Het lot van koningen
G.P. Taylor & Mark Stibbe
1793. Als de terreur zijn schaduw begint af te werpen over Frankrijk steekt Thomas Pryce, de nieuwe pastor van Deal, het Kanaal over om de vermiste ouders van zijn Franse vrouw te vinden. Terwijl hij het hoofd moet bieden aan angstige gevaren vervolgt hij zijn weg naar Bretagne, waar…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789033801754
288
Paperback
€10,00
Beschrijving
1793. Als de terreur zijn schaduw begint af te werpen over Frankrijk steekt Thomas Pryce, de nieuwe pastor van Deal, het Kanaal over om de vermiste ouders van zijn Franse vrouw te vinden. Terwijl hij het hoofd moet bieden aan angstige gevaren vervolgt hij zijn weg naar Bretagne, waar hij niet alleen achter het lot van zijn schoonouders komt, maar ook een complot ontdekt dat de Britse monarchie omver dreigt te werpen. Vechtend tegen een sinister geheim genootschap en in een race tegen de klok, dwarsboomt Pryce de plannen van een Parijse spion en zijn agenten in Londen.
‘Het lot van koningen’ is een spannende historische roman die je meeneemt naar de tijd van de Franse Revolutie.
Categorieën
Eigenschappen
9789033801754
17-04-2019
Nederlands
288
330
Paperback
G.P. Taylor, Mark Stibbe
Mark M. de Boer
Aanbevelingen
Het lot van koningen: een avontuurlijk mannenboek met sterke vrouwen. Monniken met wapperende pij door smalle Parijse straatjes, ontmoetingen in schaars verlichte kerken, geheime genootschappen, de Illuminati en het oog van Ra: het zit allemaal in deze spannende historische thriller. Mark Stibbe sleurt je mee in een voor ons soms vreemde wereld. Wel een wereld die de onze mede heeft gevormd. De achttiende eeuw was een tijd waarin de blik op de wereld in het westen voorgoed kantelde van verticaal naar horizontaal, van geloof naar rede. Een scharnierpunt in de tijd waarin het ridderschap nog nagalmde, maar ook van grote nieuwsgierigheid, van ontdekkingen en van de eerste ballonvaart.
Het afwisselend in Engeland en Frankrijk gesitueerde verhaal zit boordevol actie. Het is zeer onrustig in Frankrijk. Er woedt een felle strijd van royalisten tegen republikeinen. Dit kostte al het leven van koning Louis XVI. Ook in Londen zijn dergelijke krachten aan het werk die het hoofd van koning George willen zien rollen.
Tegen dit decor gaat vicar Pryce op een missie naar Frankrijk om de ouders van zijn Franse vrouw op te sporen en in veiligheid te brengen. Hij raakt betrokken verzeild in een sinister complot waarbij ook eigen leven keer op keer gevaar loopt. De heldhaftige missie van Pryce liep uit op de oprichting van de eerste Britse geheime dienst.
Aan de research en de details is veel aandacht besteed. Het straatbeeld, de kleding, militaire en maritieme scenes, het lijkt allemaal te kloppen. De wat gekunstelde dialogen en een paar minder geloofwaardige scenes kan ik de schrijvers dan ook wel vergeven.
De verhaallijn is erg goed uitgewerkt. Er gebeurt veel en vrijwel elke pagina is levendig en vol actie. Het verhaal zou het dan ook op het witte doek goed kunnen doen. Dit is ook de reden dat G.P. Taylor er bij betrokken was: hij moest er voor zorgen dat er meteen een goed bruikbaar script zou zijn dat het verfilmen makkelijker zou maken.
Er wordt ook gewerkt aan nieuwe verhalen, zegt auteur Mark Stibbe. Met dominee en spion Pryce is een personage gecreëerd dat nog best een aantal nieuwe delen mee kan. Poldark meets Grantchester meets James Bond.
- Erik Verhagen, Visie
Leesfragment
5 Hoofdstuk 1 W illiam Hardy schrok op toen de deur van de slaapkamer piepte. Hij lag al drie dagen weg te kwijnen in zijn kamer in Hotel Pelikan in Sévig- nac, worstelend met een dodelijke koorts. Hij was al een paar keer bijna bezweken voor haar verleidingen, maar had haar telkens weerstaan door de naam van zijn grote liefde in Kent aan te roepen. Maar nu, terwijl de scharnieren uit het hout schoten, wist hij dat niet de koorts hem zou komen halen, maar iets, of beter gezegd iemand, nog veel verschrikkelijker. Hardy draaide zijn ongeschoren gezicht naar de deur net op het moment dat een man in een mantel zijn slaapkamer binnensloop. Hij was over de veertig en droeg een dokterstas. ‘Aha, daar bent u’, zei de bezoeker, terwijl hij dichterbij kwam. Hardy tilde zijn hoofd op van de doorweekte lakens om te niezen. De nies bleef uit. De man met de mantel ging langzaam zitten op een houten stoel naast het bed. Het driekleurige lint op zijn borst stak af als een wond. Hij keek naar Hardy en glimlachte. ‘Sta me toe mezelf voor te stellen’, zei hij en trok zijn zijden handschoenen uit. ‘Ik ben dokter Vacher.’ Hardy rilde. ‘Ik weet wie u bent.’ De dokter zette zijn hoed af, van waaronder een geschoren schedel tevoor- schijn kwam. Een rond, zilveren brilletje rustte op het puntje van zijn haviks- neus, die uit zijn bleke gezicht naar voren stak. ‘Dit is mijn assistent, Ernest Masson’, zei hij, en een tweede man kwam binnen. Hij was jonger dan de kale man en had vettig, dunner wordend donkerbruin haar. ‘Wij werken voor citoyen Danton’, zei Masson, terwijl hij water in de kope- ren lampetkan op het nachtkastje goot. De dokter zette even zijn bril af en wreef de glazen met een zijden, gepar- fumeerde zakdoek. Hij keek de rommelige kamer rond alsof hij de armoede ervan tot zich wilde laten doordringen. Toen zette hij zijn bril voorzichtig weer op zijn neus en bewoog zich dicht naar Hardy’s gezicht. ‘Hmm, het gezicht van koorts. Kijk eens, Masson, zijn gezicht is uitgemergeld en zijn wangen zijn hol.’ ‘Zijn ogen liggen ook diep’, voegde Masson toe, in een poging indruk te maken op zijn meester. 18125 Het lot van Koningen.indd 5 25-03-19 11:11
6 ‘Er is niets wat niet genezen kan worden met behulp van antifebrine’, zei de dokter. ‘Maar goed, ik zal eerlijk zijn, mijnheer Hardy. Ik ben hier niet om u te genezen. Ik ben hier om u pijn te doen.’ Hardy’s handen begonnen te trillen. Hij keek naar Masson, die stilletjes een pistool vanonder zijn jas tevoorschijn had gehaald en dat op hem richtte. ‘We weten wat u hier in Bretagne doet’, mompelde de dokter, terwijl hij zijn versleten lederen tas opende waardoor een kluwen glinsterende scalpels, mes- sen en een hakbijl zichtbaar werden. ‘De bemoeizuchtige William Pitt heeft je gestuurd om hulp te bieden aan een opstand onder leiding van Markies de La Rouërie’, zei Masson, terwijl de arts zijn instrumenten klaarmaakte. ‘Ik weet daar niets van af ’, probeerde Hardy te protesteren. ‘Wat u ons gaat vertellen,’ ging Masson verder, ‘is welke strijdkrachten de Britten van plan zijn te sturen, waar ze zullen aankomen en wanneer ze precies van plan zijn te landen.’ De dokter wreef een klein hakmes schoon met een vilten poetslap. ‘Weest u zo vriendelijk ons informatie te verschaffen over De La Rouërie’, zei de dok- ter. ‘Hij en zijn mannen houden zich schuil in de buurt van Dinan. Vertel ons waar.’ De arts legde het instrument op een witte doek en stond op. Hij strekte zijn handen uit, terwijl Masson de lampetkan aanreikte met de efficiëntie van een koster. De dokter doopte zijn vingers in het water, waste ze zorgvuldig en droogde ze af met een doek. Masson pakte een snijmes en draaide het in het licht van de lamp. Hij bestu- deerde de vluchtige schittering en overhandigde het aan de dokter. Hardy’s vingers trokken samen, terwijl hij de doorweekte lakens greep. ‘Gaat u ons de benodigde informatie geven?’ vroeg de dokter. ‘Of moet ik mijn chirurgische vaardigheden gaan gebruiken?’ Hardy keek naar de andere muur en richtte zijn aandacht op een slecht ingelijst olieverfschilderij van de Bretonse kust. Hij staarde naar de golven in de branding en herinnerde zich heel even zijn eigen dorp aan de kust van Kent. Hij kwam omhoog van zijn matras en leunde voorover naar de dokter. Hardy staarde een ogenblik in de pikzwarte pupillen van de man, schraapte zijn keel en spuugde toen een bruine fluim in het gezicht van de dokter. ‘Het enige wat je van me krijgt,’ fluisterde Hardy, ‘is de koorts.’ De dokter sprong op als een verschrikte merrie en veegde het slijm van zijn gezicht. ‘Jij hond!’ schreeuwde Masson. Hij sloeg zijn pistool in Hardy’s gezicht en knalde een tand uit zijn kaak. 18125 Het lot van Koningen.indd 6 25-03-19 11:11
7 Hardy hapte naar adem en viel terug in zijn doorweekte bed. Zijn bloe- dende lippen begonnen al op te zwellen. Masson gooide zich met zijn hele gewicht op Hardy’s zuchtende borst en bond een witte zakdoek om zijn bloedende mond. ‘Nu zal niemand je gejank horen’, fluisterde hij. De dokter pakte het kleinste snijmes uit zijn chirurgentas en hield het een beetje schuin tussen zijn duim en wijsvinger, terwijl hij het zilveren blad bewonderde. Zonder waarschuwing en snel als een wolf greep hij Hardy’s rechterhand stevig vast. ‘Hoe meer u ons vertelt, hoe minder u verliest’, zei hij, en bracht het mes omhoog. Hardy huiverde. Masson klemde Hardy’s hand vast tegen de houten bedrand. Langzaam begon de dokter met een insnijding onderaan de pink. Een doffe kreet ontsnapte Hardy toen het bot als een twijgje brak. De dokter hield de geamputeerde vinger omhoog en draaide deze rond voor zijn opengesperde ogen. Druppels bloed vielen van het stompje op de vloer. De arts begon opnieuw. ‘Wees nou redelijk, Hardy’, zei Masson. ‘De beste dokter hoeft er niet mee door te gaan. Misschien dat je zelfs je hand weer kunt gebruiken als je ons vertelt wat we moeten weten.’ ‘Als u meewerkt,’ mompelde de dokter, ‘geef ik u wat antimonialen en laat ik u veilig naar Brittannië terugbrengen. Als u koppig blijft, laat ik u dood- schieten. Zeg het maar. Wat wilt u?’ Hardy opende zijn ogen en wenkte zijn ondervragers met zijn hoofd om dichterbij te komen. Masson haalde de zakdoek van Hardy’s mond. De twee mannen bogen zich verwachtingsvol over hun gevangene, terwijl Hardy inademde alsof hij wilde gaan bekennen. Hardy’s lippen kwamen dichter bij het gezicht van de dokter. Toen fluisterde hij: ‘Rot ... toch ... op.’ ‘Dat zal niet gebeuren’, gromde de dokter, terwijl Masson Hardy geselde met het uiteinde van het pistool, dat zijn neusbrug verbrijzelde en het bot blootlegde. Hardy staarde uitdagend naar de mannen, terwijl het bloed uit de wond vloeide. ‘Volgens mij heeft het geen zin nog iets anders te vragen’, zuchtte de dokter. ‘De Engelsen hebben de hardnekkige gewoonte liever te sterven dan te praten.’ Vacher pakte zijn zakdoek en veegde over zijn glimmende schedel. Hij waste zijn handen, trok zijn zwarte jas aan en pakte zijn tas en hoed. ‘Breng onze gevangene naar beneden’, blafte hij. 18125 Het lot van Koningen.indd 7 25-03-19 11:11
8 Masson sleepte Hardy de kamer uit naar een paard en wagen buiten. ‘Stap in’, beet hij hem toe, terwijl hij hem de wagen induwde. ‘U hebt nog één kans, mijnheer Hardy’, zei de dokter. ‘Vertel ons wat we moeten weten, dan sturen we u terug naar Engeland.’ ‘Voor de koning en het vaderland’, kreunde Hardy. ‘Goed dan’, antwoordde de dokter. De wagen ratelde en hobbelde over de wegen vol keien toen de zon opkwam. Elke schok deed Hardy huiveren. Hij tuurde uit de open ramen naar mistige bosjes, braakliggende velden en drukke boerderijen. Hij ademde de vroege ochtendlucht in en genoot van elke geur als was het zijn laatste ademtocht. Na een uur stopte de wagen bij de gendarmerie. Vacher en Masson trokken hun gevangene de grindweg op en bevalen twee soldaten die bij de deur ston- den hem naar binnen te brengen. Hardy werd bij de koets vandaan gesleept, onder de stenen boog door naar een grote hal. Een lange tafel stond fier in het midden van de ruimte. De lucht was dik van de tabakswalm en het rook er naar goedkope brandewijn. ‘Teken hier’, zei de dokter, en hij hield Hardy een document onder zijn neus dat was versierd met het bloedrode zegel van het gemeentelijk gezag in Rennes. ‘Wat is dat?’ vroeg hij, terwijl het bloed nog steeds van zijn gezicht drup- pelde. ‘Het is uw bekentenis, waarin u verklaart dat u een Britse spion bent en dat u schuldig bent aan het verschaffen van hulp aan de vijanden van de Franse Republiek.’ Hardy pakte het in zijn linkerhand en bestudeerde het even bij het licht van een lamp. Hij bekeek de datum bovenaan, 12 januari 1793. Hij stak zijn in het verband gestoken rechterhand omhoog. ‘Hoe denkt u dat ik dit kan tekenen?’ vroeg hij. ‘U tekent met uw linkerhand’, antwoordde de dokter. ‘Ik teken helemaal niet.’ ‘Goed dan’, nam Masson het over. ‘Wachters!’ De kolf van een musket werd in Hardy's rug geramd. Hij struikelde, terwijl de soldaten hem naar de achterdeur van het politiebureau trokken. Hij werd een onverzorgde binnenplaats op geduwd, waar op de kale grond een hoge houten paal stond. Zonder plichtplegingen werd hij geblinddoekt en aan de paal geketend. Masson begon de aanklachten op te sommen met de onverschilligheid van een vermoeide priester. ‘U bent aangeklaagd en schuldig bevonden aan het helpen van de vijanden van de Franse Republiek. Uw straf is dood door het vuurpeloton, met onmiddellijke uitvoering.’ 18125 Het lot van Koningen.indd 8 25-03-19 11:11
9 ‘Geen rechtbank? Geen jury? Geen verdediging?’ informeerde Hardy. ‘Dit moet Frankrijk zijn …’ ‘Als u een man van de rede was geweest, had u zich gerealiseerd dat u dat soort rechten hebt verspeeld’, repliceerde Masson. ‘Dit is het moment om te bidden, als u in die dwaasheid gelooft.’ Hardy staarde blind voor zich uit, terwijl de voetstappen van de Franse agen- ten zich verwijderden. Hij schudde zijn hoofd van de ene naar de andere kant, maar hoorde en zag niets, behalve het geluid van mannen die gereed gingen staan en hun musketten aanlegden. Hardy boog zijn hoofd. Hij begon hardop te bidden. ‘Onze Vader, die in de hemelen zijt, uw naam worde …’ De woorden werden afgebroken door de plotselinge schoten van musketten. Kogels drongen in zijn borst alsof ze door ijs sneden. Hardy viel om als een zak, en zijn bloederige hemd kleefde strak om zijn doorboorde torso. Zijn lichaam kwam tot rust alsof hij voor een koning knielde. De dokter liep langzaam naar de paal en raakte de nek van de gevangene aan om zijn halsslagader te voelen. ‘Zijn hart klopt nog steeds’, zei hij. Masson spande een pistool en liep naar het verzakte lichaam. Hij zette het uiteinde van het wapen op Hardy’s slaap. ‘Nu niet meer’, merkte hij op toen het wapen vuurde. 18125 Het lot van Koningen.indd 9 25-03-19 11:11
10 Hoofdstuk 2 t homas Pryce, de net ingewijde vicaris van St. Leonard’s Deal, stond voor de vergulde spiegel in de gang van zijn in baksteen opgetrokken pastorie. Hij haalde zijn rechterhand door de golven van zijn gitzwarte haar, streek met beide handen langs zijn zwarte colbert naar beneden, fatsoeneerde zijn witte bef en staarde even in zijn ogen. ‘Hoe voel je je, man van me?’ De woorden werden in het Frans gesproken door een lange, elegante vrouw die nu naast hem stond. Pryce antwoordde in dezelfde taal, die hij moeiteloos sprak. ‘Kijk naar mij, Eloise. Ik ben bijna dertig, maar ik zie er tien jaar ouder uit.’ ‘De laatste jaren zijn zwaar geweest’, zei ze. ‘Maar de artsen zeggen dat dit kleine plaatsje Deal de ideale plek is voor herstel voor mensen zoals wij.’ ‘Maar er is hier veel werk te doen’, zei Pryce. ‘Het is je eerste dag’, fluisterde ze, en ze pakte hem bij zijn hangende schou- ders en rekte zich uit om hem in zijn nek te kussen. ‘Wees genadig voor jezelf en laat de zeelucht z’n helende werk doen.’ Pryce draaide zich van de spiegel naar haar toe en streelde het kastanjekleu- rige haar van zijn vrouw. ‘Jij bent mijn kompas’, zei hij. ‘En jij dat van mij’, antwoordde Eloise, en gaf hem zijn mantel. Pryce kuste haar en sloeg toen de wollen jas om zijn schouders. Hij bukte om een zwarte tas op te pakken met zijn gebedenboek, Bijbel, heilig water en stola. Hij greep de deurklink en haalde diep adem. Toen wandelde hij de veranda af, het bevroren pad op. ‘Bent u de nieuwe dominee, mijnheer?’ Pryce deed net het tuinhek achter zich dicht. De stem kwam van een mol- lige vrouw die naar hem toe kwam rennen. ‘Dat ben ik. Is er iets aan de hand?’ ‘Mijn man heeft me gestuurd’, zei ze buiten adem. ‘Hij vraagt nederig of u zijn nieuwe boot wilt zegenen.’ ‘Hoe heet u?’ ‘Sally Paine.’ ‘Nou, mevrouw Paine, laten we van wal steken nu de wind goed is.’ Ze liepen samen Beach Street af en langs het kiezelstrand tot ze Sally’s land- huis bereikten. De parterre van het huis was van steen en de eerste verdieping 18125 Het lot van Koningen.indd 10 25-03-19 11:11
11 van witgeschilderd hout. Het stond fier op een hoger gelegen stuk land, een meter of vijftig van de branding. ‘Welkom, vicaris’, zei Sally, terwijl ze hem door een smalle gang leidde, naar de keuken met stenen vloer. In het midden van de kamer stond een tafel van iepenhout, waaraan een grote man zat. Hij droeg een visserstrui met Bretons motief en nipte tussen zijn weelderige bakkebaarden door aan een mok thee. Sally kuchte een paar keer. ‘De nieuwe hemelse loods van Deal’, zei ze. ‘Hemelse loods?’ zei Pryce. ‘Zo noemen wij de vicarissen hier’, zei Sally. ‘Vanwege het feit dat mannen zoals u hoger in de mast wonen dan wij en ons de weg wijzen.’ Pryce glimlachte. De schipper zette zijn mok op tafel en stond op, zijn volle lengte tonend. Pryce was met zijn één meter tachtig al behoorlijk lang, maar deze man was een reus van nog eens zeker tien centimeter langer. Zijn borstkas zwol op als een oorlogsschip op volle sterkte. Hij greep Pryce’s hand stevig vast. ‘Noem mij maar Jack.’ ‘Ik begrijp dat je een schipper bent’, zei Pryce, die op een houten stoel aan tafel ging zitten. ‘Ik verdien de kost als een hosselaar op de Sands.’ ‘Een hosselaar?’ ‘Wij redden bemanningen en vracht op de Goodwin Sands. Soms krijgen we bergingsgeld, soms brengen we kettingen en ankers naar inkomende sche- pen.’ ‘Ah, oké’, zei Price. ‘We leven van het afzetten.’ ‘Afzetten?’ ‘We kopen levensmiddelen aan land en verkopen die met winst aan de sche- pen op zee.’ Pryce knikte. ‘Nou,’ zei hij, ‘ik hoor dat je een nieuw schip hebt.’ ‘Daar vooraan ligt mijn schip, de Endeavour.’ Jack wees door het raam naar een overnaads gebouwde boot die op z’n lin- kerkant op het strand lag. Hij was veertig voet lang en veertien voet breed, met een kleine overdekte kajuit of voorsteven. Het had twee masten: een voormast op de boeg en een mast die ver naar achteren was geplaatst. De boot lag met zijn spitse punt naar beneden in de richting van de branding en was gemaakt van iepenhout dat nog niet zo lang geleden was gelakt. 18125 Het lot van Koningen.indd 11 25-03-19 11:11
12 ‘Splinternieuw is ‘ie’, zei Jack. ‘U zou mij een grote dienst bewijzen als u hem zou zegenen. Niemand gaat in deze wateren naar zee in een nieuwe boot zonder de zegen van God.’ Pryce knikte en opende zijn zwarte tas. Uit een zwartleren doos met konink- lijke rode band viste hij een fles met zilveren dop op. Hij wenkte Jack en Sally en liep toen terug door het huis naar de voordeur. Hij sloeg zijn mantel om zijn slanke gestalte en liep over de knerpende kiezelstenen naar de Endeavour. Hij sprenkelde het heilige water over de boeg en de dolboord van de boot en begon zijn bezwering. Hij sprak een oude zegen uit over het nieuwe vaar- tuig. Hij hield de fles in zijn linkerhand en sloeg met zijn andere hand een kruis. ‘Klaar’, zei Pryce. ‘Dank u’, antwoordde de schipper, terwijl hij de hand van de vicaris vast- pakte. Pryce glimlachte. ‘Als ik ooit iets voor u terug kan doen,’ zei Jack, ‘laat het me dan weten.’ ‘Misschien kun je me de Downs en de Sands een keer laten zien.’ ‘Bent u weleens op zee geweest?’ vroeg Jack. ‘Oh ja, heel vaak. Ik ben opgegroeid aan de kust bij Broadstairs. Mijn vader was een botenbouwer. De vader van mijn vrouw ook, in Saint Malo. Wij zijn allebei mensen van de zee.’ ‘Nou, in dat geval, waarom gaat u niet eens een dag met mij en mijn mannen mee? Het is hier niet saai. We hebben hier van alles in dit gebied – stormen, wrakken, inhammen, spionnen en smokkelaars.’ ‘Smokkelaars?’ ‘Ja, vicaris, deze stad zit vol mannen die zich op de vrije handel hebben gestort – minstens een paar honderd.’ Pryce trok zijn wenkbrauwen op. ‘Daar zal ik dus mijn handen aan vol heb- ben.’ ‘Ja’, antwoordde Jack. ‘Deal is een goede plek. Maar laat u niet misleiden, vicaris. Aan deze kant van de Downs doen sommigen meer kwaad dan goed.’ De bootsman bleef even kijken naar de zee. ‘Aan de andere kant van het Kanaal is er een groot kwaad. Ik vrees dat de donkere schaduw daarvan snel onze kusten zal bereiken.’ Pryce knikte. ‘Misschien heeft de Voorzienigheid ons vandaag niet voor niets bij elkaar gebracht’, zei hij. ‘Dat zou kunnen, vicaris,’ glimlachte de bootsman, ‘dat zou zomaar kunnen.’ 18125 Het lot van Koningen.indd 12 25-03-19 11:11
13 Hoofdstuk 3 D okter Vacher keek heimelijk om zich heen voor hij over de muur klau- terde die een kleine Bretonse kapel en het kerkhof omsloot. Hij liet zich op de grond vallen voor een groot, verweerd in steen gehouwen kruisbeeld. Hij stopte even, zette zijn zilveren bril op en gluurde naar de gekruisigde Man. ‘Je dagen zijn geteld’, zei hij. Masson, die de arts als een schaduw volgde, trok aan de jas van zijn meester. ‘Waarom haat je Hem zo?’ De dokter draaide zich om en zijn ogen brandden. Hij deed zijn driekant- hoed af. ‘Hierom’, snauwde hij, wijzend naar zijn kale hoofdhuid. ‘Hoe is dat gekomen?’ ‘Toen ik nog jong was, kreeg ik een pijnlijke aandoening. Een priester zei dat als ik tot God bad, Hij deze weg zou nemen en mijn haar zou herstellen, net als bij Simson.’ ‘En deed Hij dat?’ ‘Natuurlijk niet.’ ‘Spijt me.’ ‘Dat was mijn bevrijding van het bijgeloof van religie. Vanaf dat moment haat ik de God aan wie deze beelden hulde bewijzen.’ ‘Maar, bedoelde de priester het niet goed?’ protesteerde Masson. ‘Priesters haat ik het meest van allemaal’, zei de dokter. ‘Allemaal?’ vroeg Masson. ‘Allemaal.’ ‘Ik begrijp dat je de afvallige priesters haat’, zei Masson. ‘Ze zijn tegen de Revolutie. Maar u haat toch zeker niet de constitutionele priesters die zich hebben aangemeld om ons te steunen in de zaak van de vrijheid?’ ‘Juist het tegenovergestelde, Masson. Hoe vreemd het ook moge klinken, ik respecteer de afvallige priesters. Die hebben tenminste de moed om achter hun overtuigingen te staan, ook al zijn die volkomen in strijd met de rede. Maar de constitutionele geestelijkheid verafschuw ik. Het zijn lafaards, allemaal.’ Vacher wendde zich naar de granieten kapel. ‘Ik denk dat we een van hen zo zullen ontmoeten.’ De twee mannen stonden een ogenblik tussen de standbeelden van de apos- telen in de voorgalerij van de kerk. De dokter klopte drie keer hard en vervol- gens twee keer zacht op de zware eiken deur. Er klonk een geluid van een ijzeren grendel die werd opengetrokken en een hendel die naar beneden werd 18125 Het lot van Koningen.indd 13 25-03-19 11:11
14 geduwd. De oude scharnieren piepten als teken van protest. Voor hen stond een priester, van top tot teen gekleed in een zwarte toga die van voren hele- maal dichtgeknoopt was. De dokter keek in de ogen van de priester. De priester keek op zijn beurt met zijn bleke neus naar beneden richting de dokterstas. Hij wees met zijn dunne hand naar de tas en schudde zijn hoofd langzaam van links naar rechts. De dokter overhandigde zijn tas aan Masson. ‘Neem deze mee’, zei hij. ‘Ga terug naar de paarden en wacht daar op mij.’ Masson pakte de tas. Toen het geluid van zijn voetstappen was verdwenen, keek de dokter op naar de priester. ‘Ik neem aan dat u dit ook wilt’, zei hij. De dokter reikte in de lin- kerzak van zijn vest en haalde er een zilveren loper uit. Hij plaatste deze voor- zichtig in de palm van zijn rechterhand en strekte die uit naar de geestelijke. De priester nam de sleutel en tilde hem op tot gelijke hoogte als zijn ogen. De sleutel was ongeveer zo lang als zijn duim en zo dik als zijn pink. De baard – een cilindrische schacht – was normaal, maar de kop was anders. Het was een ovale vorm die op een horizontale balk zat, zoals de zon rust op een verre horizon. De priester haalde een monocle uit een binnenzak en tuurde naar een tekst, gegraveerd langs de baard net boven de rechthoekige tand van de sleutel. ‘U mag naar binnen gaan. Hij wacht op u’, zei hij. De dokter stapte de kapel in en trok even zijn neus op voor de sierlijk gede- coreerde banken, de preekstoel, de doopvont en het koorhek aan zijn rechter- kant. Hij liep naar de andere kant van de kerk naar een biechtstoel. Hij opende het bewerkte deurtje iets verder om ruimte te maken voor zijn gezette figuur en ging op een kleine, ongelijke bank zitten. Hij draaide zich naar rechts om door het rooster te kijken of er iemand was. Er was niemand. Hij slaakte een zucht van verlichting. Zijn opluchting duurde slechts een ogenblik. Er stond een kaars aan zijn kant van het hokje. De vlam was lang en krachtig geweest toen hij was gaan zitten, maar nu drukte hij tegen de pit, als een laken dat tegen een waslijn trok in een felle wind. Toen doofde de vlam. De dokter deed zijn hoed af en keek opnieuw naar rechts. Terwijl hij zijn bril opzette, zag hij de schaduw van een man die aan de andere kant de biecht- stoel instapte. Hij leek met het gemak van een geestverschijning in de stoel te glijden. ‘Hebt u iets te melden?’ zei de bezoeker. 18125 Het lot van Koningen.indd 14 25-03-19 11:11
15 ‘Ja, meester’, antwoordde de dokter. ‘Ik heb informatie over de Markies de la Rouërie.’ De gedaante ging verzitten. ‘Die vos’, zei hij. ‘Hij verstopt zich in het bos bij Dinan,’ fluisterde de arts, ‘en hij gebruikt de tactieken die hij leerde toen hij in de Carolinas vocht. Veel van onze Nationale Gardisten zijn de afgelopen twee weken vermoord.’ De schaduw bewoog. ‘Danton zal dit niet toestaan’, gromde hij. De dokter schuifelde voordat hij weer sprak. ‘Ik heb een Britse geheim agent gesproken die de markies zou ontmoeten.’ ‘Gesproken?’ onderbrak de schaduw hem. ‘Ondervraagd’, gaf de dokter toe. ‘Je kunt die snijmessen die je in die tas van je draagt voor meer zaken gebrui- ken’, zei de schaduw. ‘Inderdaad.’ ‘Wat ben je te weten gekomen?’ ‘Van de Britse agent niet veel. Hij was koppig. Maar we hebben ook een aantal Bretonse rebellen gemarteld, en nu weet ik dat de markies van plan is zijn leiders te ontmoeten om een militaire campagne tegen onze regering te plannen.’ ‘Ga door.’ ‘Volgens mijn bronnen gaat het om een mars in Parijs. Eén leger – bestaande uit royalistische rebellen en Britse infanterie – zal aanvallen vanuit het westen. Een ander, uit Koblenz, zal vanuit het oosten aanvallen.’ ‘Hoeveel mannen hebben ze?’ ‘In Bretagne gaat het om zo’n tienduizend rebellen – de Britten meegere- kend – en het leger bij Koblenz is meer dan tienduizend man.’ ‘Wie zijn hun leiders?’ ‘De markies leidt de Bretonse troepenmacht, de Graaf van Artois het leger uit Koblenz.’ De schaduw spuwde als een cobra toen de naam van de graaf werd genoemd. ‘Wanneer zijn ze van plan om toe te slaan?’ ‘Binnenkort’, antwoordde de dokter. ‘Het kon weleens eerder zijn dan je denkt’, zei de schaduw. Hij zweeg even. ‘Binnen drie weken zal de wereld zoals wij die kennen voorgoed zijn veranderd.’ ‘Hoe dan?’ vroeg de dokter. ‘De koning zal sterven.’ De schaduw strekte zich uit tot zijn volle lengte, terwijl de arts naar adem hapte. ‘De koning zal sterven, maar de ware soeverein – onze natie – zal blijven. En die zal sterker zijn zonder een monarchie. Ze is sterk genoeg om de oorlog 18125 Het lot van Koningen.indd 15 25-03-19 11:11
16 te verklaren aan de verraderlijke Engelsen en allen die de nieuwe orde in Frankrijk bedreigen.’ ‘Hoe weet u dit?’ ‘Twee dagen geleden was ik op het tribunaal in Parijs en stemde ik voor de dood van de koning. Ik vertelde mijn broeders dat we daadkrachtig en sterk moesten zijn en onverstoorbaar als de goden.’ ‘Wat was de uitkomst?’ ‘Dood zonder beroep ... het mes valt op de 21e van deze maand.’ ‘Hoe zit het met de markies?’ vroeg de dokter. ‘U moet hem vermoorden’, fluisterde de schaduw. ‘Een lichaam is nutteloos zonder het hoofd.’ ‘Ik zal het doen.’ De dokter wachtte even en wreef over zijn kin. ‘Ik hoef alleen maar te wachten tot hij me roept voor een of andere medische kwestie, en dan zal ik toeslaan.’ ‘De dood van de markies,’ voegde de schaduw eraan toe, ‘zal Frankrijk laten beseffen welke terreur degenen wacht die ons terug willen slepen naar de oude dagen van vóór de Revolutie.’ De dokter leunde naar de tralies. ‘Ik doe dit voor u en voor Frankrijk.’ Het hoofd van de schaduw kwam dichterbij. ‘Als u betrouwbaar blijkt in deze kleine taak,’ fluisterde hij, ‘is er een veel grotere die ik u zal geven.’ ‘Welke taak is dat?’ ‘Als het tijd is, zal de sleutel u dat vertellen. Alles wat u moet weten, is dat uw naam voor altijd zal worden herinnerd in de geschiedenis van onze grote Revolutie.’ De dokter hapte naar adem. ‘Ik zal u niet teleurstellen’, siste hij. ‘De tijd is aangebroken om Bretagne te ontdoen van zijn onvoorwaardelijke trouw aan de koning en de kerk. Het is nu tijd om bijgeloof te vervangen door weten- schap en geloof door de rede!’ De dokter eindigde met een zwaai van zijn hand, maar terwijl hij door de miniatuurroosters gluurde, zag hij dat zijn laatste woorden niet waren gehoord en dat de schaduw geruisloos was vertrokken. Hij leunde achterover en veegde zijn voorhoofd af. Hij stopte zijn bril in zijn zak, zette zijn hoed op, verliet het biechthokje en begaf zich naar de kerkdeur. Aan de andere kant van de deur werd hij opgewacht door de lange priester die had staan wachten, hij had een zwarte mantel over zijn hoofd getrokken om zich te beschermen tegen de bijtende januariwind. ‘Deze hebt u nodig’, zei de priester. Hij haalde de zilveren loper uit zijn zak en gaf die aan de dokter. ‘En als de tijd rijp is, wordt u verteld waar u het slot kunt vinden dat erbij past.’ 18125 Het lot van Koningen.indd 16 25-03-19 11:11
17 De dokter griste de loper uit zijn hand en deed hem terug in zijn vestzak. Terwijl de priester terugkeerde naar de kapel, liep de dokter over het kerk- hof en sprong over de stenen muur. Hij snelde over een modderig pad naar de plek waar zijn handlanger hun paarden bewaakte. ‘Gaat het, baas?’ vroeg Masson, terwijl hij de chirurgijnentas overhandigde. ‘Ja, ja, het gaat.’ ‘Heb je hem ontmoet?’ ‘Ja.’ De dokter nam de verbleekte teugels van zijn paard, plaatste zijn voet in de stijgbeugel en slingerde zich in het zadel. Het paard bokte met zijn hoofd en blies een wolk condens uit beide neusgaten. ‘Heeft hij je verteld hoe hij heet?’ vroeg Masson. ‘Nee.’ ‘Hij is slechts een schaduw’, zei Masson. ‘De Schaduw des Doods’, voegde de dokter eraan toe. Masson huiverde. ‘Laten we gaan’, zei de dokter, terwijl hij zijn paard bij de flanken aan- spoorde. ‘We hebben een vos te vangen.’ 18125 Het lot van Koningen.indd 17 25-03-19 11:11
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord