Het laatste jaar van de oorlog
Susan Meissner
‘Het laatste jaar van de oorlog’ van Susan Meissner is een historische roman over een Amerikaans meisje dat in 1943 met haar familie in een interneringskamp in Texas belandt.
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789029728706
432
Paperback
€22,99
Beschrijving
Het laatste jaar van de oorlog van Susan Meissner is een indringende historische roman met een thema dat ook in deze tijd weer actueel is.
Iowa, 1943. Elise Sontag is een normale 14-jarige, totdat haar vader wordt opgepakt op verdenking van nazisympathieën. Het gezin belandt in een interneringskamp in Texas.
Beroofd van alles wat haar dierbaar is, raakt Elise bevriend met de Japans-Amerikaanse tiener Mariko. Achter het prikkeldraad dromen de meisjes van een toekomst als vrije jonge vrouwen.
Als ze worden uitgezet, beloven ze elkaar weer te ontmoeten als ze 18 zijn. Maar het leven loopt anders…
Categorieën
Eigenschappen
9789029728706
10-12-2019
Nederlands
432
342
Paperback
Susan Meissner
Aanbevelingen
'Dit krachtige verhaal is zeer de moeite waard.'
Leesfragment
Susan Meissner Het laatste jaar van de oorlog Roman Vertaald door Marianne Locht Uitgeverij Mozaïek, Utrecht Van Susan Meissner verscheen eerder: Het tegendeel van verdriet Liefde komt uit de hemel Het geheim van geluk 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 2 15-11-2019 09:51
Voor iedereen die verlangt naar een thuisWe horen veel minder thuis op de plek waar we vandaan komen dan op de plek waar we naartoe willen. Franz Werfel 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 5 15-11-2019 09:51
Deel 1 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 7 15-11-2019 09:51
9 1 Los Angeles, 2010 I k heb het aan een dief te danken dat ik juist diegene gevon- den heb die ik nog graag wilde zien voordat ik sterf. Als Agnes mijn hoofd niet was in geglipt en daar lukraak aan het stelen was geslagen, zou ik niet vergeetachtig zijn geworden en had Teddy me geen iPad voor mijn verjaardag gegeven, zodat ik mijn agenda, adressen en foto’s allemaal op één plek kon bewaren, en zonder de iPad zou ik niet hebben geweten dat er een manier is om iemand te zoeken die je al meer dan zestig jaar hebt moeten missen. Het is lang geleden, veel langer dan ik wil toegeven, dat ik met iemand over Mariko heb gesproken. Maar vanaf het moment dat ik hoorde dat Agnes niet alleen bij me zou blijven, maar me ook zou beroven, moet ik steeds maar aan mijn jeugd- vriendin denken. Ze is tevoorschijn gekomen uit het rustige hoekje waar de oudste herinneringen zich ophouden. Juist deze oudste en dierbaarste herinneringen lijken voor Agnes het las- tigst te stelen, maar ik weet dat er een dag komt waarop ze elk moment dat ik ooit heb beleefd, zal weten te vinden. De dief zal die oeroude herinneringen ontdekken – de goede en de slechte – en ze meenemen, heel stilletjes, zoals daglicht oplost in de schemering. Maar op dit moment zijn mijn herinneringen aan Mariko nog van mij. Mijn dokter zegt dat alzheimer uiteindelijk mijn dood wordt. Het is vreemd om te horen dat je een dodelijke ziekte hebt, terwijl je je niet ziek voelt. Wat ik wel merk, is dat ik opgezadeld ben met een logee met lange vingers die langzaam maar zeker 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 9 15-11-2019 09:51
10 alles wat van mij is zal inpikken. Ik kom niet meer van haar af, heeft de dokter me verzekerd, en ik kan haar niet te slim af zijn. Ik heb mijn diagnose vernoemd naar een meisje op mijn oude middelbare school in Davenport – Agnes Finster – dat voortdu- rend dingen uit kluisjes haalde die niet van haar waren. Mijn eigen Agnes wordt mijn dood – dat weet ik. Maar niet vandaag. Vandaag zit ik op de luchthaven van Los Angeles bij de gate te wachten tot ik in een vliegtuig kan stappen. Ik heb Mariko’s naam – voornaam, achternaam, en de achternaam van haar man – en de naam van haar dochter met viltstift op de binnenkant van mijn linkerpols geschreven, en Ritz-Carlton, San Francisco op de binnenkant van de rechter-, voor het geval ik vergeet waarom ik op het vliegveld ben met een tas met handbagage aan mijn voeten. Agnes is erg bedreven in het opeisen van kleine moment- jes van mijn dag, en als ze dat doet, neemt ze mijn mond over en zegt ze de meest belachelijke dingen. Als ik mezelf weer ben, kan ik me sommige dingen nog wel herinneren, maar andere niet. Gisteren vroeg ze aan de postbode waar de kinderen waren. Nou vraag ik je. Pamela en Teddy zijn geen kinderen meer. Ze zijn allebei getrouwd. Ze hebben grijs haar. Ik vind het een vervelend idee dat Pamela en Teddy niet weten dat ik deze reis maak, maar ik kon het hun niet vertellen. Dan zouden ze me niet hebben laten gaan. Niet alleen. Mis- schien zelfs helemaal niet. Ze weten het niet, van Mariko, en ook niet van Agnes, maar ik geloof dat ze wel vermoeden dat er iets mis met me is. Ik zie het in de manier waarop ze naar me kijken, en nog meer in hoe ze elkaar aankijken. Ze vragen zich af of de tijd gekomen is om me weg te halen uit het huis waar ik al 63 jaar woon en me misschien zelf in huis te nemen. Of misschien stoppen ze me in een of andere inrichting. Een goeie, zouden ze zeggen. Maar toch. Een inrichting. Ze denken dat de iPad die Teddy me gegeven heeft aan het licht zal brengen of het feit dat ik de laatste tijd moeite heb bepaalde alledaagse details te ont- houden, of zelfs te bedenken hoeveel kleinkinderen ik heb, meer is dan gewoon wat vergeetachtigheid van een vrouw van 81. Ik 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 10 15-11-2019 09:51
11 ben niet de enige die de iPad gebruikt. Ik denk dat zij hem ook gebruiken, om te peilen of ik nog wel goed bij mijn verstand ben door de manier waarop ik hem gebruik, of door te kijken of ik me überhaupt nog wel kan herinneren dat ik hem heb. Pamela heeft me vijf maanden geleden overgehaald mijn autosleutels in te leveren, toen ik na het boodschappen doen moeite had de weg terug naar huis te vinden. Of misschien was het vijf weken geleden. Dat kan ik me nu even niet herinneren. Ik heb de sleutels niet meer, dat weet ik wel. En mijn garage is leeg. Ik moest een taxi nemen voor die afspraak bij de dokter waarbij ik de waarheid te weten kwam, hoewel Pamela me ook wel had willen brengen. Maar ik had al een vermoeden van wat de dokter ging zeggen, en ik wilde alleen zijn wanneer ik het hoorde. Ik schreef mijn adres op mijn schoenzool, zodat ik op de terugweg tegen de taxichauffeur kon zeggen waar hij me naartoe moest brengen. Agnes vindt het heerlijk om er als een plagerig kind met mijn adres vandoor te gaan en het pas uren later weer terug te geven. ‘U moet het uw familie vertellen,’ had de dokter gezegd. ‘U moet het hun meteen vertellen, mevrouw Dove.’ Het is niet dat ik mijn diagnose voor Pamela en Teddy wil verzwijgen. Ik houd zo veel van hen en ze zorgen ontzettend goed voor me. Maar ik weet hoe moeilijk het voor hen zal zijn. Voor ons allemaal. Agnes zal me helemaal opslokken, stukje bij beetje. Elke dag een beetje meer. Zij zal sterker worden en ik zwakker. Dat gebeurt nu al. Ik zal de belangrijke dingen voor- goed vergeten. De dingen die ertoe doen. Zelfs mijn oude vriendin Mariko zal ik helemaal vergeten. Ze zal vervagen in een mist vol niets, en vreemd genoeg doet die wetenschap me meer verdriet dan het feit dat ik de namen van mijn kleinkinderen ga vergeten, en ook die van Pamela en Teddy. Meer dan het feit dat ik zal vergeten dat ik getrouwd ben geweest met de geweldigste man ter wereld. De wetenschap dat ik Mariko zal kwijtraken is het pijnlijkst, omdat zij en ik alleen maar die anderhalf jaar in het interneringskamp hebben gehad. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 11 15-11-2019 09:51
12 Meer tijd samen hebben we niet gekregen, want toen werd ons gezin naar Duitsland gestuurd en daarna het hare naar Japan. Ik heb een heel leven gehad met mijn geliefde man, kinderen en kleinkinderen. En maar even met Mariko. Nu ik hier zit, op het randje van mijn leven, weet ik dat ik een ander mens ben geworden doordat ik haar heb gekend, hoe kort het ook was. Ik hoor vanbinnen nog steeds de echo van haar stem, ondanks datgene wat ons uit elkaar heeft gehaald, en ons voorgoed gescheiden houdt. Ik voel haar nog steeds. Dit hernieuwde, vederlichte gevoel van Mariko’s aanwezig- heid, en de wetenschap dat het me binnen afzienbare tijd zou worden afgenomen, had me na het gesprek met de dokter over- rompeld. Mijn schoonmaakster, Toni, was de woonkamer bin- nengekomen waar ik zat. Ze had haar autosleutel in haar hand en stond op het punt naar huis te gaan. Het huis waarin ik ben gezegend met een miljoen gelukkige momenten is mooi en ruim. Toni is de vierde schoonmaakster die ik heb gehad en de jongste. Teddy denkt dat ik haar heb aangenomen omdat ze zulke goede referenties had, en dat ik de roze plukjes in haar haar en het glinsterende knopje in haar neus daarom maar voor lief neem. Maar ik heb haar juist aangenomen vanwege haar jeugdige uiterlijk. Dan voel ik me iets minder oud. Daar zat ik dan, en ik liet de te lang verwaarloosde herinne- ringen aan Mariko over me heen spoelen. Op mijn schoot lag een notitieboek, oud en versleten. Het was vroeger van Mariko geweest. En nu al veel langer van mij. Ik moet er net zo verbijs- terd hebben uitgezien als ik me voelde. Toni vroeg of het wel goed met me ging. ‘O. Jawel,’ loog ik. ‘U ziet eruit alsof u een spook hebt gezien,’ zei Toni. ‘Weet u zeker dat het wel gaat?’ Ik glimlachte, want zo voelde Mariko’s aanwezigheid op dat moment inderdaad: ijl als een nevel. Het was er, maar toch ook niet. ‘Ik zat te denken aan iemand van vroeger. Lang geleden,’ antwoordde ik. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 12 15-11-2019 09:51
13 ‘Och, arme schat. Hebt u net slecht nieuws te horen gekre- gen? Zit u er daarom zo bij?’ Ik schudde mijn hoofd. Opnieuw een halve leugen. Toni vroeg zich vast af of ik net te horen had gekregen dat een oude vriend was gestorven. Dat was niet zo. Maar ik had wel slecht nieuws gekregen. ‘Nee,’ antwoordde ik. ‘Ik weet niet wat er van deze per- soon geworden is. We waren jeugdvrienden. Lang geleden.’ ‘O. En nu vroeg u zich opeens af waar hij of zij is?’ Dat was het, maar nog meer dan dat. Veel meer. Maar ik knikte. ‘Nou, heeft u de naam al gegoogeld?’ vroeg Toni. ‘Heb ik wat?’ ‘U weet wel. Hem of haar opgezocht op Google. Het is tegen- woordig bijna onmogelijk om echt onzichtbaar te zijn, Miss Elsie.’ ‘Hoe bedoel je? Wat is een… google?’ ‘U kunt gewoon de naam intikken in Google en dan kijken wat dat oplevert. Google is die zoekmachine op internet, weet u nog? Waar is uw iPad?’ ‘In de keuken.’ ‘Kom, dan laat ik het u zien.’ Ik volgde Toni naar de keuken, maar daar lag de iPad niet. Toen we verder liepen naar de eetkamer, zagen we hem daar op tafel liggen, waar ik een paar uur eerder een schaaltje muesli had gegeten. Ik gaf hem aan Toni. Ik had mijn wachtwoord op een gele post-it geschreven en die erop geplakt. Ze tikte en veegde en algauw kwam er een scherm tevoorschijn met het woord Google in vrolijke, gekleurde letters. ‘Hoe heet hij of zij?’ vroeg Toni. Opeens had ik geen zin om haar Mariko’s naam te geven. Die leek te waardevol om te verspillen aan iemand die haar niet kende en niet wist wat ze voor me had betekend in een andere tijd, op een andere plek. En ik had er nog steeds geen idee van wat Toni me probeerde te laten zien, dus ik dacht even na en besloot de naam te noemen van een jongen die op de middel- bare school altijd gepest werd door de andere jongens. Destijds 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 13 15-11-2019 09:51
14 had ik medelijden met hem gehad, maar ik had later geen moment meer aan hem gedacht. ‘Artie Gibbs.’ ‘Artie? Een oude liefde?’ Toni glimlachte guitig. ‘Lieve help, nee hoor. Dat was hij zeker niet.’ Toni lachte. ‘Oké, dan heet hij waarschijnlijk Arthur, niet?’ Ik knikte. ‘Ik tik zijn naam in, maar ik zet hem tussen aanhalingstekens, zodat Google niet alle Arthurs opzoekt, maar alleen Arthur Gibbs. Voilà!’ Ze gaf me de iPad terug. Ik zag een wit scherm dat eruitzag als een vel papier met woorden erop. ‘Al deze zinnen in het blauw zijn links naar artikelen, web- pagina’s of adressenbestanden waar een Arthur Gibbs in genoemd wordt,’ zei ze. ‘Een link is… een plek waar je kunt gaan kijken zonder dat je de deur uit hoeft. Weet u hoe oud hij is?’ ‘81 neem ik aan. Net als ik.’ ‘Nou, dan kunt u elke hit die verwijst naar een jongere Arthur Gibbs afschrijven. Net als deze bijvoorbeeld.’ Toni tikte ergens op en liet me een arrestatiebevel zien van een Arthur K. Gibbs uit Boise, Idaho. Hij was afgelopen zomer 42 geworden. ‘Dat is niet uw Artie. Ziet u?’ ‘Een hit?’ ‘Dit zijn allemaal hits. Maar hoe verder naar beneden in de lijst, des te kleiner de kans dat u vindt wat u zoekt. Zo gaat u terug naar de lijst met hits.’ Ik keek hoe ze op een pijltje tikte en terugging naar het scherm met al die blauwe titels. ‘Hoeveel van die… hits zijn er?’ vroeg ik, terwijl ik naar het scherm staarde en daar een getal zag staan dat onmogelijk kon kloppen. Meer dan twintigduizend. ‘Daar moet u niet naar kijken. Kijk maar gewoon naar de eerste resultaten in de lijst. Helemaal onderaan staat nooit wat je zoekt.’ Ze wees naar de onderkant van het scherm. ‘Dit is nog maar de eerste pagina met hits. Hieronder staat de link naar de 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 14 15-11-2019 09:51
15 tweede pagina, en de derde, enzovoort. Daar kunt u gewoon op tikken. Alsof u een bladzijde van een boek omslaat. Weet u nog dat ik u gisteren op de website van Huis en Tuin liet zien hoe u van het ene naar het andere artikel gaat? Zo moet het. Oké?’ ‘Goed.’ Ik pakte een schrijfblok van tafel en krabbelde: Google. Naam tikken. Aanhalingstekens. Hits. Bladzijden van een boek. ‘Het duurt misschien wel een tijdje voordat u die man gevonden heeft, dus geef het niet op als het vandaag niet lukt,’ zei Toni. ‘Als u het beu bent, kunt u het de volgende dag gewoon nog eens proberen, of de dag daarna. Ik moet nu snel weg, maar u laat het me wel weten als u hem gevonden heeft, hè?’ Agnes stond op het punt om te zeggen: ‘Wie moet ik vin- den?’ Maar ik was haar een stap voor en struikelde bijna over mijn eigen woorden. ‘Zeker. Dank je wel, Toni.’ Ze glimlachte naar me. ‘U bent wel een coole oma, Miss Elsie. U hebt een iPad en u weet ook nog hoe u die moet gebruiken! Voor u het weet, zit u op Facebook om foto’s van uw kleinkinderen te posten.’ Ik vertelde haar niet dat ik dat Facebook al had. Teddy had het op mijn iPad gezet, zodat ik foto’s van de familie kon zien. Ik vertelde het niet, omdat ik heel graag wilde dat Toni naar huis zou gaan. Dan kon ik die Google gebruiken om op zoek te gaan naar Mariko, voordat Agnes een manier vond om me te laten vergeten hoe het moest, of dat ik het überhaupt van plan was. ‘Dank je wel, lieverd,’ zei ik tegen haar. ‘Een fijne dag verder.’ Zodra ze de deur uit was, tikte ik Mariko Inoue Hayashi in het witte balkje, tussen aanhalingstekens. Er verschenen nieuwe blauwe titels op het scherm. De eerste bracht me naar een artikel dat vijf jaar geleden in San Francisco in de krant had gestaan. Het was een verhaal over een nisei- vrouw – geboren in Amerika, maar met Japanse ouders – die na zestig jaar in Tokio eindelijk weer naar huis was gegaan, naar de Verenigde Staten. Deze Mariko Inoue Hayashi was in 1929 in Los Angeles geboren en in september 1945 gerepatrieerd naar 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 15 15-11-2019 09:51
16 een verslagen Japan. Daarvoor had ze samen met duizenden andere Japanse, Duitse en Italiaanse families in een internerings- kamp in Crystal City in Texas gewoond. Na de dood van haar man was ze eindelijk teruggekomen naar Amerika, waar ze in San Francisco bij een dochter was gaan wonen. De adem stokte in mijn keel. Bij het artikel stond een foto van mevrouw Hayashi, staand op een glooiend grasveld met de Golden Gatebrug op de ach- tergrond. Haar stugge, grijze haar was kort en modern geknipt en haar gezicht was op dezelfde plaatsen gerimpeld als het mijne. Haar Aziatische gelaatstrekken waren nog steeds mooi, maar toch kon je zien dat ze in de 76 jaar van haar leven veel had meegemaakt. Naast haar stond een Japanse vrouw van halver- wege de vijftig: de dochter van mevrouw Hayashi, Rina Ham- mond. In een inzet was nog een zwart-witkiekje geprint van Mariko Inoue Hayashi met haar ouders en oudere broer en zus in het interneringskamp in Crystal City, in de herfst van 1944. Ze staan voor hun verblijf aan Meridian Road, en op de achter- grond staat een blonde tiener tegen een hek geleund. Ze staat er maar half op en de foto is wazig. Het meisje houdt haar hoofd schuin, alsof ze vol ongeduld staat te wachten tot de fotograaf klaar is. Ik leg mijn trillende vingers op het wazige portret van dat tienermeisje, dat er in alles volmaakt Germaans uitziet: blond haar en grote, lichte ogen. Hoekige kaaklijn. Volle lippen. Kuil- tjes in de wangen. Ik kan me nog herinneren dat ik daar stond, aan de zijlijn, terwijl die foto van Mariko en haar familie werd genomen. Dezelfde fotograaf had een paar dagen eerder mijn familie op de foto gezet. Zij en ik wisten niet dat die foto nodig was om de procedure in gang te zetten om ons allemaal te laten repatriëren – Mariko en haar familie naar Japan, ik en mijn familie naar Duitsland. Pas later hoorden Max en ik het nieuws van papa en mama. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 16 15-11-2019 09:51
17 Mijn vingers gleden naar Mariko’s zwart-witte gezicht. Op onze laatste dag samen hadden we elkaar beloofd dat we elkaar in de Verenigde Staten zouden opzoeken – als de oorlog voorbij was en we allemaal het leven weer hadden opgepakt waaruit we weggerukt waren. We hadden elkaar plechtig beloofd dat we dat op de een of andere manier voor elkaar zouden krijgen, en toen de oorlog voorbij was en we nog steeds duizenden kilometers van elkaar verwijderd waren, hadden we die belofte hernieuwd. Nu ik hier op de bank zat, met mijn vingertoppen op het gladde scherm van de iPad, en die oude belofte tussen Mariko en mij weer in mijn gedachten kwam, leek mijn hart wel door mijn broze ribbenkast heen te willen breken. Ik huiverde, alsof ik was wakker geschud uit een lange droom. Mariko was in San Francisco. Ze leefde nog; dat wist ik zeker. Ik had haar niet gevonden om erachter te komen dat ze na de publicatie van dit artikel was gestorven. Ze leefde nog. Ik wei- gerde iets anders te geloven. Ik haalde mijn hand van het scherm en las het artikel nog eens. Mariko’s dochter, Rina, was Guest Relations Manager bij het Ritz-Carlton, een vijfsterrenhotel in de binnenstad van San Francisco. Als ik Rina persoonlijk te spreken zou kunnen krij- gen, wist ik dat ik Mariko ook eindelijk weer zou kunnen opzoeken – zo eenvoudig was het. Toch? Er was iets waarvoor ik haar wilde bedanken, voordat Agnes me voorgoed in beslag zou nemen. Dat had ik eigenlijk lang geleden al moeten doen. Ik werd overspoeld door golven van schuldgevoelens dat ik haar niet eerder had opgezocht, maar daar kon ik nu geen aan- dacht aan besteden. Dat was onmogelijk. Ook kon ik nu niet nadenken over het feit dat zij in al die jaren blijkbaar ook niet naar mij had gezocht. Voor dergelijke gedachten had ik geen tijd. Ik belde een reisbureau. Niet mijn reisbureau, een reisbureau. Als Pamela en Teddy het briefje lazen dat ik voor hen wilde achterlaten – dat ik een korte reis moest maken en gauw weer terug zou zijn – zouden ze vast en zeker contact opnemen met 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 17 15-11-2019 09:51
18 Ginnie bij het reisbureau waar de familie Dove al zeventig jaar zaken mee deed, nog voordat ik een Dove werd. Pamela zou haar vragen welke reis ze voor me geboekt had en dan zou Gin- nie zeggen dat ze niets geregeld had. Ik vroeg dit nieuwe bureau, waarvan ik me op dit moment de naam even niet meer precies kan herinneren, of ze een eer- steklasticket wilden boeken op de eerste beschikbare vlucht naar San Francisco, en een kamer in het Ritz-Carlton voor een week – maar pas nadat ik had uitgezocht of mevrouw Rina Hammond daar nog steeds Guest Relations Manager was. Bin- nen een uur was alles rond. Dat soort dingen is gemakkelijk te regelen als je de weduwe bent van een welgestelde man. Het is niet prettig om te doen, maar wel gemakkelijk. Nu, twee dagen later, zit ik te wachten tot ik aan boord van het vliegtuig mag. Ieder ander zou ongetwijfeld versteld staan van het feit dat ik Mariko zo snel gevonden had. De eerste hit, zoals Toni dat zou zeggen, als ze het wist. Verbazingwekkend. Maar ik was niet verbaasd geweest. Nog steeds niet. Ik had mijn oude vriendin zo gemakkelijk gevonden omdat er maar één Mariko Inoue Hayashi op de wereld is. Alleen die ene. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 18 15-11-2019 09:51
19 2 E r waren vijf dingen die mijn vader graag anders had gedaan in de jaren voordat we naar Duitsland werden gerepatri- eerd. Toen hij me die vijf dingen vertelde, zaten hij en ik op een koude dag in het laatste jaar van de oorlog aan een eettafel – waarop geen eten had gestaan – in een klein appartement in Stuttgart in Duitsland. Mama, Max en mijn grootmoeder waren naar bed gegaan. Het was stil in de flat, en hoog in de lucht bui- ten gelukkig ook. Mijn vaders ouderlijk huis was inmiddels niet meer dan een kapot gebombardeerde ruïne. Er was geen eten. De geallieerden rukten steeds verder op naar het noordoosten, naar Berlijn, en al papa’s oude vrienden en kennissen in het nabijgelegen stadje Pforzheim, waar hij geboren was, vroegen zich af waarom hij in vredesnaam was teruggekomen. Ik had hem niet gevraagd of hij ergens spijt van had. Papa en ik zaten in stilte te werken aan een legpuzzel, die hij tussen de brokstukken van zijn moeders huis had gevonden. Tussen ons in brandde een gedeukte petroleumlamp, maar die gaf zo weinig licht dat we de stukjes nauwelijks konden zien. Mijn maag knorde, en voor papa, die altijd voor brood op de plank had gezorgd, klonk mijn honger waarschijnlijk als een verwijt. Is dit wat u voor ons wilde, papa? Toen vertelde hij me over die vijf dingen, hoewel ik ver- moedde dat hij ze eerder voor zichzelf op een rijtje wilde zetten dan voor mij. Als eerste, zei hij, wilde hij dat hij zijn vaders oor- logsmedailles bij mijn grootmoeder had gelaten, toen hij na opa’s begrafenis naar Davenport terugging. Dat had hij ook bijna gedaan. Niet omdat hij wist dat Duitsland algauw de vij- and van de Verenigde Staten zou worden. Niemand wist dat dat 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 19 15-11-2019 09:51
20 zou gebeuren. Toen nog niet. Maar omdat mijn oma zo verdrie- tig had gekeken toen ze het met fluweel gevoerde kistje aan hem gaf. ‘Je vader wilde dat jij deze zou krijgen,’ had ze gezegd. Ze droeg nog steeds rouwkleding. Oma had eruitgezien alsof ze het niet kon verdragen om afstand te doen van de medailles, wist papa nog, en daarom had hij zijn hand niet uitgestoken om ze aan te nemen. Oma had het zwarte kistje naar hem toe geduwd. ‘Neem ze maar,’ had ze gezegd, terwijl er opnieuw tranen in haar ogen sprongen. ‘Hij wilde dat jij ze zou krijgen.’ Papa zei dat hij, als hij het over kon doen, had willen zeggen: ‘Maar ik wil dat u ze houdt, Mutti.’ De medailles betekenden meer voor oma dan voor hem. Dat was altijd al zo geweest. Het waren onderscheidingstekens voor mijn grootvaders moed en trouw, en het bewijs dat hij had beloofd dat hij weer zou thuis- komen van de Grote Oorlog, en dat ook had gedaan. Ik had die medailles gezien toen papa ze uit Duitsland mee naar huis bracht, in de zomer waarin Hitler Polen binnenviel. De linten waren kleurrijk gestreept, als lange slierten snoep- goed, en de medailles voelden koel en gewichtig in mijn hand. Ik heb ze alleen die ene keer gezien. Papa zette het kistje op een plank in zijn linnenkast, nog steeds in het zeemleer dat oma er voor de reis naar Amerika omheen gewikkeld had, en daar waren ze gebleven. Ten tweede wilde papa dat hij het boek Mein Kampf niet ach- ter in zijn nachtkastje had laten liggen, jaren nadat hij het gelezen had. Hij had het niet eens een goed boek gevonden. Het was hem aangeraden door een man met wie hij altijd bier dronk en sigaren rookte in de Duits-Amerikaanse club in Davenport. Die man was verhuisd en was vergeten zijn boek terug te vragen. Mijn vader was nog van plan geweest de gegevens van de man op te zoeken en hem het boek toe te sturen, maar na al die tijd was hij het ver- geten. De FBI had niet geloofd dat het boek van iemand anders was, toen ze ons huis doorzochten en het hadden gevonden. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 20 15-11-2019 09:51
21 ‘Wat was dat voor boek?’ vroeg ik, terwijl ik een puzzelstukje bekeek. Niemand had mij verteld dat Adolf Hitler een boek had geschreven, nog voordat ik geboren was. Mensen waren jaren geleden opgehouden met discussiëren over het boek, en hadden het nu over de man zelf. Dat was het enige waar mensen over praatten als ik Hitlers naam hoorde: die man en zijn afschuwelijke plan. ‘Het is een boek dat ik nooit in huis had moeten hebben,’ antwoordde papa. Mijn lege maag knorde weer en hij sloot zijn ogen, alsof het zíjn maag was die geprotesteerd had en niet de mijne. Toen vertelde papa dat hij wilde dat hij nooit aan de buur- jongen had verteld dat hij wist hoe je een bom moest maken. Dat wisten alle scheikundigen. Dat leerde je in het eerste jaar op de universiteit. Zo leerde je veilig werken, zonder vreselijke fouten te maken. Toen Stevie Winters, die overduidelijk het vervelendste joch was dat ik ooit heb gekend en wiens vader politieagent was, papa had gevraagd: ‘Weet u welke chemische stoffen een bom laten ontploffen?’, had mijn vader gezegd dat hij dat inderdaad wist. Maar nu wilde hij dat hij gelogen had en had gezegd: ‘Nee, dat weet ik niet.’ Dan zou Stevie Winters naar huis zijn gegaan om daar zijn zusje te pesten of de franje van zijn moeders kus- sens te knippen of een raam aan diggelen te schieten, omdat hij binnen aan het voetballen was. Dan zou hij niet naar huis zijn gegaan om zijn vader te vertellen dat die Duitse man, meneer Sontag, had gezegd dat hij wist hoe hij een bom moest maken. Het vierde waarvan papa wenste dat hij het nooit had gedaan, was tegen een collega zeggen dat hij niet het idee had dat hij een wapen zou kunnen gebruiken tegen een Duitse landgenoot, en dat hij met heel zijn hart hoopte dat dat nooit van hem gevraagd zou worden. Het was waar dat papa niet geloofde dat hij een Amerikaans legeruniform aan kon trekken en tegen Duitsland kon vechten. Maar hij wilde dat hij dat tegen nie- mand had gezegd. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 21 15-11-2019 09:51
22 ‘Je hoeft niet alles te zeggen wat je denkt, Elise,’ zei hij. De collega had papa niet gevraagd of hij dacht dat hij een Duitse landgenoot zou kunnen doden. Ze hadden gewoon wat gepraat over de oorlog in Europa en over de vraag of Amerika zich ermee zou gaan bemoeien, en papa had uit zichzelf die informatie gegeven. De collega kon zich herinneren dat hij het had gezegd. Voordat papa gearresteerd werd, had de FBI die col- lega gesproken. Ze hadden met Stevie Winters en zijn vader gepraat. Ze hadden informatie ingewonnen bij iedereen die we kenden. Als laatste vertelde papa dat hij wilde dat hij eerder het Ame- rikaanse burgerschap had aangevraagd. Hij en mama hadden gewacht tot na het moment waarop Hitler Frankrijk was bin- nengevallen, waarna een aanvraag voor het burgerschap van een paar Duitse immigranten die al bijna twintig jaar in de Verenigde Staten woonden, eerder aanleiding gaf tot wantrouwen dan tot loyaliteit. ‘Waarom heeft u zo lang gewacht?’ hadden de FBI-agenten hem gevraagd. ‘U had jaren geleden al staatsburger kunnen wor- den. Waarom hebt u gewacht?’ Papa had niet willen zeggen: ‘Omdat het tot nu toe niet zo belangrijk leek.’ Dan zou het hebben geleken alsof hij niet zo van Amerika hield, en dat deed hij wel, echt. Maar hij hield ook van Duitsland, en hij wilde niet kiezen tussen beide landen. Hij zei dat het voelde alsof je ouders gescheiden waren en je als kind moest kiezen van wie je het meeste hield, bij wie je wilde gaan wonen. Dus zei papa dat hij niet wist waarom hij had gewacht. Dat waren de vijf dingen die papa had gedaan terwijl we in Amerika woonden en waarvan hij wilde dat hij ze anders had gedaan. Dat waren de vijf dingen die de FBI niet fijn vond aan mijn vader. De vijf dingen die de basis vormden voor de beschuldigingen tegen hem. De vijf redenen waarom hij eerst naar een interneringskamp in North Dakota moest, en daarna naar Crystal City, samen met honderden andere Duitsers, Japan- 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 22 15-11-2019 09:51
23 ners en een handvol Italianen, met hun vrouwen en kinderen die in Amerika geboren waren. De vijf redenen waarom we in 1945 werden geruild voor Amerikaanse burgers en gewonde krijgsgevangenen, die in Duitsland vastzaten achter de vijande- lijke linie. De vijf redenen waarom hij en ik in het halfduister in dat huurflatje zaten, niet veel groter dan ons verblijf in Crystal City, met een legpuzzel tussen ons in. Ik zou me dat gesprek altijd blijven herinneren. Als papa de oorlogsmedailles bij oma had gelaten, die man zijn boek had teruggegeven, tegen die ellendige Stevie had gezegd dat hij maar vlug naar huis moest gaan, niet met zijn collega had gepraat over de oorlog in Europa en met mama meteen het staatsbur- gerschap had aangevraagd zodra ze in de Verenigde Staten waren aangekomen – dan zou mijn leven totaal anders zijn geweest. Het is beangstigend om te bedenken hoe anders het geweest zou zijn. Zou ik dan wel mezelf zijn? Of zou ik heel iemand anders zijn geworden? Ik zou niet getrouwd zijn met de man met wie ik getrouwd was en zou de kinderen die ik had grootgebracht niet hebben grootgebracht. En ik zou nu niet in een vliegtuig naar San Francisco zitten, omdat ik Mariko Inoue nooit gekend zou hebben. Ons gezin zou nooit naar Crystal City zijn gestuurd. Mariko en ik zouden elkaar nooit hebben ontmoet. Alles wat ik ben, hangt af van vijf kleine dingen die mijn vader graag anders had gedaan. Terwijl het vliegtuig omhoog klimt, voel ik Agnes aan deze gedachten trekken. Ze wil ze hebben. Als een kind dat voor het eten handenvol snoep wil. Agnes wil ze hebben omdat ze zo oud zijn en zo diep verweven vanbinnen. Ze wil die herinne- ring aan mij als meisje van vijftien, dat in het laatste jaar van de oorlog aan een geleende tafel in een gebroken wereld met haar vader een legpuzzel zit te maken. Ze wil mijn overpeinzingen over wie ik zou zijn geweest als papa die vijf dingen anders had gedaan. Ze wil alles. Ik kijk door 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 23 15-11-2019 09:51
24 het raampje naar buiten en fluister twee woorden tegen Agnes, die worden overstemd door de witte ruis in de vliegtuigcabine. ‘Nog niet.’ Ik steek mijn hand in mijn handbagage om het notitieboek te pakken dat van Mariko is geweest en glijd met mijn vingers langs de iPad, mijn portemonnee, een pakje koekjes en het laat- ste nummer van House Beautiful. De vergeelde bladzijden van het oude notitieboek bevatten het half afgemaakte boek dat Mariko in Crystal City had geschreven en dat nog geen titel had. Het is een verhaal over Calista, een krijgsprinses die in een fantasieland woont dat Akari heet. Mariko zei dat dat Japans is voor ‘licht’. In het verhaal is Calista op reis gegaan om haar drie zussen te bevrijden uit handen van een boze tovenaar die hen ontvoerd heeft en in zijn betoverde kasteel gevangen houdt. Mariko, die dol was op schrijven en fantaseren over niet- bestaande werelden, was aan dit verhaal begonnen toen haar familie nog in Los Angeles woonde, net voordat Pearl Harbor werd gebombardeerd – voordat haar wereld, en de mijne, op zijn kop kwam te staan. Toen we in het kamp vriendinnen waren geworden, konden we uren doorbrengen met het beden- ken van nieuwe gebeurtenissen voor het verhaal. Tegen het einde van het boek was Mariko vastgelopen en wist ze niet meer hoe ze verder moest. Calista had onderweg al een aantal lastige obstakels overwonnen, maar was nu zelf in de hoogste toren van de tovenaar gevangen gezet. Ze had ontdekt dat haar zussen, die jaloers waren op haar schoonheid, moed en intelli- gentie, de ontvoering in scène hadden gezet en de tovenaar hadden betaald om Calista gevangen te nemen wanneer ze hen kwam redden. Ik was niet zo goed in verhalen vertellen, maar Mariko liet me met haar mee dromen en nadenken over de beste manier waarop Calista de tovenaar kon verslaan, kon ontsnappen uit de toren en wraak kon nemen op haar wrede zussen. Hoewel ik niet zo creatief en vindingrijk was als Mariko, zorgde ze ervoor dat ik me nooit dom voelde als ik een scenario voorstelde dat 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 24 15-11-2019 09:51
25 absoluut onmogelijk was, of dat geen literaire waarde had. Maar voordat Mariko een manier had bedacht waarop Calista kon ontsnappen, werd ik met mijn familie naar Duitsland gestuurd, en daarna Mariko en haar familie naar Japan. Er zou een jaar voorbijgaan voordat ik weer van haar hoorde. We hadden elkaar maar twee keer geschreven vanuit de lan- den waarnaar we verbannen waren. Met haar laatste brief stuurde ze haar notitieboek mee, waar geen nieuwe woorden meer in geschreven waren. Er was een huwelijk voor haar gearrangeerd met de zoon van een rijke Japanse zakenman, Yasuo Hayashi – ze was net zeventien geworden – en ze schreef dat ze me niet meer kon schrijven. Ook zou ze op haar achttiende niet meer naar de Verenigde Staten komen om mij daar te ontmoeten, zoals we van plan waren geweest. Ze vroeg of ik het notitieboek wilde over- nemen en Calista alsjeblieft uit de toren wilde bevrijden en het verhaal wilde afmaken, omdat zij het niet meer kon doen. Ik had gehuild bij de gedachte dat ik nooit meer iets van Mariko zou horen en haar nooit meer zou zien, en ik wist dat zij ook gehuild had bij het schrijven van die laatste brief – ik zag de vlekken in de inkt en de kreukels in het papier – onmisken- bare aanwijzingen dat er zoute tranen op het linnen papier gevallen waren. Ik schreef Mariko toch nog een aantal brieven, waarin ik zei dat waar zij en ik ook woonden, we elkaar nog steeds konden schrijven, en dat haar man haar misschien zou toestaan bij me op bezoek te komen. Of misschien zou hij het wel goed vinden dat ik bij haar langskwam. Maar de brieven aan Mariko kwamen onbezorgd retour. Ik hoorde nooit meer iets van haar. De kaft van het notitieboek is versleten, ondanks het feit dat ik het tientallen jaren lang zorgvuldig opgeborgen heb gehou- den. Het heeft in plastic gewikkeld onder in een cederhouten kist in de blauwe gastenkamer gelegen, beschermd tegen schim- mel en zilvervisjes en de tand des tijds. Ik had er zelfs geen woord in geschreven, hoewel Mariko het me had toegestuurd met het idee dat ik het verhaal zou afmaken. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 25 15-11-2019 09:51
26 Maar ik kon het niet. Het was niet mijn verhaal. En toch vraag ik me zelfs nu nog af hoe Calista uit de toren is ontsnapt. Hoe heeft ze haar vijand verslagen? Hoe heeft ze genoegdoe- ning gekregen voor wat haar zussen haar hadden aangedaan? Hoe heeft ze de rest van haar leven doorgebracht? Misschien is dat wel de werkelijke reden waarom ik een overweldigende behoefte heb om Mariko te zien voordat ik sterf, voordat ik verdwijn: zodat ik haar het boek kan terugge- ven en eindelijk te weten kom hoe het verhaal eindigt. Het vliegtuig is nu op hoogte en het cabinepersoneel maakt zich klaar om hapjes en drankjes rond te brengen. Ik steek het notitieboek terug in mijn tas en doe de rits dicht. Waar gaan we naartoe? hoor ik Agnes ergens in mijn achter- hoofd zeggen. Terug naar het begin, antwoord ik haar. 19092 Het laatste jaar van de oorlog.indd 26 15-11-2019 09:51
H et laatste jaar v an de oorlog S U S A N M E I S S N E R M OZ A Ï E K ROM A N Wa n ne er a l he t ver t rouwde va n hen i s we g genomen, k l a mpen t we e t iener mei sje s z ic h va st a a n hu n v r iend sc h ap . H et laatste jaar van de oorlog S U S A N M E I S S N E R Iowa, 1943. De veertienjarige Elise leidt een heel gewoon leven. Totdat haar vader wordt opgepa kt op verdenk ing va n na zisympathieën, en het gezin in een internerings- k a mp in Texa s bela ndt. Beroofd va n a lles wat haar dierbaar is, sluit Elise vriendschap met de Japa ns- A merik aa nse Mariko. Een vriendschap waaraa n beide meisjes zich va stk la mpen om zich te blijven herinneren wie ze waren en wie ze weer zullen zijn a ls de oorlog voorbij is. A ls Elise en Mariko a llebei worden uitgezet, beloven ze te blijven schrijven. Elise komt met haar fa milie in het door de oorlog ver woeste Stuttgart terecht. Haar brief- wisseling met Mariko loopt a l snel spaa k. Pa s vele decennia later, wa nneer de dementie aa n haar herinneringen begint te k nagen, besluit Elise naar Mariko op zoek te gaa n voor het te laat is. E e n t i e n e r v r i e n d s cha p d i e e e n l e ve n l a n g vo o r tduu r t w w w. u it geve r ijm oz a iek. n l ISBN 978 90 297 2870 6 9 7 8 9 0 29 728706 N U R 3 0 2 De historische roma ns va n Susa n Meissner zijn in meer da n vijf tien ta len vertaa ld. Wereldwijd zijn va n haar boeken a l meer da n een ha lf miljoen exemplaren verkocht. Naa st schrijver is Susa n Meissner ook een veelgevraagd spreker en geef t ze a ls vrijwilliger schrijf work shops aa n probleemjongeren. Laatste jaar RUG.indd 1 20-11-2019 16:07:37
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Susan Meissner
Susan Meissners roman Het dagboek van Mercy werd door Publishers Weekly als een van de beste 100 romans van 2008 genoemd en won de Carol Award. Zij is vrouw van een predikant en moeder van vier jongvolwassen kinderen.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord