De Heer uit het zuiden
Kristen Heitzmann
“De Heer uit het zuiden’ is weer een echte Kristen Heitzmann: meeslepende liefde in een adembenemend decor. Na vele hindernissen zijn Desi Brennan en Remy Montgomery eindelijk verloofd. Maar op Remy’s ranch gebeuren vreemde dingen. Runderen slaan op hol en Remy verliest bijna zijn…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789029728607
432
Paperback
€23,99
Beschrijving
“De Heer uit het zuiden’ is weer een echte Kristen Heitzmann: meeslepende liefde in een adembenemend decor.Na vele hindernissen zijn Desi Brennan en Remy Montgomery eindelijk verloofd. Maar op Remy’s ranch gebeuren vreemde dingen. Runderen slaan op hol en Remy verliest bijna zijn beste stier. Het lijkt erop dat iemand het op hem gemunt heeft, zeker als Remy uiteindelijk zelf zwaargewond raakt. Maar wie er ook achter zit: hij of zij heeft buiten Remy’s weergaloze vrouw Desi gerekend…”De Heer uit het zuiden’ is het tweede deel in de serie “Het land van de gouden rivieren’. Het is het vervolg op ‘Bruid van de bergen’, maar kan ook los gelezen worden.
Categorieën
Eigenschappen
9789029728607
05-11-2019
Nederlands
432
342
Paperback
Land van de gouden rivieren
Kristen Heitzmann
Tobya Jong
Aanbevelingen
Wat een geweldige serie! Toen ik deel 2 (De heer uit het zuiden) uit had - na deel 1 uiteraard (Bruid van de bergen) - ben ik gelijk op de fiets gestapt om deel 3 (Een klein geluk) te kopen. En dat midden in een hittegolf. Maar ik wilde deel 3 zó graag hebben. Ik had het allerlaatste exemplaar! Ik ga dit derde deel heel langzaam lezen, want deel 4 en 5 zijn nog niet verschenen. Waarom ik dit zo'n geweldige serie vind? Er zit vaart in, het is spannend en het geeft veel historische context (de tijd van de goudzoekers in Colorado, Amerika). Ik vind de natuurbeschrijvingen ook mooi, en ook de karakters worden goed beschreven. En het is natuurlijk ook nog eens een heel romantisch verhaal. - A.S.
Leesfragment
De heer uit het zuiden
Eerder verscheen van Kristen Heitzmann in de serie Het land van de gouden rivieren: Bruid van de bergen
Kristen Heitzmann De heer uit het zuiden Roman Vertaald door Tobya Jong KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht
Vertaling: Tobya Jong Ontwerp omslag: Bij Barbara Lay-out binnenwerk: Crius Group, Hulshout Eerste druk, 2019 isbn 978 90 297 2860 7 isbn (e-book) 978 90 297 2861 4 nur 342 www. kokboekencentrum. nl © 2019 KokBoekencentrum Uitgevers © 2019 Kristen Heitzmann Alle rechten voorbehouden Uitgeverij KokBoekencentrum vindt het belangrijk om op milieuvrien- delijke en verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van het papieren boek van deze titel is daarom gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Voor Jim Dwars door alles heen, ben jij er altijd… Eén vlees.
7 1 Colorado Springs, Colorado-territorium – 1872 Terwijl de pijn als dolken in haar ogen stak, joeg Desi het een- voudige rijtuigje voort door de verblindende winterzon. In geen enkel ander seizoen leek het ochtendlicht zich zo doelbewust in je ogen te boren. Als niet van haar werd verwacht dat ze het bestelde drukwerk afl everde voordat de trein vertrok, zou ze ge- woon wachten. Maar die luxe had ze niet. Vakbekwaamheid en betrouwbaarheid waren immers de pijlers onder haar reputatie, en die van haar vader. Ze trok haar hoed zo ver naar voren dat haar wimpers langs de rand streken, om het felste licht te blokkeren. Maar ze moest de weg natuurlijk wel kunnen zien, dus er zat niets anders op dan de priemende pijn te verdragen, telkens wanneer ze over de paardenrug heen keek. Even verderop overspande een brug op houten schragen de deels bevroren Monument Creek, die ze tot voor kort alleen te paard had kunnen oversteken. Voor wie per voertuig reisde, was de brug een enorme verbetering en niemand klaagde, behalve haar paard, dat juist deze dag voor een dwarse bui had uitgekozen. ‘Vooruit. ’ Desi klakte met haar tong. ‘Het is een brug, Shali- mar. Dezelfde als de vorige keer. ’ De merrie had even tijd nodig gehad om aan dit nieuwe bouwsel te wennen, maar uiteindelijk had ze haar bezwaren overwonnen. Waarom deed ze nu opnieuw moeilijk? ‘Brave meid. Stap er maar op, één hoef tegelijk. Ik weet dat het bonkt en ratelt, maar het is maar geluid. ’ Als Desi op haar dameszadel op de paardenrug zat, was ze één
8 met de merrie. Hoewel het rijtuigje de communicatie nogal ver- stoorde, wist Shalimar heus wel wat hier van haar werd verwacht. Op deze warme, windstille januaridag had Desi geen jas aan hoeven trekken over de getailleerde jurk die ze zelf van fi jne, marineblauwe wol had gemaakt. De merinowol van hun eigen schapen paste uitstekend bij het gematigde klimaat op deze oos- telijke uitloper van de Rockies – hoewel de temperatuur soms ook tot onder het vriespunt kon dalen. Het was nauwelijks voor te stellen dat het grijsbruine landschap vorige week nog door een hevige sneeuwstorm was getroff en. Op sommige plekken had de storm de sneeuw tot een meter hoog opgezweept, waardoor de trein tussen Denver en Rio Grande twee dagen op het spoor had vastgestaan. Het treinpersoneel en de passagiers moesten de rails sneeuwvrij maken zodat de trein stukje bij beetje verder kon kruipen. Toen hij eindelijk op het station aankwam, was elk oppervlak bedekt met een dikke laag sneeuw en aan de ketel zelf hingen ijspegels. Inmiddels was alles weer ontdooid, ook de planken van de brug, waardoor hij gemakkelijk over te steken was. ‘Toe nou, Shalimar! Hup!’ Het paard drentelde onwillig opzij in het karrenspoor en legde haar oren plat, maar gaf toen toe en kloste de krakende brug op. ‘Brave meid. Zo doen we dat, ’ zei Desi teder. Toen, voordat ze goed en wel doorhad wat er gebeurde, zag ze langs de oever van de kreek, onder de brug vandaan, opeens iets zwarts opduiken. Een reusachtige kop met een bruine snuit en indrukwekkende hoektanden, gevolgd door brede, harige schou- ders en poten die in enorme klauwen eindigden. In paniek begon Shalimar luid te hinniken. De beer brulde. Desi bereidde zich erop voor om aan stukken gescheurd te worden, maar het paard besloot ervandoor te gaan. Het kostte Desi al haar kracht en ervaring om te voorkomen dat het rijtuigje van de brug vloog. Een van de achterwielen hupte omhoog, maar de merrie wist vaste grond te bereiken en sleurde het wagentje in volle galop met zich mee. Kluiten aarde vlogen
9 op terwijl Desi zich aan de leidsels vastklampte. ‘Ho!’ Haar instinct maakte het paard doof voor alles, behalve de drang om te vluchten. Als het landschap nog open was geweest met enkel hier en daar een glooiende helling, had Desi haar laten gaan. Maar tegenwoordig stonden hier gebouwen en woonden er mensen. ‘Ho, Shalimar!’ Haar armen brandden en zetten haar schouders in brand terwijl ze uit alle macht aan de teugels trok. Haar hoed was zo ver naar voren gezakt dat ze nauwelijks meer zag dan de paardenrug, glinsterend in het zonlicht, maar ze kon de leidsels niet loslaten om het ding weer op zijn plek te duwen. Alstublieft, God. Een groot, bruingeel paard leek uit het niets tevoorschijn te komen en stormde op Shalimar af. Desi’s hart sloeg een slag over toen ze de trein hoorde fl uiten, het geluid angstaanjagend dichtbij. De ruiter greep de merrie vast en trok hen opzij, parallel aan de rails. Hij bleef naast hen galopperen terwijl de trein piepend tot stilstand kwam, in een wolk van zwarte rook en rondvliegende vonken. Eindelijk kwamen ook zij tot stilstand, op het plateau langs de kreek – bijna op de begraafplaats, terwijl het daar toch echt nog wat te vroeg voor was. Desi liet de teugels los en schoof haar hoed omhoog. De man op het bruingele paard was haast net zo gespierd als zijn rijdier en even sterk. ‘Holt, ’ hijgde ze. ‘Je hebt me zojuist gered van het lot van deze ongelukkigen. ’ Ze gebaarde naar de driehonderd graven, opeen- gepakt op een lapje grond. Colorado Springs Company trof voor- bereidingen om de begraafplaats naar elders te verhuizen, zodat het niet het eerste was wat bezoekers – die hier juist gezondheid hoopten te vinden – zouden zien. Holts blonde haar kwam onder zijn breedgerande hoed uit en zijn snor reikte tot aan zijn krachtige, vierkante kaak. Hij kruiste zijn polsen, liet ze op de zadelknop rusten en keek haar aan. ‘Hoe komt het dat als iemand hier herrie schopt, jij het meestal bent? ’ Ze stak haar kin in de lucht. ‘Deze keer was het anders de schuld van de beer. Geef hem maar op zijn kop. ’
10 ‘Beer? ’ ‘Een grote zwarte. Waarschijnlijk heeft hij zijn hol onder de brug en nam hij aanstoot aan het feit dat ik wilde oversteken. Shalimar rook hem en werd onrustig. In de zomer zou ik de muskusgeur ook wel geroken hebben –’ ‘Waar heb je hem gezien? ’ Hij keek naar de plek die ze aanwees, maar blijkbaar had de beer zich teruggetrokken, als een chagrijnige trol uit kinderverhaaltjes. ‘Rechts onder de brug. ’ Ze veegde met haar handschoen langs haar voorhoofd. ‘Geloof mij maar, hij is wakker en slechtgehu- meurd. ’ Haar hartslag bevestigde dat. Hij reikte naar het Henrygeweer in zijn zadelholster. ‘Wat doe je? ’ Ze pakte zijn arm. ‘Wat denk je zelf? Je had opgevreten kunnen worden. En an- deren ook. ’ ‘Ja, maar als we hem met rust laten, valt hij misschien weer in slaap. ’ ‘Er steken mensen die brug over. ’ ‘Ik maak wel een waarschuwingsbord. ’ ‘Desiree. ’ Hij liet zijn kin zakken. ‘Denk je echt dat een waar- schuwingsbord die beer zal tegenhouden? ’ ‘Misschien besluiten mensen om niet over te steken. ’ ‘Het is de toegangsweg naar de stad. Moeten we allemaal dui- men gaan zitten draaien totdat dat beest in de lente wakker wordt en verder kuiert? ’ ‘Nou…’ ‘Er is een woord voor mensen zoals jij. ’ ‘Gevoelig? ’ ‘Knettergek. ’ Ze kon het niet ontkennen. Haar argument was volkomen onlogisch als je bedacht dat mensen en hun rijdieren gewond konden raken of zelfs gedood worden. Het had bij haar ook maar een haartje gescheeld. ‘Luister. ’ Hij liet zijn geweer zakken. ‘Als je de mensen waar- schuwt, is er altijd wel iemand die besluit dat hij een berenvel wil
11 hebben. Maar voordat het zover is, spelen ze eerst nog een spelletje met hem. Ze zullen hem treiteren en –’ ‘Hou op. ’ Ze hief haar handen, zich maar al te goed bewust van de wreedheid van sommige mensen en het feit dat beren een geliefd slachtoff er waren. ‘Eén zuiver schot met mijn Henry. ’ ‘In zijn hol? ’ Holt spande de haan. ‘Maak het nou niet persoonlijk. Iedereen loopt gevaar. ’ ‘Ik weet het. ’ Ze drukte haar hand tegen haar hart, dat nog steeds tekeerging. Het was pure genade dat zij noch Shalimar aan stukken gescheurd was of de kreek in geslingerd, met wie weet wat voor breuken tot gevolg. Ze had haar merrie daar ter plekke kunnen verliezen en alleen Holts tussenkomst had haar van de trein gered. Wat zouden nieuwkomers onder dergelijke omstan- digheden doen? Terwijl Holt het geweer om zijn schouder hing en van zijn paard gleed, liet zij zich van haar bankje omlaag zakken. Hij was al op weg naar de brug, maar bleef staan. ‘Waar ben jij mee bezig? ’ ‘Helpen. ’ ‘Jij hoeft niet te helpen. ’ ‘Jawel, ik –’ ‘Wat jij ook onder hulp verstaat, ik verzeker je dat het niet werkt. ’ Hij spande zijn kaakspieren. Zij de hare ook. ‘Doe nou niet zo moeilijk, Holt. Als het echt moet, zal ik –’ ‘Dan zul je wat? ’ Toen ze besefte dat ze geen antwoord had, sloeg ze haar armen over elkaar. ‘Je bent me er een. ’ ‘Kijk gewoon even of hij slaapt. ’ ‘En dan? Moet ik hem porren? ’ ‘Ja. Als hij blijft slapen, laat hem dan met rust. Als dat niet zo is, zou je sowieso moeten schieten. ’
12 Hij hief zijn gezicht naar de hemel voordat hij op weg ging naar de oever van de kreek. Ze volgde hem, maar hij draaide zich om, de blik in zijn ogen even woest als die van de beer – al had Holt dan geen enorme hoektanden. ‘Waag het niet. ’ Ze sloeg haar armen weer over elkaar en bleef staan wachten. Voor zo’n lange, gespierde man bewoog Holt zich soepel. Zelfs wanneer hij op een paard zat, waren zijn bewegingen licht en ge- makkelijk. De kracht van zijn benen maakte dat zijn gewicht niet te zwaar op de rug van het dier drukte en door zijn behendigheid leek zelfs het temmen van wilde mustangs, die hij zonder zadel bereed, kinderspel. Eenmaal bij de kreek aangekomen, gebruikte hij het onderstel van de brug en de ijsschotsen om over te steken. Als ze goed keek, kon ze in de helling aan de overkant een opening zien, onder de staanders van de brug. Binnenin bewoog niets. Misschien was de beer weer weggedoezeld. Precies op het moment dat ze hoopte dat het stil zou blijven, zag ze een wagen aankomen, voortgetrokken door een span muilezels en in volle vaart op weg naar de stad. Zodra de hoeven de brug raakten, stoof de beer zijn hol uit. Vergeleken met het kabaal dat de muilezels maakten, was Shalimars eerdere weigering slechts een beleefd protest. Een van de menners schoot op de beer, wat zijn woede wekte maar het dier er niet van weerhield zich op te richten, klaar om toe te slaan. Een geweerschot weerklonk. Terwijl de beer viel, stormden de muilezels de brug over, met zo veel geweld dat een van de steunbalken losschoot en tegen Holts schouder beukte. Desi was al halverwege de helling toen hij naar boven strompelde. Met zijn geweer in de aanslag liep hij naar de beer, die naast de kreek lag. Nadat hij had vastgesteld dat de klus geklaard was, liep Holt weer naar de overkant. Toen ze haar hand uitstak naar zijn schouder, maakte hij een afwerend gebaar. ‘Alleen een beetje gekneusd. Laten we hopen dat Shalimar ondertussen niet op weg is naar El Paso. ’
13 Ze ontdekten dat de merrie haar vluchtneiging blijkbaar kwijt was. Met haar gebogen hoofd leek ze net zo van streek over het hele gebeuren als Desi zelf. Holt aaide het paard en fl uisterde wat bemoedigende woordjes. Nog even en hij zou een lied inzetten om haar op te vrolijken – iets wat hij weigerde te doen, tenzij er een dier in nood was – maar uiteraard knapte de merrie precies op dat moment op. Holt leek niet al te veel pijn te hebben toen hij opsteeg. Maar hij liet eigenlijk nooit blijken wat hij voelde, dus zeker wist je het niet. ‘Wat doen we met…’ Ze keek over haar schouder naar de dode beer, die half in het deels bevroren water lag. Beren in winterslaap waren niet bewusteloos. Ze kwamen alleen bijna nooit hun hol uit om te eten of te drinken – of iemand te verscheuren. ‘Ik heb nu dingen te doen, maar ik zal ervoor zorgen dat hij goed gebruikt wordt. ’ ‘Dank je. Dat is een troost. ’ En in elk geval had Holt het dier de pijn bespaard die anderen hem misschien voor hun plezier zouden hebben aangedaan. Hij tikte tegen zijn hoed. ‘Probeer een dag of twee uit de pro- blemen te blijven, totdat mijn schouder weer beter is, oké? ’ Ze opende haar mond om hem van repliek te dienen, maar hij ging er al in galop vandoor. Hmpf. Holt mocht denken wat hij wilde. Zij had die beer niet gewekt. Ze reed over de brede hoofdstraat naar de winkel van Alva Adams, die bouwmaterialen en gereedschap verkocht. Ze zette haar merrie vast aan het hek en haastte zich naar binnen. Ze ver- ontschuldigde zich voor de late levering, maar Alva bleek al van het incident bij de brug gehoord te hebben. ‘Er werd ook een span muilezels aangevallen. ’ ‘Meen je dat nou? ’ ‘En Holt Crawford heeft de beer geschoten. ’ ‘Niet te geloven. ’ Het bericht, dat als een lopend vuurtje de ronde had gedaan, was blijkbaar net even anders: ‘Die jongedame, Desi Brennan, is aangevallen door een beer en daarna bijna overreden door een
14 trein. ’ Ze zuchtte. Het was niet haar schuld dat dat soort dingen gebeurden. Terwijl ze de winkel verliet, voelde ze haar benen trillen. Beter nu dan daarnet, toen Holt het kon zien. Haar rokken dansten om haar benen terwijl ze over Cascade Avenue marcheerde, dat van een modderweggetje veranderd was in een brede, met grind bedekte hoofdweg, aan beide zijden ge- fl ankeerd door winkels en bedrijven. Het stadje was gevestigd op een plateau dat een soort aanloop vormde naar de majestueuze Rocky Mountains, die even verderop oprezen. Er was ruimte voor groei en het was gemakkelijk bouwen op de vlakke prairie, hier en daar afgewisseld met zandsteenformaties die begroeid waren met pijnbomen en ponderosaden. Het verhaal ging dat de stichter van de stad, William Jackson Palmer, die gebieden wilde gebruiken om er parken aan te leggen. Ze moest nog steeds wennen aan het idee dat mensen het ruige, vrije landschap op die manier in stukjes opdeelden. Toch was deze kolonie heel anders dan Colorado City in haar beginjaren was geweest. Mijnstadjes waren meestal zo gericht op productiviteit dat er nauwelijks aandacht werd besteed aan schoonheid. En in het woe- lige decennium dat achter hen lag, was bescherming tegen aanval- len van de indianen belangrijker geweest dan tierelantijntjes. Maar de komst van de trein had veranderingen met zich meegebracht en nu stond elke nieuwe dag bol van nieuwe mogelijkheden. Ze bereikte Pikes Peak Avenue, een weg die rechtstreeks naar de berg liep waarnaar hij vernoemd was, en ze keek om zich heen. Meer dan honderdvijftig gebouwen stonden verspreid over het stadsterrein, dat ruim 400 hectare besloeg. Sommige ervan, zoals het twee verdiepingen tellende Foote-gebouw, leken permanent. Andere een stuk minder. Veertien jaar geleden werden de blokhutten in Colorado ge- bouwd van bomen die in het dennenbos waren omgehakt en bij een zaagmolen, Husteds of Finlays, verzaagd waren. Balken voor de muren en planken voor de gevels, de vloeren en het dak. Toen de opkomst van andere steden een einde had gemaakt aan de groei en de welvaart, was het grootste deel van de hutten voor
15 tien dollar per stuk verkocht en getransporteerd naar boerderijen en landhuizen in de omgeving, en was de oude stad min of meer een spookstad geworden. Sinds er spoorrails waren aangelegd, was de bevolking van het zieltogende stadje verdubbeld, leefden oude bedrijven weer op en werden er halsoverkop nieuwe panden bijgebouwd. Westerlingen wisten dat ze kansen moesten grijpen zodra ze zich voordeden, want het dubbeltje kon zomaar weer de andere kant op rollen. Colorado Springs bestond voor een groot deel uit huisjes die als bouwpakket geleverd waren en die eruitzagen alsof één zuchtje wind genoeg was om ze omver te blazen – zoals de huisjes van de drie biggetjes. Toch had de stad een eigen karakter. Iets blijvends, een vorm van gemeenschapszin die verder ging dan rijk worden ten koste van goudzoekers. Niet dat er geen handel werd gedre- ven. Twee stalhouderijen, La Font en Excelsior, lieten koetsjes af en aan rijden om zieken van en naar Soda Springs te vervoeren. Ze verhuurden ook paarden en kampeergerei aan avontuurlijke toeristen, die de bezienswaardigheden in de omgeving wilden bekijken. Een chirurg hield praktijk in de drogisterij van Barret & Com- pany, terwijl er naast Field & Hills kruideniers- en transportbedrijf een homeopathische arts gevestigd was. Dat deze omgeving goed zou zijn voor de gezondheid, was geen verzinsel. Eettentjes, herbergen en allerlei soorten winkels hoopten klan- ten te trekken met hun uithangborden, met zorg gemaakt door de gebroeders Nye, die ook rijtuigen schilderden en die je kon inhuren voor houtbewerking, om glas te zetten of om te behangen. Desi had eens een stukje behang met Franse lelies in haar handen gehad en zich dat voorgesteld in de salon van haar moeder – voor zover het mogelijk was je zoiets extravagants voor te stellen. ‘Goeiemiddag, Desi. ’ Ze draaide zich om terwijl Queen Palmer op haar af kwam zweven. Zelf was ze van gemiddelde lengte, maar Queen reikte nauwelijks tot aan haar kin. Queen was tenger en levenslustig, en haar schoonheid ging verder dan alleen de buitenkant.
16 ‘Wat vind je van het hotel van mijn man? ’ Ze gebaarde naar het gebouw dat de aannemers, Weed en Bentley, slechts een maand na de geplande datum hadden opgeleverd. Het gebouw met zijn drie verdiepingen, waarvan de bovenste voorzien was van een mansardedak en dakkapellen, was inder- daad prachtig. ‘Het is even indrukwekkend als de spoorlijn van je echtgenoot, de kolonie van je echtgenoot, het irrigatiekanaal van je echtgenoot waarmee hij zijn zesduizend jonge boompjes van water voorziet –’ Queen stak lachend haar hand op. ‘Al goed. ’ ‘Ik verheug me op de opening, Queen. Hallo, Rose, ’ begroette ze de andere vrouw, lang, hoekig en overduidelijk Brits. ‘Desi, we hebben zojuist een uitputtend gesprek gevoerd met de nieuwkomers, over het afschuwelijke gebrek aan bedienend personeel. Hoe heb je het hier volgehouden? ’ ‘Je doet wat je moet doen. ’ Hoewel haar opvoeding en haar ervaringen behoorlijk verschilden van die van Queen, kwamen zij en Rose Kingsley pas echt uit heel andere werelden. Toch koesterde ze diepe genegenheid voor deze onaantrekkelijke vrouw, die altijd precies zei wat ze dacht. ‘De Palmers hebben natuurlijk hun eigen kok, een tuinman uit Frankrijk en Zwarte George, die ze uit New York hebben meegenomen, maar anderen kunnen nauwelijks een dienstmeisje hier uit de omgeving vinden om voor hen te koken en te poetsen. ’ Desi haalde haar schouders op. ‘Als iemand dat in haar eigen huis kan doen, waarom zou ze het dan voor een ander doen? ’ Rose kon niet anders dan instemmen. ‘Ja, toen ik Maurice hielp met het registreren van ingediende claims heb ik gezien dat ko- lonisten die ergens anders in loondienst zouden moeten werken hier een onafhankelijk bestaan kunnen opbouwen. ’ Queen verschoof een kammetje in haar lichtbruine haar, een massa krullen die zich nauwelijks door een borstel liet bedwingen. ‘We behelpen ons met wat er is, maar als ons huis eenmaal klaar is, moet er het een en ander veranderen. ’ ‘De stad bestaat nog maar net. ’ Desi lachte terwijl ze aan haar
17 jeugd dacht, waar elke dag dat je niet gescalpeerd werd, door een slang gebeten of doodgeschoten door relschoppers, gelijkstond aan een overwinning. Al het werk werd gedaan door haarzelf of haar familie, of helemaal niet. Queen legde een gehandschoende hand op haar mouw. ‘Ik vond het jammer dat je niet aanwezig kon zijn bij ons kerstbal. Zo’n heerlijke avond, zelfs al moest het feest gehouden worden in Footes Hall omdat mijn prachtige kasteel nog steeds in aanbouw is. Ik noem het Glen Eyrie. ’ Rose voegde eraan toe: ‘Queen heeft aria’s van Verdi gezongen. ’ ‘En Rose begeleidde me op het harmonium. Het was fabuleus. Ik wilde dat je erbij geweest was. ’ Ze had erbij kunnen zijn, als Remy Montgomery haar tenmin- ste had uitgenodigd. Ze had weinig zin om zonder begeleider naar een bal voor paren te gaan en daar het vijfde wiel aan de wagen te zijn. ‘Ik heb genoten van de kerstboom en het feest dat je voor de kinderen hebt gegeven. Daar kom je nooit meer onderuit. ’ ‘Dat wil ik ook helemaal niet. O, Desi, het is eindeloos geleden dat we elkaar gesproken hebben. Eet je met ons mee als het hotel opengaat, om twee uur vanmiddag? ’ Queen gebaarde opnieuw naar het gebouw, oprecht trots op de prestatie van haar echtge- noot, al had ze in New York, waar ze vandaan kwam, en tijdens haar huwelijksreis naar het buitenland waarschijnlijk wel mooiere bouwwerken gezien. ‘Ja, alsjeblieft, ’ zei Rose. ‘De maaltijd wordt opgediend op fi jn Engels porselein, met Engelse messen en vorken. ’ ‘Dat kan ik natuurlijk niet afslaan. ’ Desi glimlachte naar de beide vrouwen. ‘En ik hoef met niemand rekening te houden, nu mijn ouders en de kinderen in Denver zijn. Ze logeren een nacht bij het gezin van mijn zus en hebben de dag erna een afspraak met een bankier, om te praten over de bestemming van het stuk grond dat ze van het bedrijf van je man hebben gekregen. ’ ‘O, dat is geweldig nieuws. Wat willen jullie bouwen? ’ ‘Een winkel om wol en kantoorartikelen in te verkopen. ’ Ze beschreef de dingen die ze van plan was te maken, kaarten en
18 dagboeken, boekjes over de plaatselijke geschiedenis en dieren- en plantengidsen. ‘Dat wil je doen naast de krant van je vader? ’ ‘Ja. ’ Queen weefde haar vingers in elkaar. ‘Mijn echtgenoot is ook van plan een nieuwsblad uit te brengen. De redacteur en zijn vrouw komen deze maand aan vanuit Engeland. De eerste editie van Out West zal dit voorjaar verschijnen. ’ ‘Aha. ’ Haar vader had in zijn eerste artikelen over William Jack- son Palmer wat minder kritisch moeten zijn. Toch was ze er niet zeker van dat Jonathon Brennan de baan zou hebben aangenomen, zelfs als die hem was aangeboden. Diep in zijn hart bleef haar vader een individualist. ‘Ik weet zeker dat het een succes wordt. ’ Queen tuitte haar lippen. ‘Het enige dat nog ontbreekt, is jouw column, tenzij’ – ze trok haar wenkbrauwen vragend op – ‘je zou willen overwegen…’ ‘Om me te laten inhuren als correspondent? ’ Ze vertrok haar mond tot een scheve grijns. Queen klapte in haar handen. ‘Waarom niet? We zullen meer dan genoeg abonnees hebben die –’ Haar stem stokte en haar mond viel open toen een grote groep Ute zich te voet en te paard over Pikes Peak Avenue verplaatste. De mensen op straat keken hen na. Anderen kwamen naar buiten om het schouwspel te bekijken. Sommigen duwden hun kinderen beschermend achter zich. De honden in de stad blaften. Die van de Ute niet. Eén man schreeuwde scheldwoorden en anderen mopperden. Maar er waren ook mensen die vol interesse toekeken, met name bezoekers. Een ontmoeting met indianen maakte hun tripje naar het westen compleet. De Ute trokken voorbij in kleding van hertenleer en zelf ge- weven stoff en, versierd met indiaanse en Europese patronen. De mannen hadden lang haar, dat los of in vlechten op hun rug hing. Dat van de vrouwen was op schouderlengte geknipt. De meeste vrouwen droegen hoge hoeden, volgens de kranten uit Denver
19 de laatste mode onder de indianen. Andere mannen en vrouwen waren blootshoofds en sommigen hadden veren en kraaltjes in hun haar gevlochten. Zelfs de paarden waren versierd. De schoenen van de mensen waren echter vies van de lange reis. ‘O. ’ Rose drukte een hand tegen haar keel. ‘Geen zorgen, ’ zei Desi. ‘Ze hebben hun vrouwen bij zich en baby’s in draagmanden. Ze zijn hier om te jagen of te handelen, of voor een bijeenkomst met de Mouache Ute uit de bergen. ’ Rose wees. ‘Die daar heeft zijn gezicht beschilderd. ’ ‘Met rood en geel. De oorlogskleuren van de Ute zijn zwart en wit. ’ Rose hapte naar adem toen haar broer, Maurice, op de groep afl iep en een gesprek begon. Toen de Ute naar het hotel gebaarden, legde Maurice uit dat het nog niet geopend was. De stam liep verder in de richting van het treinstation en Maurice Kingsley kwam terug. ‘Ken je ze? ’ wilde Rose weten. ‘Caputa Ute uit het zuiden. Zie je die kerel? ’ Hij wees naar de man die een broek van hertenleer droeg en een rode deken om zijn schouders had. Hij droeg een borstschild van langwerpige kralen en had zilveren kraaltjes in zijn haar. ‘Hij is de ergste dief van het New Mexico-territorium – de ergste die nog niet is opgehangen, in elk geval. Zijn vijf squaws stelen voor hem. ’ Vijf squaws? Desi dacht aan Veel Wapiti’s, wiens vrouw en kind vermoord waren door Comanche-indianen die zijn stam, de Jica- rilla, naar de bergen hadden verdreven. Als Veel Wapiti’s nog steeds bij de Mouache woonde, zou deze ongehangen dief wellicht de Jicarillaleider ontmoeten die haar leven had gered. Queen hield haar handtasje stevig vast. ‘Als dat waar is, is het maar goed dat het hotel nog niet open is. ’ ‘Neem maar van mij aan dat het waar is, ’ zei Maurice. Desi had haar twijfels. Dergelijke verhalen vonden gemakkelijk ingang en werden hardnekkiger naarmate mensen hun ideeën bevestigd zagen, hoe dun het bewijs ook was. De overgrote meer- derheid beschouwde elke indiaan als een dief, een overspelige en een verdorven heiden.
20 ‘Is het ook waar dat hun gezichten met vreedzame kleuren beschilderd zijn? ’ Blijkbaar had Rose behoefte aan geruststelling van een mede-Brit, iemand die hier net zo nieuw was als zijzelf. Maurice keek in de richting die ze aanwees. ‘Volgens Willie Bell staan rood en geel symbool voor de tweede fase van rouw. In eerste instantie schilderen ze zichzelf helemaal wit. ’ ‘Zoiets akeligs hoop ik nooit te zien. ’ Queen huiverde. ‘Dat zal ook niet gebeuren, ’ zei Desi. ‘Als er iemand is overleden, blijven ze tien dagen in hun tenten en laten zich aan niemand zien. Daarna beschilderen ze zich nog een maand met rood en geel, en daarna is de rouwperiode voorbij. ’ Wat zou ze graag willen dat ze zelf ook op die manier kon rouwen. Rose fronste. ‘Wat doen ze in vredesnaam? ’ Een aantal Ute was neergehurkt bij het spoor en liet hun handen over de metalen rails glijden. ‘Waarschijnlijk verzinnen ze manieren om het spoor te vernie- len, ’ gromde Maurice. ‘Ze doen alles om het “stalen ros” tegen te houden. Ze spannen touwen, duwen treinen van de rails en lokken arbeiders die het spoor aanleggen in een hinderlaag. Ze gebruiken buskruit om routes die klaar zijn op te blazen. Twee jaar geleden zijn een dozijn van Will Palmers arbeidskrachten op die manier omgekomen. Hij ging er zelf naartoe om ze te beschermen, te paard en gewapend met zijn geweer, net zo onbevreesd als eerder in de oorlog. ’ Desi, die alleen had kennisgemaakt met de beschaafde visionair die deze utopische kolonie gesticht had, kon zich deze woeste kant van Queens echtgenoot nauwelijks voorstellen. Maurice ging verder. ‘De indianen hebben overal geprobeerd om de aanleg van de Transcontinentale Spoorlijn te saboteren, zowel op de vlaktes als in de woestijn. ’ ‘Dat waren de Sioux en de Cheyenne, die wraak namen omdat Chivington hun kamp bij Sand Creek had uitgemoord en omdat de komst van de spoorrails het aantal buff els gedecimeerd heeft. ’ Desi kon haar mond niet houden, hoewel ze er waarschijnlijk niets mee zou bereiken. ‘En toen hoofdopzichter Strobridge, van
21 de Central Pacifi c, een speciale overeenkomst sloot met de Paiute en Shoshone, werkten ze zij aan zij met de Chinezen en bleken de indianenvrouwen beter met een voorhamer overweg te kunnen dan de mannen. ’ Hij trok een wenkbrauw op. ‘En hoe weet jij dat? ’ ‘Wat voor journalist zou ik zijn als ik er niet voor zorgde dat ik op de hoogte bleef? ’ De indianen begonnen opgewonden te schreeuwen en te wijzen, waardoor haar blik naar de kreek ge- trokken werd. ‘O, ze hebben de beer gezien. ’ Haar metgezellen keken haar verwonderd aan. Blijkbaar behoor- den ze tot de weinigen die het verhaal nog niet hadden gehoord. Desi legde uit wat er gebeurd was. Queen kantelde haar hoofd. ‘Wie is Holt Crawford? ’ Dat was een goede vraag. Desi gaf het gemakkelijke antwoord: ‘De voorman van Remington Montgomery. ’ Maurice zette zijn handen in zijn zij. ‘Ze beroven hem van zijn vangst? ’ ‘Ute hebben groot ontzag voor beren. Als ze er een dood aan- treff en, laten ze die niet achter. ’ Rose zei: ‘Bemoei je er niet mee, Maurice. Ik geloof niet dat jij in staat bent zo’n beest te villen en te slachten. ’ Hij trok een gezicht. ‘Ik zou de vacht best willen hebben. Maar je hebt gelijk. ’ Queen keek Maurice aan. ‘Wil jij juff rouw Brennan naar de tafel begeleiden als straks de deuren opengaan? ’ ‘Ik ben wellicht bereid me daartoe te laten overhalen, ’ zei hij met de Britse hooghartigheid die grappiger was bij zijn zus. Desi vroeg zich af wat er van zijn zelfvoldaanheid zou over- blijven als ze hem vertelde dat zijn gelaatstrekken minder verfi jnd waren dan die van Remington Montgomery, dat hij de woeste aantrekkingskracht van Holt Crawford miste en dat hij zich zelfs niet kon meten met de jongensachtige charmes van haar jeugd- vriend, Luke McGuire. Wat zou hij zeggen als hij wist dat ze – stel je voor! – de voorkeur gaf aan een uurtje paardrijden met Veel Wapiti’s?
22 Maar ze had geen enkele reden om een van die dingen te zeg- gen. Remy maakte bepaald geen haast om zijn plaats in te nemen. Ze had Holt, die uit medelijden om haar hand had gevraagd, geweigerd. En Luke was vermoord door Slade Fowler. Voor de Jicarilla voelde ze niets dan respect en aanhoudend verdriet, diep onder de indruk van deze stam en hun leider. Ze zou een maaltijd gebruiken met deze vrienden, die er niets van begrepen, zoals ze er ook van had genoten om Queen en Rose de Tuin van de Goden te laten zien, het wandelpad dat naar Pikes Peak leidde en, het mooist van alles, Queens eigen canyon. Desi vertelde haar vriendin niet dat zij en Luke in hun kindertijd jaar in, jaar uit op avontuur waren gegaan in deze kloof. In plaats daarvan had ze het gebied met nieuwe ogen bekeken toen Queen de namen onthulde die ze elke rotsformatie had gegeven. ‘Major Domo’ voor de witte, hoog oprijzende monoliet die de ingang van haar huis bijna blokkeerde en verder namen als ‘Punchinello’ en ‘de Troon van koning Arthur’. Queens leven- digheid en Rose’ droge humor vulden iets van de leegte die was achtergebleven na het vroegtijdige overlijden van haar vriendin Violet. Desi verplaatste haar blik van het hotel naar de daarachter gele- gen bergen. Hoewel ze ergens anders was geboren, was het alsof ze nauwelijks geleefd had totdat deze bergen haar wakker hadden ge- roepen. Ze was jong en groen geweest, een vogeltje zonder veren, totdat de majestueuze bergtoppen haar hadden uitgedaagd haar vleugels te spreiden en te vliegen. Soms voelde hun aanwezigheid als een veilige omhelzing, maar vanaf deze afstand boezemden ze vooral ontzag in. En zoals altijd riepen ze haar en nodigden ze haar uit dichterbij te komen, hun hoogten te beklimmen en de ijle lucht in te ademen. Niets in haar leven, afgezien van God en haar familie, was zo onveranderlijk. Eigenschappen waaraan het één persoon in het bijzonder ont- brak. Toen Remy afgelopen november terug was gekeerd en ge- vraagd had of hij haar het hof mocht maken, dacht ze dat hij op- recht was. Hij had laten doorschemeren dat hij dat zou doen zodra
23 dat mogelijk was, als het juiste moment ervoor was aangebroken. Maar de paar keer dat ze elkaar sindsdien hadden ontmoet, had hij een beleefde afstand in acht genomen. Ze schudde de bekende droefheid geïrriteerd van zich af. De rest van Queens familie voegde zich bij hen, haar echtge- noot vriendelijk en hoff elijk als altijd. Gejuich klonk op toen zijn ondergeschikte de deuren van het slot draaide en ze opendeed. Desi rechtte haar rug en liep naar binnen, met Maurice Kingsley aan haar zijde.
In het Colorado van vlak na de Burgeroorlog is Desi’s grote liefde zijn leven niet zeker. Maar wie hem wil raken, moet eerst langs haar. KRISTEN HEITZMANN De heer uit het zuiden KRISTEN HEITZMANN De heer uit het zuiden ��� ��� Colorado, ����. Na vele hindernissen zijn Desi Brennan en Remy Montgomery eindelijk verloofd. Maar op Remy’s ranch gebeuren vreemde dingen. Runderen slaan op hol, hun drinkwater is plotse- ling vergif igd en Remy verliest bijna zijn beste stier. Het lijkt erop dat iemand het op hem gemunt heef , zeker als Remy uiteindelijk zelf zwaargewond raakt. Maar wie er ook achter zit: hij of zij heef buiten Remy’s weergaloze vrouw Desi gerekend. Zij staat niet toe dat Remy hun huwelijk uitstelt vanwege zijn verwondingen. En als Remy niet in staat is om de ranch te beschermen, neemt Desi dit met liefde van hem over… niet wetend dat ze hiervoor een hoge prijs zal betalen. De vijfdelige serie Het land van de gouden rivieren speelt zich af in de ‘achtertuin’ van bestsellerauteur Kristen Heitzmann: het prachtige binnenland van Colorado. De heer uit het zuiden is het tweede deel en volgt op Bruid van de bergen. HET LAND VAN DE GOUDEN RIVIEREN 9789029728607 I I Heitzman_Heer uit het zuiden_WT. indd 1 09-10-19 17:01
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Kristen Heitzmann
Bestsellerauteur Kristen Heitzmann is de auteur van het romantische tweeluik ‘Ik wist het wel’ en ‘Hier voor jou’. Maar ze beheerst meer genres dan feelgood alleen: eerder schreef ze historische romans, thrillers en drama. Daarnaast geeft ze schrijfworkshops en treedt ze op als spreker op conferenties voor schrijvers. Ze woont in Colorado met haar echtgenoot en een verzameling huisdieren.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord