De laatste valkenjacht
Leendert van Wezel
Haco komt erachter dat zijn kasteelheer opdracht geeft om graaf Floris te doden. Zo snel mogelijk ontvlucht hij het kasteel. Hij wil er alles aan doen om de graaf, die hemzelf als weesjongen ooit redde, te waarschuwen. Zijn reis naar het Muiderslot is niet zonder gevaren. Gelukkig…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789085433927
96
Hardcover
€4,95
Beschrijving
Notice: Undefined property: WP_Error::$name in /home/boeken1q/affiliate/wp-content/themes/clcAffiliate/woocommerce/clc_wc_functions.php on line 468
Haco komt erachter dat zijn kasteelheer opdracht geeft om graaf Floris te doden. Zo snel mogelijk ontvlucht hij het kasteel. Hij wil er alles aan doen om de graaf, die hemzelf als weesjongen ooit redde, te waarschuwen.
Zijn reis naar het Muiderslot is niet zonder gevaren. Gelukkig krijgt hij onderweg hulp van Beatrijs met haar trefzekere pijl en boog. Zijn Haco en Beatrijs, ondanks de hindernissen onderweg, op tijd om graaf Floris te waarschuwen?
Dit nieuwe deel in de serie historische jeugdboeken speelt zich af in de middeleeuwen. Het boek sluit aan bij de leerstof van de geschiedenismethode Venster op Nederland voor groep 6. Een spannend middeleeuws verhaal verhaal voor kinderen vanaf 8 jaar.
Categorieën
Eigenschappen
9789085433927
02-10-2018
Nederlands
96
283
Hardcover
Venster op Nederland
Leendert van Wezel
Aanbevelingen
Leesfragment
Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 3
mêçäççÖ I k weet niet wie jij bent. Of hoe oud je bent als je dit leest. Maar mijn naam is Haco en ik ben 13 jaar. Tenminste, ze zeg- gen dat ik geboren ben in het jaar onzes Heeren 1283. Iedereen die het kan weten, is al dood. Wél weet ik zeker dat mijn plan mislukt is. En dat ik daarom niets anders weet te doen dan het hele verhaal nu aan jou door te geven. Ik wil alles opschrijven wat er is gebeurd. Vanaf het eerste begin, toen ik achter de gordijnen zat en de opdracht tot de moord hoorde. Tot aan het einde, tot aan die dodelijke messteken. Ik heb er alles aan gedaan om ze te voorkomen. Maar ik heb ge- faald. Door het allemaal op te schrijven voelt het alsof hij nog een beetje leeft. Hoe graag had ik dat echt gedaan: hem in leven hou- den. Daarom zit ik nu hier, in deze kille kamer aan dit houten tafeltje. Er valt zonlicht door het hoge raam naar beneden, maar het maakt me niet warm. Ik doop mijn veer in de inkt. En ik schrijf. Het is alsof ik het allemaal weer meemaak. Ik zie het voor me, haarscherp en in kleur. Opnieuw krijg ik kippenvel en voel ik de angst. Toch schrijf ik door. En het is fijn om te weten dat je naar mijn verhaal wilt luisteren. 5 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 5
eççÑÇëíìâ=N H et begon op een avond in het voorjaar van 1296, in het kas- teel van Namen. Ik hield van het kasteel en zijn omgeving. Ik hield van de steile rotswanden die loodrecht omhoogliepen vanaf het dal waarin de rivier stroomde. Ik hield van hoe het kasteel daar stond, hoog op de rotsen. Een sterk kasteel, makkelijk te verdedigen en moeilijk in te nemen. Een kasteel met dikke muren en smalle gangen, die als een spinnenweb door die dikke steenklomp lie- pen. Die kamers met elkaar verbonden, trappenhuizen, zalen, torencellen. En ik hield van het werk dat ik daar mocht doen. Schrijven. Dat deed ik al vanaf mijn tiende jaar: schrijven. Melis Stoke had het me geleerd, en hij noemde me een wonderkind. In de huishouding van de heer van Namen was ik een van de vijf mannen die goed konden schrijven. Eigenlijk kan ik wel zeg- gen dat ik de beste was. Mijn handschrift was mooi gelijkmatig, en als de heer van Namen een brief wilde sturen, riep hij eerder mij dan de oude secretaris. Die hele dag al had ik geschreven, zittend aan een tafeltje tegen de muur van de grote zaal. Die dag waren er heel wat zaken be- sproken door de heer van Namen. En van dat alles had ik een verslag gemaakt. Op die manier had ik weer veel geleerd over de wereld om ons heen. Die wereld was verdeeld in stukken land waar steeds een belangrijke heer de baas over was. Was die heer een graaf, dan heette dat stuk land een graafschap. Was de heer een hertog, dan heette het een hertogdom. Als het een stadhou- der was, noemde je het een gewest. En een koning had natuur- lijk een koninkrijk. Soms noemde je een koning een vorst. Dan 7 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 7
had hij een vorstendom. De heer van Namen stuurde brieven aan graven, hertogen, stadhouders, vorsten en koningen uit de wijde omtrek. Zelfs aan de Franse en Engelse vorsten en konin- gen. En hij kreeg ook brieven van hen terug. Zo was ik te weten gekomen dat de Engelsen en de Fransen ruzie hadden. Ze maak- ten ruzie over wie de beste vrienden was met de graven van Vlaanderen, Brabant, Holland en West-Friesland. Iedereen snapte dat ze dat deden om er zelf beter van te worden. Maar hoe dan ook, aan het einde van de dag liep de zaal leeg. Ie- dereen ging naar de eetzaal. Zelf bleef ik achter om mijn inktpot af te sluiten. Om mijn aan- tekeningen op te rollen en dicht te binden. En om mijn pen schoon te maken, zodat alles weer klaarstond voor de volgende dag. Ik ging zelf niet in de eetzaal eten, omdat ik even alleen wilde zijn. Al heel mijn leven was ik vaak alleen geweest. Ik vond het fijn. Ik wikkelde de doek van een homp brood en een stuk worst, en nam een paar slokken water uit de kruik die op mijn tafeltje stond. Ik voelde hoe moe ik was. Ik stond op, rekte me uit en liep naar het venster, dat uitkeek op de rivier, heel ver beneden me. Ik ging zitten in de brede vensterbank, kauwde op de worst en op het brood en keek naar beneden. Een late voorjaarszon scheen naar binnen. De worst was lekker zout en het brood nog knapperig. Toen ik alles op had leunde ik achterover, tegen de zachte kussens in de vensterbank. Ik trok het gordijn naast me dicht, zodat ik vanuit de zaal niet meer te zien was. En ik sloot mijn ogen. Ik werd wakker van stemgeluid. Om mij heen was het scheme- rig. Door het raam kwam geen licht meer, alleen een donker- blauw schijnsel van de avondlucht. In de zaal waren een paar kaarsen aangestoken. Ik hoorde ze zachtjes knetteren en zag 8 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 8
vaag hun gelige schijnsel langs de randen van het gordijn. Ik hoorde stemmen. Er zaten mannen aan de tafel en ik herkende de stem van de oude secretaris. Ik ging voorzichtig wat rechter zitten en dacht na. Moest ik me laten zien? Sorry zeggen voor de verstoring? En dan snel de zaal uit lopen? Maar de heer Van Dampierre (de echte naam van de heer van Namen) was een zure oude man. Woedend zou hij zijn. Hij was altijd vreselijk achterdochtig, gemeen soms zelfs. Ik mocht hem helemaal niet, ook al mocht ik hier dan fijn werk doen. Hij was soms net een klein kind dat zijn zin niet kreeg. Misschien kwam dat omdat hij geen echte graaf was. Hij was namelijk geen erfgenaam uit een familie van graven, maar had het kasteel gekocht. Namen was het enige wat hij kon betalen, zo ging het verhaal. Zijn broer was heer van Zeeland, die was de oudste en dus de erfge- naam, of zoiets. Hij was een echte heer. De oude secretaris had me dat eens verteld. In het geheim natuurlijk, want er mocht niet over gepraat worden. Hoe gemeen de heer van Namen was, was wel gebleken toen hij zelfs geprobeerd had Zeeland te ver- overen. Hij had gevochten tegen zijn eigen broer! Maar die strijd had hij verloren en hij was erbij gewond geraakt. Daarom liep hij altijd met twee stokken. Zo kreupel als een krab. Een ge- mene, oude krab. Nee, ik mocht de heer van Namen helemaal niet. Maar waar was ik? Oh ja. Ik herkende dus de stem van de oude secretaris. ‘Heer, ik ben gereed. Zegt u maar wat ik schrijven moet. ’ Het was even stil. Toen klonk de stem van de heer van Namen, die precies vertelde wat er in de brief moest komen. Het was een lange brief. En wat erin kwam te staan bezorgde me koude rillingen. Van ongeloof, van angst en van boosheid. 9 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 9
De stem van de heer van Namen klonk hard en kil: ‘Richt je brief aan heer Gerard van Velsen, heer van Beverwijk, Noordwijk en Velsen. ’ De pen kraste over het papier. Er schoof een voet over de eiken vloer en ik kon me goed voorstellen hoe de heer van Namen ongeduldig wachtte tot hij verder kon gaan. Toen ik bij heer Floris in het Muiderslot woonde, had ik weleens over de heer van Velsen gehoord. Wat moest de heer van Namen met die edelman? ‘Ja heer? ’ zei de secretaris. En toen begon het voorzeggen en het schrijven van de brief zelf. In stukjes en beetjes, met twee zin- nen tegelijk. Dit is wat ik hoorde: Zeer geëerde en edele heer van Beverwijk, Noordwijk en Velsen, Ik breng u deze zeer geheime boodschap over in naam van de hooggeëerde koning Eduard I van Engeland. Hij is woedend dat heer Floris V hem aan de kant heeft gezet en goede vrienden is geworden met de Franse koning. Floris V heeft zelfs een deel van de handel met Engeland stilgelegd. Zelfs tot in Engeland kent men u, de heer van Velsen, als een dapper en besluitvaardig man. Een man ook die weet wat hij doen moet als er gevaar dreigt. Daarom verzoekt de koning u om in te grijpen. Floris V moet gestopt worden. Hij moet worden gevangengenomen en desnoods worden gedood. Bij deze zin stopte de pen even met krassen. De secretaris schraapte zijn keel. ‘Heb ik u goed verstaan, heer? ’ ‘Praat ik zo zacht? Of bent u doof ? ’ De stem van de heer van Namen werd nog scherper: ‘Wat heeft u verstaan? ’ 10 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 10
Even was het stil. Toen antwoordde de secretaris: ‘… gestopt worden. En dan: worden gevangengenomen en desnoods wor- den gedood. Is dat juist? ’ Er klonk ongeloof in zijn stem. ‘Dat heeft u goed gehoord’, klonk de stem van de heer van Namen. ‘Maar als u het voor de zekerheid nog een keer wilt horen: gevangengenomen en desnoods gedood. En zit daar niet zo dom naar me te kijken. Floris V is levensgevaarlijk, ook al is hij mijn schoonzoon. Er is niks mis met uw oren. Luister gewoon en schrijf. ’ Hij ging verder met het voorzeggen van de brief. Het is van groot belang dat de goede banden met Engeland worden hersteld. De koning zal u rijkelijk belonen. Hij is er zeker van dat u de ernst van de situatie zult begrijpen. Hij zal u, als alles achter de rug is, graag ontvangen in zijn paleis in Engeland. We rekenen op u, edele heer. Ik wens u Gods zegen en een goede gezondheid toe, en dat uw onderneming mag slagen. Heer van Namen, Gwijde van Dampierre Daar zat ik, met gesloten ogen. Ik kon mijn oren niet geloven. Woord voor woord drong door het gordijn heen. Zin na zin, terwijl de secretaris alles op papier zette. En ik begreep wat dit betekende. Ik werd koud, alsof ik in de sneeuw zat. Nee, alsof de sneeuw in mij zat en me vanbinnen door en door koud maakte. Dit was simpelweg een opdracht tot moord. En het ging niet om zomaar een moord … op zomaar iemand … Dit ging om de man die mijn leven had gered. Van wie ik meer hield dan van wie dan ook op deze aarde. 11 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 11
eççÑÇëíìâ=O R oerloos zat ik daar, achter dat gordijn. Ik hoorde de pen op het perkament krassen waarmee de secretaris de opdracht schreef om Floris V te vermoorden. Ik verroerde me niet, maar had willen opspringen. Vanachter het gordijn willen stappen en willen schreeuwen: ‘Waarom wilt u dit? Wilt u echt uw schoon- zoon vermoorden om vriendjes te worden met de Engelse ko- ning? Bent u zo gemeen? ’ Heer Floris mocht niet dood! Zonder de graaf van Holland zou ik er niet meer geweest zijn. Dat had ik gehoord van Melis Stoke, die veel schrijfwerk voor graaf Floris deed en die mij ook had leren schrijven. Maar dat heb ik al gezegd, geloof ik. Melis Stoke had mij dit verteld: ‘De boeren en burgers in Holland hadden veel last van rondtrek- kende bendes, die de omgeving plunderden en een spoor van vernieling en dood achterlieten. Floris trainde zijn mannen om zulke bendes op te sporen en te verjagen. Op een keer waren heer Floris en 25 van zijn mannen in de buurt van de Hollandse Venen. Daar zagen ze een rookpluim in de verte. Ze reden die kant op en zagen hoe een bende een boer- derij in brand gestoken had en het vee aan het plunderen was. Floris en zijn mannen omsingelden de plunderaars en moord- den de hele bende uit. Toen de strijd gestreden was, hoorde Floris een kind huilen. Hij aarzelde geen moment, maar sprong van zijn paard en rende moedig de brandende boerderij in. Een paar tellen later kwam hij naar buiten met een baby, de enige overlevende. Die baby, Haco, dat was jij! Je bent gered door de graaf van Holland zelf. Bid elke dag voor hem, want je hebt je leven aan hem te danken. ’ 12 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 12
Ik zag het hele verhaal weer voor me, toen ik de heer van Namen zijn plan hoorde vertellen. Het was graaf Floris die mij aan de zorgen van Melis Stoke had toevertrouwd. ‘Leer die jongen schrijven, Melis’, schijnt hij ge- zegd te hebben. Ik mocht wonen in de bijgebouwen van het kas- teel van de graaf, het Muiderslot. Wat heb ik het erg gevonden dat ik daar weg moest. En vooral dat de graaf zelf me wegstuurde. Of beter gezegd: weggaf. Als een soort cadeau. Want graaf Floris had in die tijd te horen ge- kregen dat zijn schoonvader te weinig goede schrijvers in zijn huishouding had. Daarom had hij mij naar zijn schoonvader ge- stuurd, om hem een plezier te doen. Ik heb in stilte gehuild, al heb ik dat natuurlijk aan niemand laten merken. Mannen hui- len niet. En jongens ook niet. Maar terwijl ik achter dat gordijn zat en het moordcomplot hoorde, dacht ik: het is geen toeval geweest. God heeft mij naar Namen gestuurd om dit te horen. En om er een stokje voor te steken. Want nu kreeg ik de kans om mijn redder te redden! Toen merkte ik tot mijn schrik dat in mijn koude lijf een kriebel naar boven kwam. Een kriebel die in mijn buik begon en stukje bij beetje omhoogkwam … door mijn borst … naar mijn keel. Ik legde mijn hand op mijn mond. Haalde voorzichtig adem, zo- veel mogelijk langs de kriebel. Ik moest aan iets anders denken! Ik mocht absoluut niet hoesten. Ze mochten me niet horen! Want ik had al direct begrepen waarom de oude secretaris deze brief moest schrijven, en niet ik. Van Dampierre vertrouwde mij niet. Ik kwam van het Muiderslot. Hij was bang dat ik hem zou verraden. Ik vocht met de kriebel in mijn keel. Mijn lichaam schreeuw- de erom die weg te hoesten. Maar ik vocht terug, gaf me niet gewonnen. Toen klonk de stem van de heer van Namen: ‘Laat mij nu de brief verzegelen. ’ 13 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 13
Ik rook de geur van smeltende was. Die geur wakkerde de krie- bel nog aan. De secretaris liet een staafje zegelwas smelten boven de kaarsvlam; plok, plok: de druppels was vielen op de opgerolde brief. Een korte en krachtige bonk: de heer van Namen drukte zijn zegelring in de was. Toen zei hij: ‘Haal nu Roderick. ’ ‘Zoals u wenst, heer’, antwoordde de secretaris. ‘Ik stuur hem naar u toe. ’ ‘Laat hem snel komen’, zei de heer van Namen. ‘Hij moet mor- genochtend vroeg al vertrekken. ’ Ik hoorde aan zijn schuifelende voetstappen dat de secretaris de deur uit ging. Ik kon de hoestbui bijna niet meer onderdrukken. Zweet droop vanuit mijn haar in mijn ogen. Mijn hand die over mijn mond lag, was klam en zweterig. Ik ademde door mijn neus, langzaam en voorzichtig, mezelf uit alle macht in be- dwang houdend. Maar het was of ik een paling met natte han- den moest vasthouden. Elk moment kon het gladde dier weg kronkelen, hoe hard ik ook kneep. Even later ging piepend de deur van de zaal open. Er klonken zware voetstappen en daarna een stem: ‘Heer, u heeft mij ge- vraagd te komen. ’ Ik herkende de stem van Roderick, de vertrou- weling en persoonlijke lijfwacht van de heer van Namen. ‘Roderick, ’ begon de heer van Namen, ‘luister goed. Ik geef je een heel belangrijke opdracht, die niet mag mislukken. Deze koker bevat een persoonlijke boodschap voor de heer van Vel- sen, Noordwijk en Beverwijk. Hij zal zich waarschijnlijk in zijn vesting in Velsen bevinden. Ga daar zo snel mogelijk met wat mannen heen en geef deze boodschap aan de heer van Velsen persoonlijk af. Aan niemand anders. Blijf erbij als hij hem leest en dwing hem om de brief daarna te verbranden. Bescherm deze brief met je leven. ’ 14 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 14
Het werd even stil. Heel stil. Ik kreeg veel te weinig lucht, mijn longen krampten samen. Toen antwoordde Roderick: ‘Zoals u wilt, heer. ’ ‘Ga morgenochtend vroeg weg. Neem vier mannen mee en vol- doende wapens. Ik zal je ook nog zilveren dukaten meegeven voor de heer van Velsen. Ga nu, om alles gereed te maken voor vertrek. Morgenochtend spreken we elkaar nog voordat je weg- gaat. ’ Roderick vertrok. Het was doodstil in de zaal. Ik hoorde alleen het sissen van de kaarsen, en de wind die langs de ramen waaide. Ik was duizelig, voelde hoe ik bijna de controle verloor en in een hoestbui zou uitbarsten. Mijn lichaam schokte. Er kwam een vaag, klikkend geluid diep uit mijn keel. Het klonk hard in de stilte. Een stoel schoof. Geruis van een lange mantel. Onregelmatige, kreupele voetstappen op de houten vloer. Ik sloot mijn ogen. Nu zou ik ontdekt worden. Het gordijn zou opzijgeschoven worden en dan … De voetstappen kwamen niet dichterbij. De deur ging piepend open en met het metalige geluid van een dichtvallend slot weer dicht. Ik was weer alleen. 15 Binnenwerk De laatste valkenjacht_Opmaak 1 28-08-18 19:16 Pagina 15
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord