Het Medaillon
Cathy Gohlke
Het leven van twee jonge stellen wordt verwoest door de waanzin van Hitlers oorlog, maar voor altijd verbonden door het lot van één klein meisje. Warschau, 1939. De Duitse Blitzkrieg heeft de stad verwoest. Sophie Kumiega wacht op nieuws van haar echtgenoot, piloot bij de Poolse…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789033130274
416
Paperback
€24,90
Beschrijving
Het leven van twee jonge stellen wordt verwoest door de waanzin van Hitlers oorlog, maar voor altijd verbonden door het lot van één klein meisje.
Warschau, 1939. De Duitse Blitzkrieg heeft de stad verwoest. Sophie Kumiega wacht op nieuws van haar echtgenoot, piloot bij de Poolse luchtmacht. Ze richt zich op de veiligheid van haar ongeboren baby. Maar als de buren haar hulp nodig hebben, begeeft zij zich in een uiterst gevaarlijke situatie.
Nooit hadden Rosa en Itzhak Dunovich kunnen denken dat hun eerste kindje, waarnaar ze zo hadden verlangd, in het Joodse getto ter wereld zou komen. En al helemaal niet dat hun gezinnetje uiteengerukt zou worden. Maar Rosa wordt al snel geconfronteerd met een angstaanjagende realiteit: om het leven van hun dochtertje te redden, moet ze haar laten onderduiken.
Haar enige hoop om hun kind na de oorlog te vinden – áls een van hen overleeft – is het halve medaillon dat ze haar dochtertje meegeeft.
Cathy Gohlke vertelt een meesterlijk verhaal over de oorlog en de nasleep ervan. Wanneer alles verloren lijkt, opent God onverwachte wegen.
Categorieën
Eigenschappen
9789033130274
03-02-2020
Nederlands
416
342
Paperback
Cathy Gohlke
Aanbevelingen
Leesfragment
Originally published in the U. S. A. under the title: The Medallion by Cathy Gohlke Copyright © by Cathy Gohlke Dutch edition © by Uitgeverij Den Hertog B. V. with permission of Tyndale House Publishers, Inc. All rights reserved. Vertaling: Eveline de Boer-van Vliet en Nienke Boumanwww. uitgeverijdenhertog. nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. P De zachte vioolmuziek zweeft vanuit de zomertuin over de ver-zamelde gasten, als een klaagzang voor de voorbijgaande jeugd van de bruid en haar vertrek uit het vaderlijk huis. Een nerveuze Itzhak kijkt toe vanaf de trap die naar de keuken leidt, wachtend op zijn Rosa. De deur achter hem wordt geopend en hij draait zich om. Zijn hart gaat sneller kloppen en overrompeld door haar schoonheid fluistert hij: ‘Hoor je de vioolmuziek, speciaal voor ons? ’ Rosa drukt zich tegen hem aan en hij bemerkt haar glimlach, hoewel de sluier haar gelaatstrekken verhult. ‘Mijn lieve Itzhak, ik hoor alleen het kloppen van mijn eigen hart. ’ Hij tilt haar sluier omhoog en onthult zo haar mooie gezicht in dit intieme moment. Hij wil niets liever dan met zijn vinger langs haar zijdezachte wang strelen, haar lippen aanraken met de zijne, maar hij trekt zich terug en knipoogt snel voordat hij de sluier weer laat zakken. ‘Ik heb je wel door! Itzhak, maak me niet aan het lachen. ’‘Ik kan het niet helpen. Je bent het echt, mijn mooie Rosa!’ Fluisterend gaat hij verder. ‘Jouw vader weet wel dat ik niet goed genoeg voor jou ben. Maar toch heeft hij niet hetzelfde trucje uitgehaald als die oude Laban. ’‘Ssst. Zeg dat niet. Pas op, Itzhak, daar komt je moeder. ’ Itzhak drukt even haar beide handen, als teken van hoop en belofte. Dan loopt hij naar zijn vader en moeder. Hij steekt bij hen in en met opgeheven hoofd lopen ze gearmd naar de choepa. Ze lopen onder de franjes van opa’s gebedssjalen door, Itzhaks ouders scharen zich rechts van hem. De viool klinkt nog steeds, maar Itzhak kan zich niet concentreren op haar tonen. In plaats daarvan draait hij zich naar Rosa en kijkt hoe ook zij insteekt bij haar ouders, ook al weet hij dat hij eigenlijk niet mág kijken. Zijn ademhaling gaat moeilijk als ze aan komt lopen, een witte wolk in de zomer. Ze betreden de choepa en haar ouders gaan aan haar linkerkant staan, nu één familie onder de gebedssjalen van beide families. Rosa tilt haar rokken een beetje op en begint haar ritueel. Ze fluistert, zo zachtjes dat alleen Itzhak het hoort. ‘Ik loop nu zeven keer om jou heen, mijn lange en knappe Jericho. Je mag alleen glimlachen terwijl ik dit doe! Waag het niet hardop te lachen. Luister naar de cantor. ’ Gedwongen slikt Itzhak zijn lach in. Als ik lach, lach ik uit vreugde. Jij hebt elke verdediging, elke muur en elk obstakel naar mijn hart al lang geleden neergehaald, mijn Rosa. Ik ben een gevangene, overgeleverd Na haar laatste rondje reikt hij naar haar hand. Samen staan ze voor de rabbi, die hun in het Hebreeuws dicteert: Ani l’dodi v’dodi li. Itzhak herhaalt de woorden voor Rosa. ‘Ik ben van mijn liefste en mijn liefste is de mijne. ’ Ze antwoordt: ‘Ik ben van mijn liefste en mijn liefste is de mijne. ’‘Itzhak, spreek de gekozen woorden tot je bruid, ’ moedigt de rabbi ‘ Volgens de woorden van koning Salomo: “Sta op, mijn vriendin, mijn schone, en kom! Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; de bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land. De vijgenboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, mijn vriendin! Mijn schone, en kom!”’‘En Rosa, ’ zegt de rabbi, ‘spreek nu de woorden van Ruth tot Itzhak. ’ Helder en duidelijk klinkt Rosa’s belofte: ‘“ Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God. Waar gij sterven zult, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven worden; alzo doe mij de H en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood Itzhak houdt haar blik een moment vast. De brok in zijn keel belet hem het spreken. Dan herinnert hij zich weer wat hem nu te doen staat. Hij neemt de ring aan van zijn vader en laat deze aan haar vinger glijden. ‘Ik geef jou deze ring, mijn vrouw, deze onversierde ring als teken van de oneindigheid. En ook geef ik je dit medaillon, voor jou en voor de kinderen van onze kinderen – mijn mooiste en grootste hoop voor de toekomst. ’ Hij legt zijn hand op haar onderrug en draait zijn vrouw om, zacht Ze draait zich nogmaals naar hem om en pakt het medaillon in haar handen om het sierlijke ontwerp te bewonderen. ‘De Boom des Levens, Itzhak! Ik beloof je dat ik het altijd zal dragen. ’ De bruiloft van Itzhak en Rosa Dunovich Warschau – augustus DEEL I H \r \f \n Warschau – september De kroonluchter kwam met veel geraas naar beneden en spatte uit elkaar in miljoenen kristallen splinters zodra het gevaarte de gepolijste vloer van de bibliotheek raakte. Sophia Kumiega vloog onder de leestafel terwijl de bom insloeg. Zo goed als ze kon, probeerde ze de stapel eerste drukken te beschermen. En de baby in haar buik. Een tweede bom liet het gebouw op zijn grondvesten schudden en verbrijzelde het enorme raam dat van de grond tot het dak reikte, ondanks de tape die kruislings op het raam was aangebracht. Marmeren bustes barstten uiteen. Grote brokken kalk stortten neer. Hongerige vlammen vraten aan de boekenplanken. ‘Eruit! We moeten dit gebouw uit, nu!’ gilde Stefan Gadomski, de ‘ We moeten eerst de boeken verplaatsen! De boeken moeten gered worden!’ drong de hoofdbibliothecaris aan, terwijl hij een karretje op hoge snelheid naar de andere kant van het gebouw duwde. ‘ Als we ze verplaatsen is er grote kans dat de volgende bom daar zal vallen!’ riep Gadomski. ‘ Dan verplaatsen we ze naar de kelder, ’ schreeuwde de bibliothecaris terug. Sophia kon het niet meer aan. Ze had zo hard gewerkt om haar positie in Warschaus bibliotheek te verwerven – een hele opgave voor een Engelse vreemdeling, een nog grotere opgave voor een vrouw. Maar ze zou nooit haar baby in gevaar brengen – de baby waar zij en Janek om gebeden hadden, elke dag van hun getrouwde leven. Zelfs nu, nu Janek in zijn gevechtsvliegtuig probeerde de Luftwaffe te slim af te zijn. Het minste dat ze kon doen was hun ongeboren kind te beschermen. Ze gooide de stapel eerste drukken in een doos en stond al bijna bij de deur toen ze de bulderende stem van de bibliothecaris achter zich hoorde. ‘ Pani Kumiega, terugkomen! Als we onze bibliotheek verliezen, raken we alles kwijt!’ Maar Sophia draaide zich niet om. Ze kon en mocht nu niet van gedachten veranderen, hoe groot de aarzeling ook was. Ze was altijd gehoorzaam geweest aan het gezag, maar niet nu. Er waren al twee zwangerschappen aan deze voorafgegaan. Twee kindjes die de wereld nooit gezien hadden. Dit kind moest leven. Toen ze op straat de bibliotheek achter zich liet, dook Sophia in elkaar. Waarheen moest ze vluchten? Met de dag veranderde Warschau steeds meer in oorlogsgebied. Dagelijks vielen de meedogenloze bommen. Laagvliegende Heinkels beschoten mannen, vrouwen en kinderen, genadeloos, zonder onderscheid. Ze zag eindelijk kans om tussen twee gebouwen te duiken, schuilend onder afdaken en andere uitsteeksels, alles waar maar onder te schuilen viel. Zou ze veilig zijn als ze haar niet zagen? Wat zou nou eigenlijk erger zijn? Verpletterd worden door een dak, of op straat neergeschoten worden door Duitse vliegtuigen? Blok na blok rende en kroop ze door de ravage. Ze bad voor de veiligheid van haar man en het kindje in haar buik en hoopte dat hun appartement nog niet geraakt was door de vernietigende bommen. Toen ze eindelijk hun straat bereikt had en haar appartement in zicht kreeg, hoorde ze een kort fluiten. Stilte. Een helwitte flits en daarna vuur dat een kloof opende die zich eindeloos voor haar voeten uitstrekte. sts‘Sophia! Liefje, word wakker. Word toch alsjeblieft wakker. ’ Janek, mijn lieve Janek. Sophia hoorde hem nauwelijks door de dikke mist en het constante bonken in haar oren. Ze probeerde haar ogen te openen, maar haar oogleden waren te zwaar. ‘Ze komt bij bewustzijn. ’ Een andere stem, waarschijnlijk van Lisowski, de overbuurvrouw. ‘Goddank! We dachten dat we je kwijt waren. Ik dacht. . . ’ Sophia probeerde door de kleine spleetjes van haar oogleden te kijken naar het gezicht van haar man. Maar het was er niet. ‘Je leeft. Dat is het enige wat telt. ’ Dat was haar buurman, haar Bukowski. Haar hart ging sneller kloppen. ‘Janek? Bloed ik? Ben ik aan het bloeden? ’ Angst gaf haar kracht en ze probeerde overeind te komen. ‘Nee, nee, liefje, ga liggen. Alleen je voorhoofd en knieën bloeden. ’‘Ik zoek wel wat verbandjes. Je moet niet overeind komen, nu niet. ’ Nogmaals Lisowski. ‘Je Janek is in de lucht, nog steeds aan het vechten voor ons. ’ Ze hoorde trots in de stem van Bukowski. Sophia veegde het haar van haar voorhoofd, wat haar vingers rood en plakkerig maakte. ‘Een explosie. Ik herinner me een explosie. ’‘De hele straat is weggevaagd. . . alleen nog maar puin. ’‘En ons appartement? ’‘De voorgevel is verdwenen – helemaal open, als een poppenhuis, ’ vertelde Lisowski. Sophia probeerde zich te herinneren of ze de afwas nog gedaan had die morgen. Wat moest Lisowski wel niet denken als al dat vuile vaatwerk nog op de tafel stond, zichtbaar voor alles en iedereen. . . ‘ Blijf hier en blijf stil, ’ beval pan Bukowski. ‘ Ik zal eerst hulp halen en dan ga ik proberen te redden wat er te redden valt. Ik kom zo terug. ’ ‘Niet weggaan. Laat me hier niet achter, Janek. ’ Ze wilde zich aan zijn jas vastgrijpen, maar haar armen weigerden. ‘Je Janek zal terug zijn voor je het weet. Ik zal niet lang weg zijn, dat beloof ik. ’‘Neem mijn. . . ’‘Ja, ik neem alles mee wat ik kan. Alles wat nog te redden valt neem ik voor jou mee. ’sts Sophia opende haar ogen. Ze lag op een strozak, in een kamer die stonk naar rook en aangebrand metaal, verbrand papier en hout, verschroeide haren. Het enige licht kwam van een afgeschermde lamp op een klein tafeltje midden in de kamer. Ze voelde de as tussen haar tanden, op haar tong en vastgekoekt in haar haren. Van ver weg kwam het gerommel van explosies. Ze ontwaarde een donkere figuur in de stoel naast haar. Te rond en te ineengezakt om van Janek te zijn. Pan Bukowski? ’ fluisterde ze. De figuur bewoog en ging overeind zitten. Ze hoorde de wervels in zijn nek knakken. ‘ Ah, Sophia Kumiega, je bent wakker. ’ Pan Gadomski? ’ Ze had haar collega niet verwacht, maar de man was natuurlijk wel de peetvader van Janek. Tak, ik ben het. Ik ben blij je weer in het land der levenden te zien. Je hebt drie hele dagen geslapen. ’‘ Wat doe je hier? Waar ben ik? ’‘Je bent in een opslagruimte in de kelder van de bibliotheek – de veiligste plaats die ik kon bedenken. Hoewel, nu worden we levend begraven onder de wijsheid der eeuwen, als dat bombarderen nog lang doorgaat. Maar ik word liever begraven onder boeken, dan onder puin. ’‘Maar, Bukowski. . . het laatste wat ik me herinner, kowski. . . ’ ‘ Volgens de radio zijn er honderden doden. De stad zal onherkenbaar zijn. De dierentuin is een chaos. Zebra’s, leeuwen, tijgers, kangoeroes – allemaal ontsnapt. Een nachtmerrie voor voetgangers, een droom voor jagers. ’‘ Wat? Ze hebben de dierentuin gebombardeerd? ’ Totaal zinloos. Pan Gadomski haalde zijn schouders op, alsof hij haar gedachten kon lezen. ‘ Wat dit voor zin heeft? Jan zal wel gebroken zijn. Hij heeft heel zijn leven gewijd aan dat werk. Om nog maar niet te spreken over Antonina. ’‘De dierenverzorgers. Ik ken ze. Janek en ik gaan altijd graag. . . ’ Maar ze had niks meer gehoord van Janek, niet sinds het bombarderen begon. Het leek erop dat hij de smekende blik in haar ogen opmerkte. ‘ We weten alleen dat ze vechten, terugtrekken, hergroeperen, alles doen wat ze kunnen. Janek is een goede man, een sterke piloot. Daar moet je op vertrouwen, meid. ’ Sophia slikte, haar keel voelde dik aan. Ze wist wel dat Gadomski zich ook zorgen om hem maakte. Hij hield van Janek als was hij zijn eigen zoon. Had ze maar wat meer vertrouwen. ‘Burgemeester Starzy \tski vraagt de inwoners van Warschau loopgraven te graven. Overal zie je oproepen dat we onszelf moeten bewapenen en de Vistula moeten oversteken om te hergroeperen tot een verdedigingslinie. ’ Pan deed de burgemeester na. ‘Schoppen en loopgraven tegen de Duitse pantservoertuigen! Ik zal ook moeten gaan om te helpen. ’‘Hier? Nu? ’‘Nog niet, maar ze komen steeds dichterbij. Voorafgegaan door duizenden vluchtelingen die langzaam de stad binnendruppelen. Ironisch genoeg voelen ze zich veiliger onder de Duitse bommenwerpers dan op het platteland. En dat terwijl er in heel Warschau nergens meer stromend water te vinden is en we vrijwel zonder elektriciteit zitten. ’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is één grote chaos. Maar er is nog hoop. . . er is nog hoop zolang Wladyslaw Szpilman Chopin blijft spelen voor Radio Polen. ’ Pan Bukowski? ’ Pan Gadomski keek weg. ‘Frankrijk en Engeland hebben Duitsland de oorlog verklaard. Tussen explosies en puin vieren de mensen feest in de straten. Voor de ambassade deden ze een vreugdedans met de gezant van het Franse leger terwijl ze La Marseillaise zongen. Je zou Polen eens Frans moeten horen zingen, ze bakken er niks van. We zijn nu gelukkig niet meer op onszelf aangewezen. Maar we moeten wachten. Een overwinning heeft tijd nodig. ’ Pan Gadomski. . . waar is Pan Bukowski? ’ Een lange stilte volgde. ‘Hij heeft jou hierheen laten brengen door zijn zoon. Waarschijnlijk dacht hij dat het hier veilig zou zijn. Ik heb gehoord dat je appartement met de grond gelijk gemaakt is. Het spijt me. ’‘Janek. . . ’ Elke foto, elk boek, elke herinnering aan Janek en hun leven samen bevond zich in dat appartement. ‘Je vriend heeft dit laten brengen. Er zit een foto bij van je man. ’ Pan Gadomski wees naar twee zakken. ‘Nadat hij je hier had laten brengen heeft hij geprobeerd alles te redden wat nog te redden viel uit je appartement, voordat. . . ’‘ Voordat wat? ’ Pan Gadomski likte zijn lippen, weer aarzelend. ‘ Waar is pan Bukowski? ’ drong Sophia aan. Haar hartslag versnelde. ‘Het doet me pijn dit te moeten vertellen. Je vriend werd geraakt, beschoten door een vliegtuig na zijn laatste bezoek aan het appartement. Zijn zoon was bij hem, hij ving hem op toen hij viel. De zoon vertelde dat hij niet lang heeft hoeven lijden. Gisteren is hij deze spullen komen brengen. ’‘Nee. . . nee!’ Ze voelde zich duizelig worden. Het kon niet waar zijn. Pan Bukowski, haar vriend, haar enige echte vriend naast Janek sinds ze in Polen was komen wonen. ‘Hij vertelde dat de laatste woorden van zijn vader voor jou bedoeld waren: “Zeg tegen Sophia dat ze moet vechten, dat ze moet blijven vertrouwen. ” Iets over: “Denk aan de Rode Zee. ”’ De Rode Zee. . . hoe Adonai een weg zal maken waar geen weg is Hij herinnerde haar daar altijd aan als de paniek de overhand over haar kreeg. De angst en de zorgen, de beklemming die Sophia opgekropt had sinds de dag dat Janek vertrok en sinds de eerste bom viel op een verbijsterd Warschau, vonden eindelijk een uitweg. Het rauwe verdriet kwam van diep uit haar binnenste. Ze huilde. Eerst met hevige snikken, daarna met lange uithalen. Een verdriet dat ze alleen kende van het verliezen van haar kinderen. Rauw, scherp. Pan Gadomski verliet stilletjes de kamer. sts Toen Sophia weer wakker werd, brandde de lamp nog steeds. Het licht wierp grillige schaduwen op de muur. Naast haar strozak lag een broodje met wat kaas en een beker water. De geur van verbrande kleding en verschroeide haren hing nog in de kamer, maar de stilte was nieuw. Ze hoorde slechts haar eigen adem. . . langzaam, vloeiend. En toen wist ze het weer. Pan Bukowski. Tranen liepen over haar vuile wangen, in haar nek. Ze veegde ze weg en ging rechtop zitten. Het slikken ging moeilijk en deed pijn. Was hij geraakt toen hij haar eigendommen probeerde te redden? Niets wat ze bezat was zijn dood waard geweest. Sophia had geen besef van dag of tijd. Ze moest in een binnenvertrek zijn, want er waren geen ramen. Het was geen wonder dat de explosies zo ver weg hadden geklonken. Nu hoorde ze niets meer. Wat dit ook betekende – het was in ieder geval een opluchting. Een kramperig gevoel maakte haar klaarwakker. Ze bracht haar hand naar de ronding van haar buik en haalde opgelucht adem. Ze moest opstaan, ze moest een wasgelegenheid vinden, ze moest iets eten. Ze duwde de deken van zich af. Toen zag ze het bloed op haar strozak.
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Cathy Gohlke
Kijk voor meer info over Cathy Gohlke op www.authorcathygohlke.com/
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord