De Gezalfde
Als goede mannen vallen
Katie Vlaardingerbroek & Matthijs Vlaardingerbroek
‘Wat als John mijn redelijk anonieme leven had kunnen leven en ik in zijn spotlight had gestaan? Waarschijnlijk waren al die mensen dan net zo hard gemanipuleerd en uitgemolken als nu is gebeurd. . . ‘John en Peter leren elkaar kennen bij een evangelisatieproject in Amsterdam. Daarna…
Bestellen bij CLC
Beschikbaarheid:
Wilt u dit product bestellen, dan kan dat op clcnederland.com
Details:
9789059991330
160
Paperback
€14,95
Beschrijving
‘Wat als John mijn redelijk anonieme leven had kunnen leven en ik in zijn spotlight had gestaan? Waarschijnlijk waren al die mensen dan net zo hard gemanipuleerd en uitgemolken als nu is gebeurd…’
John en Peter leren elkaar kennen bij een evangelisatieproject in Amsterdam. Daarna lopen hun wegen uiteen, maar op afstand blijven ze elkaar volgen. Peter wordt kerkplanter, John voorganger in de charismatische gemeente van zijn vader. Johns ster rijst snel; zijn gemeente groeit en zijn macht en aanzien groeien mee. John wordt groter dan hij aankan en valt keihard van zijn voetstuk. Dan krijgt het verhaal voor beiden een onverwachte wending… John en Peter. Twee mannen die allebei God willen dienen, en daarbij verschillende keuzes maken. Wanneer ben je succesvol als leider? Wanneer ervaar je zegen? Als er veel mensen tot geloof komen onder jouw bediening en zieken worden genezen? Als je rijkdom en gezondheid ontvangt? Of ligt het anders…
De Gezalfde is een prachtige reflectie in romanvorm op genade, menselijke gebrokenheid en christelijk leiderschap.
Het schrijversduo bestaat uit vader Matthijs en dochter Katie Vlaardingerbroek. Matthijs (1971) is verhalenverteller, spreker en schrijver, onder meer van ‘Van kikker tot prins’. Katie (1996) is theoloog, columnist en auteur van ‘Omvergeblazen – als je heilige huisjes instorten’.
Categorieën
Eigenschappen
9789059991330
21-09-2018
Nederlands
160
300
Paperback
Katie Vlaardingerbroek, Matthijs Vlaardingerbroek
Aanbevelingen
Een mooi staaltje Nederlandse schrijverskunst.
- D.E Heerens (nbd biblion)
Leesfragment
De Gezalfde
DE Gezalfde MATTHIJS EN KATIE VLAARDINGERBROEK ALS GOEDE MANNEN VALLEN ROMAN
“All that is gold does not glitter, Not all those who wander are lost; The old that is strong does not wither, Deep roots are not reached by the frost. From the ashes, a fire shall be woken, A light from the shadows shall spring; Renewed shall be blade that was broken, The crownless again shall be king.” Lord of the Rings, J.R.R. Tolkien
7 een D aar sta ik dan, tussen de toeristen en de duiven, met Am- sterdam Centraal achter mij. Ik zet mijn koffer naast me op de grond en kijk omhoog naar mijn bestemming, die in lichtge- vende letters boven mij knippert: ‘God roept u’. En hier sta ik, Peter, klaar om van 1989 het jaar te maken dat de opwekking door Nederland zal waaien. Snel pak ik mijn koffer weer op en loop het iconische ge- bouw aan de Prins Hendrikkade in, dat ik de komende we- ken mijn thuis zal noemen. Ik kan het zelf haast niet geloven. Nog maar een paar maanden geleden was ik bezig met mijn HAVO-examen en nu ben ik hier in Amsterdam om mee te doen met een zomeractie van Jeugd met een Opdracht. Terwijl de vrouw achter de balie mijn kamersleutel voor mij zoekt, fluister ik zachtjes: ‘Dank U, Heer.’ Ik friemel aan mijn WWJD-armbandje. ‘Dank U voor dit avontuur.’ Mijn kamer blijkt een klein zolderkamertje te zijn op de derde verdieping. Eenmaal boven aangekomen laat ik me op één van de twee bedden vallen. In de verte klinkt het geroe- zemoes van de stad. Trams rijden klingelend weg, vogelvleu- gels klapperen en duizenden flarden van gesprekken vormen samen een waas van geluid. Ik sta op, loop naar het raam en glimlach. Amsterdam ligt uitgestrekt voor me en ik kan niet wachten om haar te vertellen over het evangelie.
8 Dat is het moment waarop John mijn leven binnenstapt. Met zijn zelfverzekerde uitstraling lijkt hij de kamer zo op te vullen dat ik onwillekeurig geneigd ben om een stapje terug te doen. Mijn achttienjarige, slungelige postuur straalt nog de puberale onzekerheid uit die ik langzaam aan het ontgroeien ben. John daarentegen staat daar als iemand die zich geen dag onzeker heeft gevoeld en weet dat dit volkomen terecht is. Hij kijkt rustig om zich heen naar de twee bedden, het Am- sterdamse uitzicht en mij. In zijn Levi spijkerbroek en Lacoste trui, dé trend die zomer, komt hij me heel even gladjes over. Of is dat gewoon mijn eigen onzekerheid? Dan loopt hij naar me toe, geeft me met een warme glimlach een stevige hand en zegt: ‘Ha, leuk je te ontmoeten, man! Waar ben je vandaan komen reizen?’ En met de oprechte interesse die uit die woorden door - klinkt, zijn al mijn twijfels verdwenen. Ik voel me gelijk ge- zien en op mijn gemak. Het is het begin van een bijzondere vriendschap. Hij kiest het rechter bed, ik het linker en voor we het weten zitten we beneden aan de koffie volop te klet- sen over het leven. We blijken allebei sterk de roeping te er - varen om de wereld voor Jezus te gaan veranderen. Hij in Azië, ik in Sudan. John komt uit Amstelland. Zijn vader is daar voorganger van één van de oudste pinkstergemeenten in Amstelland. Hij blijkt enig kind te zijn en een halfjaartje jonger dan ik, wat betekent dat hij zeventien is. Op een vreemde manier trekt dit de dynamiek voor mij meteen in balans: John mag dan wel de uitstraling en het charisma hebben, maar ik ben de oudere. Hij is groot voor zijn leeftijd, gespierd van het voetballen. Het duurt niet lang voordat de meiden van ons team dit ook merken. Met zijn pretoogjes, brede schou-
9 ders en sproeten wordt hij al snel hét middelpunt van onze groep. Vooral als hij zijn oude gitaar tevoorschijn haalt en de nieuwste Opwekkingsliederen begint te spelen. Gelukkig is zingen niet zijn sterkste punt, daar kan ik dan weer mijn slag slaan. Met mijn tenorstem en grappen weet ik altijd weer mijn plek naast hem in te nemen. Samen zijn we zo de gang- makers, rollen die we met verve en veel plezier innemen. Of we daarin een goede invloed op elkaar hebben, hangt af van wie je het vraagt. De leidinggevenden zijn in elk geval niet altijd blij met ons. Het duurt namelijk niet lang voordat we beginnen met kwajongensstreken. We ontdekken al snel dat binnen het oude gebouw in Amsterdam het warme wa- ter van afstand af te sluiten is. Meerdere ochtenden staan we giechelend in de gangkast naast de douches te wachten op het geluid van de pantoffels van één van de leidinggevenden op het linoleum en het geluid van de douche die aangaat… om vervolgens het warme water opeens uit te draaien en al proestend te luisteren naar de krachtterm die uit de dou- checabine komt. Dat vinden we allebei fantastisch: mensen, vooral mensen met autoriteit, een beetje stangen totdat hun schijnheiligheid wegvalt. Tegelijkertijd inspireert John me die zomer om nog gepas- sioneerder met Jezus bezig te gaan. We versterken elkaar niet alleen in kattenkwaad, maar ook in ons geloof. De eerste ochtend nadat ik John ontmoet, word ik om zes uur wakker als John uit bed gaat. ‘De wc is aan het eind van de gang, tweede deur rechts. Je moet zelf een rol meenemen,’ mompel ik, denkend aan wat de leiding ons verteld had, en ik draai me alweer om. ‘Ha, bedankt, man. Maar ik ben gewoon wakker voor mijn stille tijd.’
10 Slaperig veeg ik mijn ogen uit en ik zie hoe John met zijn Bijbel op de vloer voor het raam gaat zitten, waar de zon in opkruipt. ‘Stille tijd?’ ‘Ja, elke dag. Van zes tot zeven.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Dat doe ik nu al een jaar of zo. Ik vind het fijn om mijn dag met Jezus te beginnen. Maar ik zal stil zijn voor je. Ge- lukkig is dat niet zo moeilijk in, nou ja, stille tijd.’ Hij geeft me een knipoog en draait zich weer om. ‘Nee, nee. Ja, goeie. Dat doe ik, eh, ook weleens,’ zeg ik snel en ik spring uit bed. Als Johns relatie met Jezus zo goed is dat hij er elke ochtend voor uit bed komt, dan moet de mijne er niet voor onderdoen. Zo beginnen we al snel elke dag met een gezamenlijke stille tijd. Elke avond, na de aanbidding, eindigen we de dag ver - volgens met diepe gesprekken in ons kamertje. Terwijl het nachtleven van Amsterdam aanzwelt, praten we onze dag door, bidden we samen en delen we onze toekomstdromen. Ook in de groepsgebedsavonden kijk ik tegen John op. Niet alleen spreekt hij vrijelijk in tongen, iets wat ik vanuit mijn kerkelijke achtergrond wat spannend vind, maar hij heeft ook vaak beelden voor mensen in onze groep. Ik krijg soms ook woorden voor mensen, boodschappen van God die dan heel erg aanslaan, maar lang niet zo vaak en spectaculair als John. Tijdens één van onze teammeetings, bijvoorbeeld, krijgt hij een beeld van Janna, één van de meisjes in onze groep. Hij beschrijft het tafereel: een witte roos die één voor één haar blaadjes verliest, drieënveertig in totaal, en vervolgens ver - dort in twee open handen. Janna begint meteen te huilen. Haar moeder blijkt precies een jaar geleden op drieënveer - tigjarige leeftijd onverwachts overleden te zijn. Witte rozen
11 waren altijd haar lievelingsbloemen geweest. Terwijl wij deze informatie allemaal nog wat verdwaasd proberen te verwer - ken, is John al opgestaan om haar een knuffel te geven en voor haar te bidden. Dat is wat ik zo sterk vind aan John. Hij handelt daadkrach- tig als een echte leider en is tegelijkertijd zo betrokken met de mensen om hem heen. Overdag, terwijl we op de Dam men- sen vertellen over het evangelie, staat hij zonder schaamte Opwekkingsliedjes te spelen boven op een houten kruk. En tegelijkertijd, zodra hij contact heeft met iemand, stapt hij net zo gemakkelijk van de kruk af om urenlang één op één met mensen te kletsen en te bidden. Die combinatie van daadkracht en betrokkenheid maakt hem tot een sterke rots. Die hele maand verwonder ik me erover dat hij geen enkel zwak moment heeft. Ik trek bijna de hele dag met hem op en zie hem in onze kamer, maar hij wankelt nooit. Er is niet één moment waarop hij er even hele- maal doorheen zit, of op een manier zondigt of zelfs maar de controle verliest. Ik, daarentegen, merk dat ik na drie weken vermoeid raak en daarin me steeds meer erger aan bepaalde interne groepsdynamieken. Ik vind vooral de autoritaire op- stelling van Jaap, mijn teamleider, steeds beklemmender. Hoe meer de man, een evangelische voorganger van eind dertig, me probeert te sturen, hoe meer ik rebelleer. Tijdens mijn ge- sprekken op de Dam ontdek ik bijvoorbeeld al snel dat het veel natuurlijker en gemakkelijker voelt om al wandelend een gesprek te hebben. Steeds vaker begin ik mensen te vragen waar ze heen moeten en te vragen of ik een eindje mee mag lopen. Ik vind het een ontzettend geïnspireerd en bijbels ini- tiatief van mezelf. Jaap echter niet, vooral niet als hij me één avond op de Wallen vindt, waar ik midden in een diep ge-
12 sprek zit met een man die oorspronkelijk van plan was om naar een prostituee te gaan. Jaap sleurt me net nog niet aan mijn oor mee. ‘Dat is toch ongelooflijk! Ze hebben het wel over het volgen van de Geest, maar als je van de gebaande paadjes af gaat…’ spui ik richting John later die avond. Hij knikt en vraagt dan: ‘Mag ik voor je bidden?’ Ik knik nog een beetje nors, maar zodra hij zijn handen op mijn hoofd legt, voel ik me rusti- ger worden. Langzaam voel ik mijn frustratie wegebben en plaatsmaken voor het gevoel van dankbaarheid en warme liefde dat ik met de vervulling van de Heilige Geest ben gaan associëren. Als hij klaar is, gaat John op zijn bed zitten en kijkt me aan. Aan de manier waarop hij kijkt, zie ik dat hij een beeld voor mij ontvangen heeft. ‘Wat zag je?’ John legt zijn hand op mijn knie. ‘Ik zag een flesje met olie. Iemand hield het heel voorzichtig vast. Ik neem aan dat jij het was, maar het gezicht was niet zichtbaar. Het flesje was prachtig en de olie daarin heel kost- baar. Dat was duidelijk. En toen, opeens, viel het kapot op een rots. Straaltjes olie liepen langzaam naar beneden en veran- derden langzaam, onderaan gekomen, in een witte steen.’ Hij kijkt me verwachtingsvol aan. ‘Betekent het wat?’ Ik haal schaapachtig mijn schouders op. ‘Vast wel, maar ik zou niet weten wat.’ Een paar weken later, als ik weer terug bij mijn ouders ben, ben ik het voorval alweer vergeten.
Bekijk de tekstversie van dit leesfragment.
Is dit leesfragment niet goed zichtbaar of krijgt u een foutmelding te zien? Klik dan hier om het fragment opnieuw te laden. Wil je dit leesfragment later offline lezen? Geen probleem, je kunt hier klikken om het pdf bestand te downloaden.
Katie Vlaardingerbroek
Katie Vlaardingerbroek is 19 en studeert filosofie en godsdienstwetenschap. Ze groeide op in een traditioneel evangelisch gezin, dat zeer actief was in de wijk. Ze maakte een heel proces mee van diepe twijfel en ontdekte gaandeweg dat het heilige huisje dat instortte, vooral haar beeld van God was en niet God zelf.
Deprecated: Bestand Thema zonder comments.php is sinds versie 3.0.0 verouderd en er is geen alternatief beschikbaar. Graag een comments.php template aan je thema toevoegen. in /home/boeken1q/affiliate/wp-includes/functions.php on line 5581
Geef een antwoord