boeken1q/affiliate/wp-content/themes/clcAffiliate/woocommerce/clc_wc_functions.php on line 468
Onlusten. Onthoofdingen. Oorlogen.
De Arabische wereld is de grootste brandhaard van deze tijd. Tegelijk zijn hier, in de bakermat van de menselijke beschaving, de meest meeslepende en hoopvolle verhalen te horen. Verhalen die de lezer helpen om de nooit opdrogende stroom nieuwsberichten een gezicht te geven.
Terroristen, predikanten, priesters, imams, ambtenaren, huismoeders, jongens en meisjes: in dit boek komen ze aan het woord. Van Libanon tot Oman en van Egypte tot Irak, tegen de achtergrond van hun roerige bestaan in de schaduw van het kalifaat.
Ontmoet christenen in Saudi-Arabië. Loop mee door een smokkeltunnel onder de grens van de Gazastrook. Sta aan het front met Islamitische Staat in Syrië. Kortom, reis mee door de landen van de Arabische wereld.
En wees erop voorbereid dat deze fascinerende wereld je niet meer loslaat.
Categorieën
Eigenschappen
9789087181536
01-10-2019
Nederlands
200
402
Paperback
J. Hoekman, Jacob Hoekman
Leesfragment
In het kort 1 De Arabische wereld leeft feitelijk al sinds de tijd van Mohammed in de schaduw van het kalifaat. Wie deze wereld wil begrijpen, kan niet om het concept van het kalifaat heen. 2 Het glorierijke verleden van de Arabische kalifaten komt abrupt tot stil stand met de val van Bagdad in 1258. De islamitische gouden eeuw is voorbij en een tijdperk van stagna- tie en intense vernederingen breekt aan. 3 Achtereenvolgens het Ottomaanse Rijk, de Europese kolonisatie en de stic hting van de staat Israël tonen het totale onvermogen van de Arabische wereld om, net als vroeger, een vuist te maken. 4 Met de onafhankelijkheid van de Arabische staten breekt een nieuw tijdpe rk aan. De hoop op een Arabische herrijzenis met behulp van seculiere panarabische ideeën is rea- listischer dan ooit. Maar de hoop loopt uit op een grote teleurstelling. 5 In plaats van panarabisme wordt via panislamisme geprobeerd om de Arabis che wereld opnieuw tot bloei te krijgen. Die poging opent echter de deur naar wijdverspreid extre- misme en jihadisme. 6 De ontmanteling van het panarabisme heeft verstrekkende gevolgen. Seculi ere, autori- taire heersers komen ten val en in vrijwel de hele Arabische wereld breken opstanden uit omdat deze heersers niet in de basisbehoeften van het volk hebben kunnen voorzien. 7 Het falen van de feodale dictators baant de weg voor de belofte van kali faatijveraars. De chaos van de Arabische wereld is in de basis te herleiden tot een strijd om de macht tussen deze twee groepen. Die strijd is voorlopig onbeslist. 37
Egypte nu Wie regeert er? President Abdul Fatah al-Sisi Wat is de hoofdstad? Caïro Hoeveel mensen leven er? 100 miljoen Welke religies zijn er? Islam (92%), christendom (10%) Wie zijn politieke vrienden? Saudi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten Wie zijn politieke vijanden? Iran, Turkije Is er een nationaal trauma? Zeker. Revoluties gevolgd door twee pre- sidentswisselingen tussen 2011 en 2014 hebben diepe sporen in de nationale psyche getrokken 3200 v.Chr. Koning Menes sticht eerste Egyptische dynastie 2500 v.Chr. Bouw van piramides begint 1446 v.Chr. Mozes leidt Israëlieten weg uit Egypte (mogelijk 1260 v.Chr.) 332 v.Chr. Grieken nemen macht over 30 v.Chr. Romeinen nemen macht over 4 v.Chr. Jozef, Maria en Jezus vluchten naar Egypte 61 n.Chr. Apostel Markus sticht ge- meente in Egypte: start van Koptische Kerk 639 Kalief Omar begint veroverings- tocht; start islamitisch Egypte 1517 Ottomanen nemen macht over Egypte toen 1882 Britten nemen macht over 1952 Egyptische Revolutie. Start onaf- hankelijke republiek 2011 Nieuwe Egyptische revolutie als onderdeel Arabische opstanden 2012 Moslimbroederschap levert nieu- we president. Situatie christenen ver- slechtert 2013 Massale protesten en staatsgreep door leger 2015 President Sisi woont als eerste Egyptische president ooit christelijke kerkdienst bij 2019 Oppositie in het land wordt meer en meer de kop ingedrukt 38
Hoofdstuk 1 De fata morgana van vrijheid Egypte en de hongerige massa’s Hoe de opstand van het volk van de Nijl zich nauwelijks laat beteugelen Cairo Minya SINAÏ Nijl EGYPTEEl Arish Rafah 39
‘Het echte gevaar is dat Egypte van binnenuit wordt opgeblazen.’ Abdul Fatah al-Sisi, president van Egypte, 2018 1.1 De bedoeïenen in de Sinaïwoestijn zien hun onafhan- kelijkheid met elke opstand dichterbij komen, maar vissen steeds achter het net. De gammele Mercedes waarin ik zit, heeft nog maar één koplamp. Dat komt omdat de wagen zojuist een ongeluk heeft gehad. Hij botste tegen de auto die voor ons reed. Het ging niet hard en mijn medepassagiers en ik zijn alle- maal nog heel. Het is bovendien keurig op z’n Egyptisch afgehandeld. Na het gebruikelijke Egyptische ritueel waar- bij de chauff eurs elkaar de huid vol scholden, heeft onze chauff eur een plastic zak om de restanten van de koplamp gefrommeld en zijn we verder gereden, richting de Sina- iwoestijn. M’n medepassagiers blijven er onbewogen onder. Dit is Egypte. Voorin, naast de chauff eur, zit de enige dame van het gezelschap. Een ongeluk of niet, zij gaat gewoon verder met haar telefoongesprek, haar mobiel vastgeklemd tussen haar oor en haar hoofddoek – handsfree zonder bluetooth of andere technische snufjes. De chauff eur, met baard, is zelf ook voortdurend in gesprek met raadselachtige neven her en der in het land. En is hij even niet aan het bellen, dan zet hij, op standje tien, een bandje met Koranrecitaties op. Een cd-speler bezit de Mercedes niet. Noordelijke Sinaï Nu, uren later, passeren we het Suezkanaal. De majestueuze waterweg die ervoor zorgt dat schepen Afrika niet langer hoeven te ronden, ligt ongenaakbaar onder de Noord-Afri- kaanse zon. Er is een controlepost, en mijn paspoort wordt minutieus bekeken, maar we kunnen uiteindelijk doorrij- den. Het is immers niet verboden om naar de Sinaï te gaan - ook niet naar de noordelijke Sinaï. Maar ongebruikelijk is het wel. Toeristen zijn hier niet; die houden het doorgaans Per taxi over de brug bij het Suezkanaal. Het Sinaï-schiereiland. Sinaï 40
bij het zuiden van de Sinaï, waar prachtige plaatsen liggen als Sharm al-Sheikh en natuurlijk het beroemde Sint Ca- tharinaklooster. En zelfs dat gebied wordt tegenwoordig ontraden voor toeristen, wat een enorme domper betekent voor de toch al kwakkelende Egyptische toeristenindustrie. In het noorden ligt een bezoek nog een slag lastiger. Zelfs Egyptenaren gaan hier maar weinig heen. Al m’n me- depassagiers zijn op een gegeven moment uitgestapt. Af en toe passeren we een controlepost van het leger, maar we hoeven er niet te stoppen. De weg wordt steeds leger. De bomen worden schaarser, steeds meer wint het zand terrein. Dit is de pracht van de woestijn zoals een woestijn hoort te zijn. Geen rotsblokken, maar zandheu- vels met messcherpe randen aan de top. Ze rijzen op, dalen neer om weer voor nieuwe plaats te maken. Hier en daar een oase met een groep palmbomen. Tussen de bomen lo- pen gesluierde vrouwen met geiten. Een karavaan kamelen sjokt door het zand. Een wadi. Schapen. En natuurlijk de onvermijdelijke ezeltjes met hun vracht. Het is het Mid- den-Oosten uit de oriëntalistische boekjes. Bedoeïenen Maar de romantiek van het oriëntalisme maakt al snel plaats voor de meer prozaïsche werkelijkheid. In El Arish, niet ver van de Gazastrook, bereik ik mijn voorlopige bestemming. Hier zal ik enkele bedoeïenen van de Sinaï ontmoeten, betrokken bij de smokkel naar de Gazastrook en verder bij alles wat hun eigen onafhankelijkheid kan waarborgen. In de stad wacht ik op een afgesproken straathoek. Het duurt even, dan komt er een auto aanrijden. Er zitten drie mannen in die net een slagje donkerder getint zijn dan de meeste Egyptenaren in het noorden van het land. Bedoe- ienen. Zij zijn heer en meester over de Sinaï. Ik stouw me in hun wagen en ga op weg. Het is inmiddels aardedonker. We passeren verschillende controleposten van het Egyp- tische leger. Controles zijn gelukkig niet aan de orde. Wat zouden deze militairen anders denken, als ze een wester- ling zien in een auto met drie bedoeïenen van de noorde- lijke Sawarka-stam uit de Sinaï? Koele nachtlucht waait door het openstaande autoraam Oriëntalisme staat voor een typisch westerse blik op het Mid- den-Oosten, waarbij de oriënt als primitief en romantisch wordt afgebeeld. 41
naar binnen. Enorme cactussen langs de kant van de weg schieten voorbij terwijl we over de hobbelige zandweg- getjes rijden. Dan arriveren we bij het huis van een van de bedoeïenen. Het blijkt feitelijk meer een huis in aan- bouw dat nooit is afgemaakt. Binnen is een vrijwel kale ruimte met betonnen wanden. Op de grond ligt zand. Het enige meubilair bestaat uit matrassen en heel veel kussens die langs de wanden op de grond liggen. Twee jongens proberen een vuurtje te stoken - het is koud in de Sinaï, zeker in deze winternachten. In kleine glaasjes serveren ze thee. Gewapende aanslagen Het is een beleefdheidsbezoek, zodat we wat aan elkaar kunnen snuffelen. Mustapha, een grote man in een dikke winterjas, is duidelijk hun leider. Iets verderop zit Hoessein, een neef van hem. Hij is het meest spraakzaam. Mustap- ha is al sinds 25 januari 2011, de eerste dag van de grote revolutie in Egypte, betrokken bij demonstraties. Zijn rol? Protestbijeenkomsten organiseren, zegt hij zelf. En hoogst- waarschijnlijk gewapende aanslagen uitvoeren, vult tolk Muhamed aan, ‘maar dat wil hij liever niet zeggen’. De bedoeïenen vragen niet wat ik nu precies wil, en ik ben evenmin al te direct in mijn vragen. Rechtstreeks op je doel afgaan, dat kun je hier vergeten. Maar het leven zelf ervaren, dat lukt hier dan weer buitengewoon goed. Terwijl de nacht vordert, nodigen de bedoeïenen me uit om te overnachten bij een vriend. Het wordt Abu Achmed, had- ji, smokkelaar en trotse bezitter van drie vrouwen en tien kinderen. Negen van die tien kinderen zijn zoons, dus die trots is in Arabische ogen wel gepast. Het huis van Abu Achmed staat niet ver van Rafah aan de grens met Gaza. Daar begint het ritueel opnieuw. Volgens de beste wetten van de Arabische gastvrijheid schenkt hij koffie en thee in kleine kopjes. Daarna verlaat hij me een ogenblik om buiten, op de binnenplaats, een vuur aan te leggen. Wetten van de stam Ze zijn een volk met een gebruiksaanwijzing, deze be- doeïenen. Ze zijn moslim, maar ze houden in de praktijk vaak meer vast aan hun eigen tradities dan aan die van de Een hadji heeft de bedevaart naar Mekka (hadj) verricht en staat daardoor vaak in hoog aanzien. Theedrinken met smokkelaars in de Sinaï. 42
islam. Alleen al in de Sinaï zijn er zo’n twaalf verschillende stammen, waarvan de Sawarka-stam de meest talrijke is. Vóór de opstanden hadden deze bedoeïenen het niet altijd makkelijk. Met de richtlijnen en oekazes die regelmatig vanuit Caïro over hen worden uitgevaardigd, hebben ze nu eenmaal niets op. Wat telt, zijn de wetten van de stam. De tradities van de woestijn. De drang naar onafhankelijkheid zal niemand er bij hen uit weten te krijgen. En de hoop daarop is altijd levend. Die hoop werd in eerste instantie gevoed toen in 2011 de geest van rebellie die de Sinaï al zolang teistert, over- sloeg naar de rest van het land. Zeker toen de toenmalige president Mubarak na bijna dertig jaar opstapte als gevolg van het massale en aanhoudende protest, leek plots alles mogelijk. Het volk wist de farao af te zetten! Dit was nooit eerder vertoond. Als dat kon, zouden de Egyptenaren nu eindelijk het roer van hun eigen toekomst in handen kun- nen nemen. Kat-en-muisspel Vrije verkiezingen, de eerste democratische verkiezingen in de geschiedenis van Egypte, volgden. De nieuwe presi- dent werd Mohammed Morsi, een orthodoxe moslim van de voorheen verboden Moslimbroederschap. Ook dat leek niet verkeerd voor de Egyptenaar die verandering wilde. Hier had hij voor gestemd. Met de islam aan de macht moest het goedkomen met het land. Maar met één ding was geen rekening gehouden. Toen ooit het Egyptische leger onder aanvoering van zijn farao het volk Israël achternazat, verdronken de soldaten jam- merlijk in het water van de Rode Zee. In en na 2011 liep het echter anders. Het is waar, Mubarak had na decennia het veld moeten ruimen. De farao was verdronken. Maar zijn leger niet. Dat had nog altijd de touwtjes strak in han- den en ondermijnde het gezag van de Moslimbroeder Morsi vanaf het begin. Na een jaar leidde dit kat-en-muisspel tot een nieuwe machtswisseling. Morsi werd in 2013 afgezet door het le- ger, met gebruikmaking van hevig geweld. Op 14 augustus 2013 werden, vooral op het Rabaaplein in Caïro, zo’n duizend mensen gedood door het Egyptische leger. Hu- Naar aanleiding van de moord- partij op het Rabaaplein ont- wikkelden Moslimbroeders een handgebaar van vier opgestoken vingers en een gebogen duim (Rabaa betekent vierde). Dit werd een bekend symbool voor steun aan de Moslimbroeders. Onder anderen de Turkse president Erdogan gebruikte het. 43
man Right Watch concludeerde later dat dit een van de grootste moordpartijen op demonstranten was die in de recente geschiedenis op één dag zijn gepleegd. En de nieu- we president? Het werd Abdul Fatah al-Sisi, ofwel kort- weg Sisi – niet verrassend een generaal uit datzelfde leger. Egypte leek terug bij af. Terreurnetwerk Leek, want de eeuwenoude hoop van de bedoeïenen om af te rekenen met het verre Caïro was intussen levendiger dan ooit. Dat kwam door toedoen van een gevreesd terreur- netwerk dat zijn tentakels vanuit Syrië en Irak uitstrekte naar de Sinaï. De naam van dat netwerk: Islamitische Staat. De beloftes van deze groep waren voor de bedoeïenen van de Sinaï haast onweerstaanbaar. Boven de woestijn trilde een fata morgana van onafhankelijkheid en zelfbestuur. Het schiereiland werd een officiële afdeling van IS, ‘Wilaya Sinai’ ofwel ‘Provincie Sinaï’ geheten. De Mustapha’s, de Hoesseins, de Abu Achmeds van de Sinaï: ze roken hun kans. Autonoom zijn, zonder bemoeienis van Caïro, dat was altijd al hun droom. IS zou die waarmaken. Maar opnieuw visten ze achter het net. Om hun droom waar te maken, moesten ze hun ziel verkopen aan de dui- vel. Er hoorde onvoorwaardelijke trouw bij aan kalief Abu Bakr al-Baghdadi van Islamitische Staat; er hoorde een bloedige terreurcampagne bij; er hoorde bij dat ze bereid moesten zijn om te doden in koelen bloede. Nu waren de wetten van de woestijn altijd al keihard, net zoals deze mannen –en wat dat betreft veranderde er misschien weinig–, maar toch werd de IS-episode een nieuw dieptepunt in de geschiedenis van de Sinaï. Het bracht louter teleurstelling - ook voor de bedoeïenen zelf. Het kalifaat werd nooit wat het had moeten worden en de onafhankelijkheid vervloog zoals een luchtspiegeling ver- vliegt als je te dichtbij komt. De bedoeïenen werden er eufemistisch gezegd niet zachtmoediger van. Gastvrijheid Maar hun hardheid, en dat is het verwarrende van spre- ken met terroristen of potentiële terroristen, gaat nooit ten koste van de gastvrijheid voor wie het aandurft met hen op IS-logo van ‘provincie Sinaï’. 44
te trekken. Op het moment dat ik bij Abu Achmed over- nacht, is het kort vóór de snelle opkomst van IS in 2014. Abu Achmed is zo vriendelijk bij me in het gastenverblijf te slapen en dus een nacht bij zijn echtgenotes op te of- feren. In een paar minuten zijn de kussens in het verblijf omgebouwd tot bedden. Warme dekens erbij –heel veel warme dekens, de nachten in de winterse Sinaï zijn bar– en slapen maar, nadat ik uitvoerig gevoed en gelaafd ben. Om 7.00 uur ’s morgens komt een van Abu Achmeds vrouwen aan de deur kloppen, maar te zien krijg ik haar niet. Wel het resultaat van het werk van haar handen: platte broden, olijven, ei, zure yoghurt, bonensaus, koffie en thee. En ook resultaten van ander werk: het ene na het andere welopgevoede zoontje komt even kijken naar die wonderlijke gast. Drie van de negen zoons zitten op school, de rest is nog te jong. De kleine Mustapha en Omar bevestigen wat hun vader al duidelijk had gemaakt over zijn kindertal. Ze steken acht vingers in de lucht: acht jongens, inclusief henzelf. En dan nog een vinger: één zusje. 1.2 Zoals de bedoeïenen al eeuwen streven naar onafhan- kelijkheid, zo kwam een groot deel van de rest van de bevolking sinds 2011 in de greep van de revolutiegeest, gedreven door armoede en onvrijheid. Teken aan de wand Ik weet niet wat er van Abu Achmed en zijn negen kin- deren geworden is. Het lukt niet om contact met hem te krijgen sinds de terreur in de Sinaï zich heeft vermenigvul- digd. Steeds vaker is de noordelijke Sinaï een strijdtoneel van het Egyptische leger enerzijds en de bedoeïenen an- derzijds, waarbij het leger nu en dan hele gedeeltes grond confisqueert. Wat voor rol kiest Abu Achmed in die strijd? Misschien had hij me vandaag de dag uitgeleverd aan terroristen die me een kopje kleiner hadden gemaakt. Misschien ook niet. Ik weet wel dat deze mensen, met hun honger naar vrij- heid en ongebondenheid, al decennia een teken aan de wand waren in Egypte. Zolang hun terrein voornamelijk Abu Achmed is de gelukkige vader van tien kinderen, van wie negen zoons. 45
tot het noorden van de Sinaï beperkt bleef, nam de Egypti- sche overheid nooit de moeite om het hele gebied volledig te pacificeren. Laat ze maar, daar in de woestijn, moeten ze in Caïro hebben gedacht. Zolang we de dichtbevolkte gebieden langs de Nijl stevig in handen hebben, is er niets aan de hand. Na 2011 is echter niets meer hetzelfde in Egypte. On- rust kreeg een groot deel van de bevolking in de greep. In veel steden langs diezelfde Nijl, de levensader van Egyp- te, gingen avond na avond honderdduizenden mensen de straat op. En hoewel die demonstraties losstonden van de bedoeïenen in de Sinaï, zijn er toch overeenkomsten tus- sen hun streven en dat van de opstandige massa’s in de steden. De belangrijkste parallel is ongetwijfeld de hon- ger naar vrijheid, naar vernieuwing. De honger naar een goedbetaalde baan. De honger naar een leefbaar bestaan. En soms ook simpelweg de honger naar goed en voed- zaam voedsel. Broodrellen Een nieuw verschijnsel waren die rellen trouwens niet. Al in 1977 ging de Egyptische bevolking, die ook toen in meerderheid weinig te besteden had, massaal de straat op. Hun eis was even simpel als krachtig: geef ons brood. De toenmalige president Sadat zag in de demonstraties geen enkele reden om af te treden, maar greep juist keihard in. Meer dan 170 doden en honderden gewonden later was de rust hersteld. De broodrellen, zoals ze gingen heten, waren neergeslagen. Ruim dertig jaar later lukte het niet om de opstand neer te slaan, terwijl het toch niet misplaatst zou zijn om de rel- len van 2011 óók broodrellen te noemen. Kort voor 2011 steeg de prijs van tarwe in Egypte met 50 procent. Voor een land dat toch al de grootste tarwe-importeur ter wereld is, had dat grote gevolgen. Egypte heeft een fabelachtig groot aantal monden te voeden – en ook nog eens jonge monden. Van de naar schatting honderd miljoen inwoners is meer dan 60 procent onder de 30 jaar. Weliswaar heeft de hele Arabische wereld een jonge bevolking, maar Egypte spant de kroon. Voor al die mensen is niet alleen voedsel nodig, maar Bevolkings-opbouw van Egypte 0-14 32% 75+ 1% 60-75 6% 45-59 12% 30-44 19% 15-29 30% 46
ook woonruimte. En banen. Zo fabelachtig groot het aan- tal jongeren is in Egypte, zo schrikbarend groot is ook de jeugdwerkloosheid in het land. Basale dingen van het leven Deze sociaaleconomische factoren worden vaak over het hoofd gezien in de gebruikelijke verklaringen van de rellen die sinds 2011 om zich heen grepen. De Arabische opstan- den begonnen helemaal niet omdat de bevolking zo graag een strikt islamitisch regime wilde. Het liep er vaak wél op uit, maar de oorzaken lagen ergens anders. De bevolking wilde in eerste instantie simpelweg een beter leven: garan- tie op een baan, op voedsel. De basale dingen van het leven, meer niet. Dat was zo toen in Egypte de revolutie in 2011 losbarst- te, en het was ook zo op de plaats waar de wieg stond van de Arabische opstanden: Tunesië. Daar werd op 17 decem- ber 2010 letterlijk de vonk van de opstanden aangesto- ken door de 26-jarige Mohammed Bouazizi. Hij overgoot zichzelf met benzine en stak zich in brand, uit pure wan- hoop. Er was geen werk voor hem en de massale corruptie in Tunesië maakte dat hij nergens tussen kon komen. Zelfs zijn straathandeltje met groente en fruit werd in beslag ge- nomen. De dood van Bouazizi zette een onvoorspelbare keten van reacties in gang. Eerst werd Tunesië het toneel van massale demonstraties. Maar kort daarna breidden die zich uit naar Egypte - een land dat qua belang met kop en schouders boven Tunesië uitsteekt. Egypte, met zijn hon- derd miljoen inwoners, met zijn media-industrie waarmee de hele Arabische wereld wordt beïnvloed en met zijn roemruchte islamitische al-Azharuniversiteit, is nu eenmaal een reus. Een klap die in Egypte wordt uitgedeeld, dreunt na in het hele Midden-Oosten. En toen die klap kwam, was geen president daar op voorbereid. 1.3 Een belangrijke aanjager van de revolutie is de be- schikbaarheid van moderne media in combinatie met een relatief goed opgeleide en vooral omvangrijke be- volking. 47
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord